Regie: François Ozon
Met: Paula Beer, Pierre Niney, Ernst Stötzner, Marie Gruber, Johann von Bülow, Anton von Lucke, Cyrielle Clair, Alice de Lencquesaing
Uiteraard is er sprake van een misverstand, maar als hij bij de Hoffmeisters aan tafel zit en de vragende blikken ziet, kan Adrien zich er niet toe dwingen om de waarheid op te biechten. Hij fantaseert over zijn bezoekjes met Frantz aan het Louvre, over hun gedeelte interesse voor muziek en over hun grote vriendschap, waardoor zelfs Anna zich duidelijk beter gaat voelen. Met de dag wordt de leugen groter en uiteindelijk raakt Adrien helemaal overstuur. Hij ziet maar één uitweg: de waarheid vertellen en met de eerste trein naar Parijs sporen…
Frantz is de verfilming van het toneelstuk L’Homme Que J’ai Tué (1932) van de Franse romancier Maurice Rostand, en gaat terug op diens gelijknamige roman uit 1930. De Duits-Amerikaanse regisseur Ernst Lubitsch (The Marriage Circle, 1924) verfilmde het toneelstuk in 1932 als Broken Lullaby met Lionel Barrymore (Key Largo, 1948) en Nancy Carroll in de hoofdrollen. In Frantz hanteert François Ozon aanvankelijk hetzelfde scenario, maar na Adriens bekentenis aan Anna voegt hij een heel nieuwe verhaallijn toe die de geloofwaardigheid van de film ten goede komt, want Adrien neemt niet de plaats in van de man die hij heeft doodgeschoten – wat de Hoffmeisters en zelfs Anna wellicht zouden prefereren – maar hij keert terug naar Parijs, waar Anna hem op aandringen van de Hoffmeisters gaat opzoeken.
Het is een uitstekende keuze van François Ozon om z’n film in zwart-wit te draaien met af en toe wat kleur voor de hoopgevende momenten in het verhaal, want op die manier wordt de donkere sfeer van de periode uitstekend in de verf gezet, want kort na WOI is in Duitsland de stemming vijandig ten opzichte van alles wat Frans is, terwijl er ook al sprake is van nationalistisch verzet tegen de zware vredesvoorwaarden die het land zijn opgelegd. Gekoppeld aan degelijke acteerprestaties, groeit Ozons 17de bioscoopfilm op die manier uit tot een productie die vergelijkbaar is met Michael Haneke’s Das Weisse Band (2009), die niet toevallig in dezelfde periode is gesitueerd, en zelfs met wat Edgar Reitz in het eerste seizoen van de zo goed als perfecte serie Heimat (1984) tot stand bracht. Frantz bevat m.a.w. alle elementen van een klassieker en we durven het dan ook de beste film uit François Ozons carrière noemen.
Het titelpersonage is de grote afwezig in deze film, alhoewel alle gespreken het als onderwerp hebben. We zien Anton von Lucke is een paar zeer korte flashbackfragmenten, maar dat is te weinig om van Frantz een mens van vlees en bloed te maken. Met het verzonnen beeld dat Adrien van hem schildert, heeft de overleden soldaat niets te maken. De aantrekkelijke Paula Beer – ze was 20 tijdens het draaien van de film – krijgt een tweede kans om een internationale doorbraak te forceren, want de scènes waarin ze te zien was in Diplomatie (2014) van regisseur Volker Schlöndorff sneuvelden jammer genoeg op de montagetafel. Als Frantz’ verloofde Anna maakt ze een uitstekende beurt en slaagt ze er moeiteloos in om verdriet, nieuwsgierigheid en vergevingsgezindheid te combineren. Pierre Niney is haar lovenswaardige tegenspeler, maar hij slaagt er niet in om van Adrien een personage te maken waarmee de kijker zich kan identificeren, wellicht omdat Ozon hem bewust op een zekere afstand positioneert, maar wellicht ook wegens het strenge uiterlijk van het personage dat meestal niet veel emotie toelaat.
Ernst Stötzner en Marie Gruber vormen een prachtig en warm bejaard stel dat door zijn toegewijdheid en wellicht ook door z’n naïviteit de kijker meteen op de hand krijgt. Ondanks een indrukwekkende filmcarrière is Stötzner bij ons zo goed als onbekend, maar Gruber herkent u beslist uit Das Leben Der Anderen (2006) en/of The Reader (2008).