Regie: Alfred Hitchcock
Met: Robert Donat, Madeleine Carroll,Lucie Mannheim, Godfrey Tearle, Peggy Ashcroft, John Laurie, Helen Haye, Frank Cellier
Toegegeven, Alfred Hitchcocks versie van The 39 Steps is de beste bewerking van de gelijknamige roman van de van oorsprong Schotse schrijver John Buchan (1987-1940) die ooit het witte doek bereikte, want noch Ralph Tomas (1959) en Don Sharp (1958) of James Hawe (2008) wisten beter te doen, terwijl vooral die laatste zich hield aan een scenario dat veel dichter tegen de roman aanleunt. Wie het boek heeft gelezen, die beseft evenwel dat Charles Bennetts scenario geen verbetering is t.o.v. de originele tekst, want ter wille van de actie heeft hij vooral in het eerste kwart van de film een aantal keuzes gemaakt die misschien anno 1935 nog acceptabel waren, maar die 80 jaar later niet alleen naïef zijn, maar die vooral niet meer kunnen wegens de overdreven mate van ongeloofwaardigheid en toevalligheid, zo bijv. het feit dat het hoofdpersonage tot tweemaal toe aan de politie weet te ontsnappen, terwijl hij minstens in 1 geval al met 1 hand in de boeien is geslagen. Dat een jonge vrouw in z’n appartement is vermoord, is één zaak, dat de daders hem aan de overkant van de straat onder een lantaarn gewoon staan op te wachten (waarom eigenlijk?) terwijl ze rustig een sigaret roken, het slaat nergens op, en dat ze precies weten dat hij de trein heeft genomen en in welke richting z’n tocht gaat nadat hij ze op een zeer efficiënte manier heeft afgeschut door de kleren van de melkboer aan te trekken bij het verlaten van z’n hotel, tja, ze hebben schijnbaar een glazen bol. Hoe de nieuwsmedia aan een foto van de hoofdfiguur komen voor hun bericht over de moord is ook verrassend, want hij is als Canadees burger toevallig en zeer kort in Londen en uit niets blijkt dat hij de moeite heeft gedaan om zich te laten fotograferen (wat toen beslist niet zo eenvoudig was als vandaag met kiosken in elk treinstation en in elke overdekte wandelgalerij), laat staan dat er zoiets als een (inter)nationaal fotoarchief bestond waaruit men kon putten. Enfin, om u maar te verwittigen dat het aantal plotgaten aanzienlijk is.
Als The 39 Steps belangrijk is, dan is dat vooral om andere redenen, zoals bijv. het feit dat Hitchcock voor het eerst het verkeerdemanprincipe toepast, z’n hoofdpersonage Hannay wordt er nl. ten onrechte van beschuldigd de moord op contraspionageagente Smith te hebben gepleegd en belangrijker dan de initiële spionageplot is het verhaal over hoe hij alles in het werk stelt om onder de beschuldiging uit te komen, waarbij hij en route toevallig – als een James Bond avant la lettre - het pad kruist van drie zeer aantrekkelijke vrouwen, met nogal wat seksuele insinuaties vanwege de regisseur tot gevolg, vooral i.v.m. de mooie blondine die hij halfweg de film in de trein van zeer nabij leert kennen, aan wie hij het laatste kwart van de film vastgeketend zit én met wie hij het bed moet delen… Als je de aanvankelijke plotgaten even vergeet, dan wordt The 39 Steps gaandeweg toch nog spannend én grappig, zij het dat dat ten koste gaat van een aantal Schotse rechercheurs en minstens één commissaris, die als erg dom worden afgeschilderd of die minstens corrupte genoeg zijn om zich als zodanig voor te doen. Het is bovendien typisch Hitchcock om de actie in het theater te laten beginnen (met een revolverschot) en ze in gelijksoortige omstandigheden te laten eindigen (opnieuw met een revolverschot) in het Londense Palladium.
Ook technisch is The 39 Steps een verrassing, want alle latere Hitchcock-trucjes zitten erin verwerkt, zoals de brede panoramische opnamen van het Schotse hoogland, de vogelperspectiefopname van een dal en een villa waar Hannay naartoe wil om aan z’n achtervolgers te ontspannen en de adembenemende opname van Hannay achter een brugpeiler boven een rivier nadat diezelfde heren de noodstopknop van de trein hebben ingedrukt. Meesterlijk is de scène waarin het hoofdpersonage na de dood van agente Smith zich uit de voeten maakt en de trein naar Schotland neemt, terwijl ondertussen de werkster in het hotelletje het lijk ontdekt, een fragment dat in de treinscène is gemonteerd onder het geluid van de stoomfluit als de machine op volle snelheid richting noorden spoort. Het gevolg is een snelle voortgang die de algemene indruk ten goede komt, want op die manier voorkomt de regisseur dat de toeschouwer te veel gaat nadenken en de plotgaten te gauw opvallen.
Wat kunnen we over de acteerprestaties zeggen? Minstens dat ze veel natuurlijker zijn dan wat op datzelfde moment op het Europese continent voor ongedwongen en ongekunsteld doorging, waarmee Alfred Hitchcock al helemaal volgens Amerikaanse concepten werkt, maar dat wekt wellicht geen verbazing, want Europese films zal hij in Londen anno 1935 veel minder onder ogen hebben gekregen. Robert Donat (Goodbye, Mr. Chips, 1939) kruipt in de huid van de Canadese onderdaan Hannay en hij heeft er geen enkele moeite mee om de kijker op z’n hand te krijgen, want uiteraard is Hannay onschuldig en hebben we met hem te doen, maar bovendien is hij aantrekkelijk en gedraagt hij zich in het gezelschap van dames altijd als een gentleman. De in Berlijn geboren Lucie Mannheim (Miss Smith) en de uit Sussex, Engeland, afkomstige actrice Peggy Ashcroft (A Passage To India, 1984) in de rol van de pachtervrouw, komen te kort in beeld om indruk te maken, maar hun acteerprestaties zijn altijd onbevangen en naturel, wat overigens ook geldt voor Madeleine Carroll als de aanvankelijk vrij stijve blondine Pamela, die in de slotfase op Hannay verliefd wordt.