LOU REED - BERLIN
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2008-08-10
MUZIEKCONCERT
In 1972 oogst de Amerikaanse gitarist en zanger Lou Reed commercieel succes met zijn album Transformer. De plaat bevat de hits Vicious, Perfect Day, Satellite of Love en het sensuele Walk On The Wild Side. Met dit door David Bowie geproducete glamrockalbum bereikt de artiest – na een vijfjarige carrière bij de legendarische Velvet Underground en een eerste geflopt soloalbum Lou Reed (1972) - niet minder dan de status van superster. De roem is evenwel van korte duur, want de opvolger Berlin wordt door de kritiek neergesabeld. Desondanks bereikt de plaat de Britse top-10. In Amerika komt ze niet verder dan de 98ste plaats. Zoals later zal blijken wordt Berlin geen commercieel succes, de fans - die een opvolger voor de glamrocker Transformer verwachtten, zijn teleurgesteld, want Berlin is een rockopera-achtig ensemble, een Brechtiaanse songcyclus, ongewoon heftig georchestreerd met strijkers, koperwerk, koorzang en de inbreng van beroepsmuzikanten, zonder veel elektrisch vuurwerk en Lou Reed heel vaak op de akoestische gitaar. Bovendien bevat het album nauwelijks hitparadegevoelig materiaal en wordt alleen Lady Day een bescheiden radiohitje. Teleurgesteld neemt de artiest afstand van Berlin en hij zal de composities van het album in de volgende jaren nog nauwelijks op z’n repertoire nemen. Maar uitstekende muziek is als goede wijn die rijpt met het verstrijken van de tijd: in de jaren tachtig en negentig groeit de interesse voor het enigmatische Reed-album en verwerft het cultstatus.
Precies 33 jaar na de oorspronkelijke release brengt Lou Reed een live-uitvoering van Berlin in St. Ann’s Warehouse in Brooklyn, New York. Zijn stadsgenoot, regisseur Julian Schnabel (o.a. Le Scaphandre et Le Papillon (2007) en Before Night Falls uit 2000) , staat vijf avonden na elkaar met zijn HD-camera’s klaar om het concert op video vast te leggen. Met de hulp van Steve Hunter (leadguitarist op Berlin), Fernando Saunders (synthesizer), Tony “Thunder” Smith (drums), Rupert Christie (keyboards), Rob Wasserman (basgitaar), Sharon Jones en Anthony Hegarty (van Anthony and The Johnsons) als achtergrondkoortje, een strijkkwartet en The Brooklyn Youth Chorus, brengt Lou Reed een doorleefde, intimistische en bovenal oersterke interpretatie van het meer dan dertig jaar oude songmateriaal over een jong stelletje dat ten ondergaat aan drugs en geweld. De arrangementen zijn in een eigentijds kleedje gestopt en Lou Reed brengt het materiaal met minder nadruk, meer parlando dan echt gezongen, maar zijn confrontatie met die oude geschiedenis over de onfortuinlijke ondergang van Caroline wier kinderen door de sociale dienst zijn weggehaald wegens drugs en huiselijk geweld, ze rijt oude wonden open en culmineert in het hallucinante Caroline Says II en het pakkende The Kids waarvoor de oorspronkelijke geluidsband met het huilende zoontje van muziekproducer Bob Ezrin (piano en mellotron op Berlin) onder de muziekscore is geschoven tijdens de live-uitvoering. Het resultaat is net zo teenkrommend en intriest als destijds en zelfs Lou Reed is duidelijk nog altijd onder de indruk van de bloedende polsen en het levenloze lichaam in een verpauperd West-Berlijns appartementje.
PLAYLIST
Berlin
Lady Day
Men Of Good Fortune
Caroline Says I
How Do You Think It Feels
Oh Jim
Caroline Says II
The Kids
The Bed
Sad Song
Bonustracks:
Candy Says
Sweet Jane
Rock Minuet
Berlin begint met een verjaardagsfeestje in een Duits cabaret in de buurt van de Muur, want die stond er uiteraard nog in 1972. De sfeer is losbandig en tranceachtig en de drank en de drugs missen hun uitwerking niet. De begeleidende kortfilmpjes, waarin de Française Emmanuelle Seiger de rol van Caroline voor haar rekening neemt, én de prachtige achtergrondprojectie in St. Ann’s Warehouse zijn van de hand van Schnabels dochter Lola en Alejandro Garmendia. Ze zijn anekdotisch, chaotisch en nerveus van stemming en atmosfeer, waardoor ze precies bij het songmateriaal passen. De groenachtige visuals achter de artiesten stralen een dromerige en vervolgens magische, haast poëtische sfeer uit. De strijkers en de kopersectie zijn perfect tussen het elektrisch geweld gemixt en ze blijven op de dvd beter overeind dan tijdens het liveconcert. Dat bleek overduidelijk tijdens de opvoering van Berlin in Vorst Nationaal in 2007: de strijkers werden systematisch weggespoeld door de elektrische decibels, hoewel de slechte akoestiek van Vorst daar wellicht medeschuldig aan is. Julian Schnabel weet waar hij de accenten behoort te leggen in Lou Reed’s Berlin en dus is er heel veel aandacht besteed aan de geluidsband, waardoor er een bevredigend evenwicht bereikt is tussen de stemmen en het elektrisch en akoestisch instrumentarium. Sharon Jones en Anthony kwijten zich uitstekend van hun taak als back up voor Lou Reed; het Brooklyn Youth Chorus is zoals de meeste jeugdkoren iets te braaf voor dit soort materiaal, maar dat is wellicht een kwestie van smaak. In de sporadisch ingelaste gitaarsolo’s treden Lou Reed en Steve Hunter tegen elkaar in het strijdperk voor een rondje ouderwets headbangen. Nu dat soort activiteiten opnieuw à la mode is, nemen we het de beide oude rakkers uiteraard niet kwalijk dat ze zich voor even onderdompelen in de nostalgie van de tijd van toen.
Schnabels camerawerk is schichtig, een beetje brutaal en nauwelijks opgesmukt, zeer direct en op elk moment in functie van de artiest en zijn muziek. Geen mooifilmerij dus, geen zwaarmoedig intellectueel geneuzel, geen peperdure split screens, maar een rechttoe rechtaan aanpak waarbij de liveregistratie en de kortfilmpjes elkaar afwisselen en aanvullen indien zinvol en nodig ter illustratie van Caroline’s tragische levensloop. Omdat de opnamen op verschillende avonden zijn gemaakt – het spreekt voor zich dat de beste uitvoeringen zijn overgehouden – zit er tussen de nummers een kort streepje zwart. Dat schaadt het eindproduct een heel klein beetje wegens het verlies van stemming en atmosfeer in de zaal. Anderzijds is St. Ann’s Warehouse duidelijk een vrij kleine locatie, want het applaus neemt nooit stadionafmetingen aan en dus maakt het weinig uit.
Nog even iets over de bonussectie. Berlin duurt op plaat en cd ongeveer vijftig minuten. De live-uitvoering komt op ruim zestig minuten uit dankzij de extra gitaarsolo’s. Net zoals in Vorst Nationaal is er geopteerd om een aantal extra nummers toe te voegen. Vicious, dat Reed wél in Brussel speelde, zit er niet bij en ook Walk On The Wild Side schittert door afwezigheid. In St. Ann’s Warehouse had de artiest evenwel een andere troef achter de hand, nl. de unieke stem van Anthony Hegarty. Hij brengt een breekbare kippenvelversie van Candy Says en hij laat Lou Reed het onderspit delven tijdens de samenzang, maar dat lijkt Reed nauwelijks te deren, want hij schenkt de jonge rijzende ster na afloop de brede welgemeende glimlach van de oude meester. Sweet Jane is één van die grote Reed-songs met een hoog torchgehalte (uit Sally Can’t Dance) en het minder bekende Rock Minuet uit zijn latere werk, is vintage Lou Reed: een waardige afsluiter voor een waardevol concert.
BEELD EN GELUID
Julian Schnabel maakt gebruik van handheld-camera’s. De kadrering is bijgevolg niet altijd perfect, soms passen de lenzen zich niet snel genoeg aan aan de snelle bewegingen van de artiesten en is er sprake van wazig, troebel beeld en soft focus. Daardoor laat Schnabel zich evenwel niet afschrikken, in tegendeel, hij voegt bewust een korrelige textuur toe, sepiatinten en verkleuring, waardoor ook de overgang tussen de liveregistratie en de kortfilmpjes van Lola en Alejandro nauwelijks opvalt. In combinatie met de fel groene achtergrond en het geelachtig licht op de bühne van St. Ann’s Warehouse leidt die aanpak tot een heel aparte stemming en sfeer, perfect op maat gesneden van Lou Reed’s Berlin. Het geluid is uitstekend van kwaliteit, waarbij de PCM stereoversie nauwelijks moet onderdoen voor de 5.1-track. Die laatste zorgt voor meer effect wanneer het achtergrondkoortje en het jeugdkoor aan zet zijn, maar bij een liveregistratie maakt het al bij al niet zoveel uit.
EXTRA'S
De dvd bevat geen noemenswaardige extra’s.
CONCLUSIE
Het conceptalbum Berlin verdraagt geen zonlicht en/of uitbundigheid, want de verhaalstof is droevig en de hoofdpersonages zijn gedoemd. Desondanks heeft de songcyclus al drie decennia een euforisch effect op de gewillige en eenzame luisteraar die zich aan Lou Reeds grimmige en monotone vertelstijl onderwerpt. In de live-uitvoering gaat de artiest nog een stapje verder, want ondanks de uitgebreide orkestratie en de veelheid van menselijke stemmen, kleedt hij de songs nog meer uit waardoor de tragiek en het menselijk leed duidelijker dan ooit aan de oppervlakte treden. De kortfilmpjes van Lola Schnabel en Garmendia zijn een zinvolle toevoeging en de vrij rauwe film- en montagestijl van Julian Schnabel zorgen voor de perfecte omlijsting qua stemming en atmosfeer. Schrik niet van de soms rudimentaire en aparte interpretaties, maar besef dat voor Lou Reed, net zoals voor Bob Dylan en Joni Mitchell, songs niet meer zijn dan een vormloze massa die bij elke nieuwe uitvoering andere contouren en een nieuwe inhoud krijgt.