Regie: Matthijs Cats, Roel van Dalen, Gerda Jansen Hendriks, Suzanne Raes
Met: Hans Goedkoop
Na de troonsafstand van Karel V in 1555 kwamen de toen nog 17 Provinciën in handen van zijn zoon Filips II. Vanaf het begin boterde het niet tussen de plaatselijke adel en de Spanjaard wegens hoge belastingen, de beperking van de gewestelijke autonomie en de vervolging van de calvinisten. Als op 10 augustus 1566 de Beeldenstorm uitbreekt op het einde van de bedevaart van Hondschote (nu Noord-Frankrijk) naar het Sint-Laurensklooster in Steenvoorde, neemt de repressie alleen maar toe. In 1568 breekt de Opstand (of de Nederlandse Opstand) uit. Aanvankelijk vormen de 17 gewesten nog één front. In 1576 sluit Antwerpen zich aan bij de Pacificatie van Gent als reactie op een plundertocht van Spaanse soldaten in de stad na het niet betalen van hun soldij (Spaanse Furie) en komt er een calvinistisch bestuur aan de macht, maar na 1578 groeien noord en zuid uit elkaar als gevolg van de protestantse reformatie die in de noordelijke gewesten veel dieper wortel heeft geschoten. Filips II besluit uiteindelijk om orde op zaken te stellen en stuurt z’n leger o.l.v. Alexander Farnese naar Antwerpen, op dat moment de belangrijkste stad van de Lage Landen. Achter de bocht van St. Anneke wordt een blokkade gebouwd en na een lang beleg moet de stad zich overgeven. In 1588 scheiden de noordelijke gewesten zich definitief af en blijft het zuiden onder Spaans bewind. Het is het begin van de definitieve scheiding.
(Aflevering 1) In Antwerpen leidt burgemeester Filips van Marnix van Sint-Aldegonde (de man die het Wilhemus componeerde, notabene!) de verdediging tegen het leger van Farnese, maar wegens geen en vooral te late steun van de noordelijke gewesten, moet hij de strijd uiteindelijk staken. De calvinistische bevolking krijgt nog vier jaar de tijd om met have en goed het land te verlaten. Vanaf september vertrekken elke maand tussen 10.000 tot 20.000 burgers richting noorden. Van de 200.000 inwoners blijven er uiteindelijk zo’n 40.000 over, waarmee de Gouden Eeuw van Antwerpen als haven- en handelsstad definitief voorbij is. Pogingen om de stad te heroveren (in 1605, 1620, 1624, 1638 en 1648) mislukken, waardoor Antwerpen tot de Zuidelijke Nederlanden blijft behoren. (Aflevering 2) De massale intocht van kapitaal en arbeidskrachten betekent een enorme stimulans voor de economie in de noordelijke gewesten. O.a. in Leiden verveelvoudigt de bevolking op korte tijd. De nieuwkomers krijgen er gratis het zgn. pooterschap en mogen er kerkdiensten in hun eigen taal houden (in de Waalse kerk worden tot vandaag diensten in het Frans georganiseerd). Ter bevordering van de lakenindustrie lokt men naar Engeland uitgeweken Vlamingen en Walen met gunstige voorwaarden. De steden in Holland groeien als kool, de wetenschap begint er aan een nooit geziene groei, de kunstnijverheid floreert.
(Aflevering 3) Maar de zgn. Republiek heeft geen centraal gezag want de zeven gewesten staan op hun autonomie. Johan van Oldenbarnevelt treed op als raadpensionaris in het overleg tussen de gewesten. Om de gemeenschappelijke militaire belangen te verdedigen doet men een beroep op een zgn. stadhouder die als legeraanvoerder fungeert. Van Oldenbarnevelts protegé Maurits van Oranje krijgt die taak, doch beide mannen houden er verschillende ideeën op na: Van Oldenbarneveldt is voorstander van een ruime gewestelijke autonomie, Maurits kiest vanzelfsprekend voor meer centraal gezag. In die discussie zal Van Oldenbarnevelt het onderspit delven en op het schavot eindigen. (Aflevering 4) Ondertussen nemen handelsmaatschappijen het voortouw in de handel op de Oostzee waar elk jaar honderden schepen via de Sont (de nauwe zeestraat tussen Denemarken en Zweden) richting Polen en Rusland varen om er hout, graan en ijzer in te slaan dat in Amsterdam wordt verkocht. Om de dure tol in de Sont te ontwijken besluiten Hollandse zakenlui om de Deense of Zweedse nationaliteit aan te nemen en om de rust en het machtsevenwicht in de Oostzee te bewaren kiezen ze afwisselend de kant van de ene of de andere partij, die dan wordt bevoorraad met wapens en manschappen: alles in het belang van de handel.
(Aflevering 5) In 1602 wordt de VOC, de Vereenigde Oost-Indische Compagnie opgericht. Het is een multinationaal bedrijf dat zich specialiseert in de specerijenhandel met het Verre Oosten. In Indonesië (Molukken) zijn de restanten van Hollandse forten en verdedigingswerken tot vandaag zichtbaar en de plaatselijke bevolking heeft er nog altijd geen goed woord over voor de manier waarop kapitein Jan Pieterszoon Coen van de VOC hun voorouders behandelde op de uitgebreide kruidnagelplantages. Maar de VOC was veel minder rendabel dan lange tijd is gedacht en de meeste investeerders kregen pas na 30 jaar een interessante rente op hun geïnvesteerde kapitaal. (Aflevering 6) De bevolkingstoename dwingt ondertussen tot stadsuitbreiding. In Amsterdam bouwt men de grachtengordel in een halve cirkel om de oude binnenstad heen, een project waaraan de stadsfunctionarissen (tevens rijke zakenlui) wegens hun voorkennis een aardig centje verdienen. Om de bevolking te voeden wordt een meer drooggelegd en ontstaat de Beemster met rechte sloten en wegen. Rijke Amsterdammers strijken er neer en vestigen zich in riante buitenplaatsen. In 1685 is Amsterdam vier keer groter dan 100 jaar eerder. (Aflevering 7) Via de handel komen er nieuwe producten op de markt: tabak, zijde en porselein en de jeugd van de rijke burgerij kan zich een aantal vrijheden permitteren: roken, het haar laten groeien, tot ’s avonds laat op straat rondhangen, in kleurige kleren over de grachten flaneren. (Aflevering 8) Doch niet iedereen profiteert van de nieuwe rijkdom. Elsje Christiaensen, een18-jarige meisje uit Jutland op zoek naar een betere toekomst, is nog maar enkele weken in Amsterdam als ze haar hospita met een bijl het hoofd inslaat. Aanleiding is een ruzie over geld: ze kan de huur niet meer betalen. Ze eindigt op de galg, een evenement waarvoor de halve stad uitloopt. Rembrandt vereeuwigt haar op een tekening.
(Aflevering 9) De schilderkunst beleeft hoogdagen, want de rijken willen hun interieurs in stijl decoreren. Naar schatting vijf miljoen schilderijen, van meesterwerken tot prullaria, komen er in de loop van De Gouden Eeuw in Nederland op de markt. De jonge kunsthandelaar Jan Six woont nog altijd in het ouderlijke huis aan de Amstel tussen de schilderijen die zijn rijke voorvader Jan I zich toentertijd aanschafte, waaronder wellicht het mooiste doek van Rembrandt, ongesigneerd, want als vriendendienst geschilderd. (Aflevering 10) Ondanks de in de Unie van Utrecht afgesproken godsdienstvrijheid, is de verdeeldheid op het terrein groot en wordt het calvinisme in de loop der jaren de officiële doctrine. De andere religies worden gedoogd, maar ze verdwijnen uit het straatbeeld naar schuilkerken in besloten hofjes en gangen. De doopsgezinde Joost van den Vondel voelt zich onbehaaglijk bij de versplintering van het christendom in z’n land en op latere leeftijd zal hij zich bekeren tot het katholicisme. (Aflevering 11) Nieuwe technische vindingen zoals de telescoop en de microscoop bieden de mogelijkheid om steeds beter naar het universum te kijken. Jan Swammerdam groeit op in het rariteitenkabinet van z’n vader en gaat later naar universiteit in Leiden. Hij bewijst het bestaan van spermacellen en eierstokken en beschrijft het ademhalingsproces. Z’n tijdgenoot Frederik Ruysche wordt een meester in het prepareren en conserveren van het menselijk lichaam. Z’n anatomische collectie is een toeristische attractie en belandt via Peter de Grote in Sint-Petersburg, waar de geprepareerde kinderhoofdjes, armpjes en andere lichaamsdelen tot de dag van vandaag bewaard zijn.
(Aflevering 12) Maar De Gouden Eeuw is ook een eeuw van oorlog. Na een lang conflict tegen de Spanjaarden, wordt uiteindelijk Engeland de nieuwe vijand op zee. De jonge republiek heeft behoefte aan helden en admiraal Michiel de Ruyter is een man met wie men zich kan identificeren en die men bejubelt als hij de Engelsen tot in Chatham achtervolgt en er hun vlaggenschip de Royal Charles kaapt en vervolgens meevoert naar Amsterdam waar het zgn. spiegelstuk nog altijd als een topattractie in de collectie van het Rijksmuseum geldt. (Aflevering 13) Maar aan alle sprookjes komt een einde. In 1672 wordt de Republiek tegelijk door Engelse en Franse legers (Lodewijk XIV) aangevallen. De uitputtende oorlog brengt de jonge staat op de rand van het bankroet. De raadpensionarissen Johan en Cornelis De Witt worden verdacht van verraad en gelyncht, maar het tij is niet meer te keren. In 1713 moet men de vernederende Vrede van Utrecht slikken die het einde markeert van de Republiek als grootmacht, of zoals de Franse onderhandelaar Melchior de Polignac het formuleerde: we onderhandelen over u, bij u, zonder u.
De Gouden Eeuw is een indrukwekkende documentaireserie over de economische, culturele en politieke opbloei van de Noordelijke Nederlanden na de Val van Antwerpen en de sluiting van de Schelde (1585). Historicus en literatuurcriticus Hans Goedkoop, presentator van het geschiedenismagazine Andere Tijden van NTR & VPRO, is dertien afleveringen lang uw gids en toeverlaat op een tocht die begint in het Antwerpse stadarchief en die na omzwervingen door Scandinavië en Indonesië in Utrecht eindigt. Ondertussen heeft u het eenvoudige graf van Joost van den Vondel en het praalgraf van Michiel de Ruyter in de Nieuwe Kerk op de Dam gezien, de schuilkerken en – gangen van de religieuze minderheden, de windmolens in de Beemster en de prachtige koopmanshuizen langs de Vecht waarvan sommige in 400 jaar nauwelijks van uitzicht en interieurs zijn veranderd, de ruïnes van Hollandse forten op de Molukken en één van de laatste kruidnagelkwekers die zich het verhaal van Jan Pieterszoon Coen en z’n vloot herinnert als gebeurde het allemaal vorige week. Voorts verneemt u wat doopgezinden, remonstranten en contra-remonstranten zijn en hoe ze het zichzelf en elkaar moeilijk maakten in een staat die zich had voorgenomen om alle onderdanen godsdienstvrijheid te garanderen. In Amsterdam troont Goedkoop u mee naar een rariteitenkabinet dat er nog precies uitziet zoals in de tijd van Jan Swammerdam en in Sint-Petersburg toont hij u in de Hermitage de collectie geprepareerde kinderhoofdjes en foetussen van Frederick Ruysche. Tussendoor praat hij met historici en met afstammelingen en nazaten van de nieuwe Amsterdamse rijken van toen en het zal u opvallen hoeveel verbanden er nog bestaan tussen De Gouden Eeuw en mensen en situaties van vandaag. Zo ziet u o.a. een archeologische site in Hanzestad Dantzig (Gdansk, Polen) waar naar Hollandse roots gezocht wordt en waar u verneemt dat het grootste exportbedrijf inzake graan en hout naar de Benelux voor 50 procent in handen is van Nederlanders. In Denemarken langs de Sont ziet u afstammelingen van Hollandse kooplieden die zich inzetten opdat hun beroemde en machtige voorvaderen niet vergeten worden. De jonge kunsthandelaar Jan Six leidt Hans Goedkoop rond in z’n ouderlijke huis in Amsterdam dat sinds de 17de eeuw in het bezit is van de familie, een voorbeeld van de rijke Amsterdamse burgers uit De Gouden Eeuw. Het door Rembrandt geschilderde portret van Jan I hangt in één van de kamers op de benedenverdieping die zo goed mogelijk in haar originele staat wordt bewaard.
Uiteraard verneemt u niet alles over De Gouden Eeuw in deze 13-delige documentaireserie. Daarvoor is het onderwerp te uitgebreid en te omstandig. Hans Goedkoop licht er een aantal belangrijke personages en interessante situaties uit waardoor u in elk geval een goede indruk krijgt van de omvang en het belang van de periode voor de Nederlandse samenleving. Via een perfect gedoseerde afwisseling van historische feiten en verrassende anekdotes, leuke interventies van de diverse historici en Goedkoops zeer persoonlijke vertel- en presentatiestijl, wordt De Gouden Eeuw een onderhoudende en aangename kijkervaring over een van de interessantste periodes uit de West-Europese geschiedenis van de voorbij 500 jaar. Dat het op onze stoep gebeurde - en ondanks het feit dat we er jammer genoeg geen aandeel in hadden - maakt het allemaal nog een stuk boeiender.
Ter gelegenheid van de tv-serie is het gelijknamige boek verschenen van Hans Goedkoop in samenwerking met Kees Zandvliet. Meer informatie, o.a. De Gouden Eeuw-krant, met wetenswaardigheden over de periode, gerangschikt per jaar vanaf 1585, vindt u op deze website.