GREAT EXPECTATIONS
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2007-03-13
FILM
Wie van goede verhalen houdt, komt keer op keer weer bij Charles Dickens terecht. Geen enkele schrijver heeft immers zo’n canon van onvergetelijke, meeslepende, verrassende, grappige, intrigerende, ontroerende en tragische werken nagelaten, die anno 2007 nog even verfrissend en entertainend zijn als halverwege de negentiende eeuw. De geest van zijn werk werd nooit beter naar het witte doek vertaald als in
Great Expectations. Regisseur David Lean neemt alles wat subliem is aan Dickens’ verhaal en kruidt het met een waaier indrukwekkende beelden, decors en acteerprestaties. Dankzij zijn ervaring als monteur weet de cineast nagenoeg elk detail van het ruim vijfhonderd pagina’s tellende boek in nauwelijks twee uur te proppen, zonder karakterisering op te offeren.
Great Expectations is dan ook een film die zelfs 60 jaar na zijn eerste release nog op elk vlak triomfeert: als een superieure publieksfilm, een artistieke mijlpaal en een vooruitstrevende tour de force.
De opening van de film is een klassieker geworden. De weesjongen Pip rent over een met galgen bezaaide dijk naar een verlaten nachtelijk kerkhof om bloemen neer te leggen op zijn ouders’ graf. Daar klampt de ontsnapte gevangene Magwitch – een huiveringwekkende Finlay Currie – hem aan, die hem afdreigt voor drank en voedsel. De onheilspellende kracht van deze eerste vijf minuten is ongeëvenaard in de geschiedenis van de zevende kunst. De sequentie, ondersteund door een magistraal production design, een verbluffende fotografie, en vooral Leans manipulerende hand achter de camera, is zo sterk dat al wat volgt gedoemd lijkt onder te doen voor de opening. Het spreekt boekdelen over de genialiteit van
Great Expectations dat de prent geen kopje-onder gaat, maar de kerkhofscène integendeel gebruikt als opstapje voor een verhaal dat genoeg oogverblindende shots, excentrieke personages en opwindende plottwisten biedt om een gans filmjaar mee te vullen.
De ontsnapte Magwitch wordt weer gevat, maar een jaar later kent Pips leven een nieuwe wending. Miss Havisham, een zonderlinge rijke dame die eenzaam in een kasteel vol spinnenwebben en vergane glorie woont, verzoekt hem iedere week langs te komen om te spelen. De reden hiervoor is de jongen niet meteen duidelijk, maar hij is niet geneigd nee te zeggen, omdat hij er het gezelschap heeft van de bevallige Estella. Zij is Miss Havishams geadopteerde dochter, een verwend nest met exemplarische manieren maar een brutale mond, schitterend vertolkt door de toen 17-jarige Jean Simmons. Het is niet verwonderlijk dat Pip halsoverkop valt voor de wondermooie Estella, iedere tienerjongen zou hetzelfde doen. De chemie tussen de twee jonge acteurs – Anthony Wager speelt Pip, en steelt zowat elke scène waarin hij opduikt – maakt dit tot het beste segment van de film. De schuchtere eerste verliefdheid wordt liefdevol in beeld gebracht door Lean, zonder pathos, maar met een ingetogen eerlijkheid. Wanneer Pip Huize Havisham na een jaar vaarwel moet zeggen – hij begint zijn jarenlange stage als smid – is het afscheid zowel bitterzoet als kil. Contrasten in emotie en karakter vormen overigens een rode draad doorheen de prent en zijn een van de redenen waarom hij nu nog steeds fascineert.
De hoofdmoot van
Great Expectations is echter Pips leven als twintiger, wanneer een onbekende weldoener hem naar Londen lokt om hem een bad in goede manieren te geven en de inclusie in de hogere klassen te ambiëren. Deze plot zal de drijfveer vormen voor de tweede helft van het scenario, waarin Pip de onverwachte identiteit van de mecenas achterhaalt, hij zijn jeugdliefde Estella weer tegen het lijf loopt en een gedurfde ontsnappingspoging op poten moet zetten. Met elk nieuw plotpunt toont David Lean zich een superieure verteller, een van de beste die het filmvak gekend heeft. Hij behoudt het overzicht over alle personages en verhaallijntjes, geeft genoeg detail aan iedere scène om de Dickensliefhebber tevreden te houden, maar vervreemdt daarmee allerminst het gewone publiek. Dat de tweede helft van
Great Expectations een fractie minder intrigeert dan de sequenties met Pip als tienerjongen, heeft vooral te maken met de casting van John Mills in de hoofdrol. De acteur was 38 tijdens de opnames, bijna dubbel zo oud als het personage dat hij moet spelen. Na een tijdje raak je hieraan gewoon, maar het blijft niettemin de enige smet op een voor het overige vlekkeloze productie.
De film kreeg vijf meer dan verdiende Oscarnominaties in 1947 (hij kwam een jaar later uit in Amerika dan in Groot-Brittannië). David Lean kon zijn nominatie – zijn tweede in evenveel jaar tijd – niet verzilveren, maar het stijlvolle, meeslepende werk dat hij leverde cementeerde zijn reputatie de meest beloftevolle Britse filmer sinds Hitchcock en het duo Powell-Pressburger. Ook het scenario moest de duimen leggen, hoewel het nog steeds geboekstaafd staat als wellicht de meest getrouwe en beste adaptatie van een boek, die de krachtige dialogen nagenoeg rechtstreeks overneemt, de plot tot zijn essentie herleidt en – daar waar veranderingen optreden – verbetert t.o.v. het bronmateriaal. Beste Film was helaas evenmin weggelegd voor
Great Expectations.
Twee nominaties kon de prent gelukkig wel verzilveren. In wat een absoluut topjaar was voor cinematografie – dit was hetzelfde jaar waarin Jack Cardiff een Oscar won voor de verbluffende kleurenfilm
Black Narcissus - kaapte Guy Greens zwart-witfotografie een gouden beeldje weg. David Leans mag dan de sfeer van de film uitgestippeld hebben, Green voert ze briljant uit en voegt er zijn eigen meesterschap aan toe. Samen met
The Third Man en
The Innocents is
Great Expectations dan ook een mijlpaal in zwart-witte cinematografie. De tweede verzilverde Academy Award was die voor art direction: John Bryan en Wilfred Shingleton definieerden immers eigenhandig wat we nu nog steeds visualiseren als we het begrip Dickensiaans oprakelen.
Naast de al eerder genoemde hoofdrolspelers, verdient ook de nevencast een speciale vermelding. Alec Guinness speelt zijn eerste filmrol van betekenis als Pips huisgenoot Herbert Pocket, een eersteklas dandy, maar ook een opperste beste vriend. Martita Hunt is gewoonweg uitmuntend als Miss Havisham, en maakt een gemeten afweging tussen de groeiende waanzin van het personage en haar excentrieke vrolijkheid. Valerie Hobson, die de volwassen Estella vertolkt, heeft de pech te moeten opboksen tegen de schoonheid en klasse van Jean Simmons als het jonge meisje. Maar eenmaal je als kijker die vergelijking van je af kan zetten, ontdek je een even genuanceerde en gefocuste performance. De eindeloze lijst acteurs die maar in een handvol scènes opduiken, verdienen allemaal een pluim voor hun prestaties. Van Freda Jackson als Pips opportunistische zus en pleegmoeder, over Hay Petries over the top vertolking van Pumblychook, tot Francis L. Sullivan als advocaat Jaggers, die de macabere gewoonte heeft de dodenmaskers van de dieven die hij niet van de galg kon redden aan zijn kantoormuur te spijkeren.
Het mag duidelijk zijn: weinig superlatieven zijn adequaat genoeg om te omschrijven hoe goed
Great Expectations is. Dit is het soort film die je bij iedere kijkbeurt weer in een amour folle met de zevende kunst stort. De prent vormt bovendien de definitieve bevestiging van David Lean als een uitzonderlijke regisseur. Na
The Bridge on the River Kwai zou de cineast zich te vaak verliezen in mooifilmerij, maar zijn voorgaande werk, zijn Britse periode, kenmerkt zich door storytelling van het hoogste niveau, met
Great Expectations als het absolute kroonjuweel. Twee jaar later zou Lean nog een Dickensverfilming maken,
Oliver Twist, die bijna de evenknie is van
Great Expectations, maar net niet even goed is. Hoe zou dat ook kunnen? Ik kan in 112 jaar cinema immers geen tien films opnoemen die Davdis Leans beste prent naar de kroon steken.
BEELD EN GELUID
Great Expectations is een briljante klassieker, maar hetzelfde kan niet gezegd worden van de beeldkwaliteit. De print is vuil, met regelmatige krassen en veel grain. Het contrast varieert van scène tot scène, met één constante: het is ondermaats. Zwartniveaus stellen ook teleur, en het gebrek aan scherpte is wraakroepend. Voeg daar nog een overdaad aan digitale artefacten aan toe en je hebt een transfer die gezien de status van de film enkel met schande bekeken kan worden. Het geluid is niet veel beter af. De dialogen zijn weliswaar goed verstaanbaar, maar de track klinkt meestal vrij schril. Achtergrondruis is bovendien constant aanwezig, en de mix tussen muziek en dialoog is niet altijd optimaal. Meest storende is echter een repetitieve knik in de geluidsband, die het laatste half uur van de prent verpest.
EXTRA’S
De enige extra’s zijn statische
Biografieën van Lean, Dickens, John Mills en Valerie Hobson.
CONCLUSIE
Great Expectations is een van de ultieme meesterwerken van de zevende kunst. David Lean brengt prachtig de Dickensiaanse wereld tot leven en sleurt je mee op een onvergetelijk rollercoasterritje. Met een subliem scenario, onvolprezen acteerprestaties en Oscarwinnende beelden en sets, is dit waarschijnlijk een van de tien beste films ooit gemaakt. Onvergeeflijk is bijgevolg de slechte beeld- en geluidskwaliteit van de dvd, evenals het ontbreken van extra’s.