Regie: Susanna White
Met: Benedict Cumberbatch, Rebecca Hall, Roger Allam, Adelaide Clemens, Rupert Everett, Miranda Richardson, Sasha Waddell
Parade’s End is gebaseerd op vier boeken van de Engelse schrijver Ford Madox Ford die zich voor de verhaalstof op z’n eigen ervaringen als Engels officier aan het Frans-Belgische front tijdens WOI baseerde. De gerenommeerde Engelse scenarist Tom Stoppard schreef het scenario en regisseur Susanna White tekende voor de regie. Voor de BBC gaat het om een prestigeproject dat een antwoord moet bieden op Downton Abbey (ondertussen in z’n vierde seizoen) waarvoor samengewerkt wordt met het Amerikaanse HBO en met onze eigen VRT en waarvoor de Vlaming Dirk Brossé de muziek heeft geschreven. De vijfdelige serie Parade’s End kreeg in de Engelse pers lovende kritieken en de recensent van The Guardian noemde Tom Stoppards huzarenstukje zonder meer perfect. Het Downton Abbey voor intellectuelen zoals de serie ook is genoemd, is niet toevallig een kwalitatieve beoordeling vanuit de laatste West-Europese klassenmaatschappij, alsof hoogopgeleiden, hoogbegaafden of mensen met een goedbetaald baantje na een zware dagtaak niet af en toe net zoals wij allemaal behoefte zouden hebben aan een portie onbevangen verstrooiing. Het is niet meer dan een goedkope vorm van namedropping, want heeft er ooit iemand beweerd dat Mad Men of The Wire series voor intellectuelen zijn?
Het werk van Ford Maddox Ford is trouwens vrij hermetisch. Hij kwam niet ongeschonden uit de Eerste Wereldoorlog en leed – net zoals z’n hoofdpersonage in Parade’s End - aan de psychische aandoening shellshock die gevoels- en bewegingsstoornissen veroorzaakt (slapeloosheid, hallucinaties, angstaanvallen, etc). Tom Stoppard heeft zich bij het schrijven van z’n scenario aan de essentie van Fords romans gehouden, maar hij is creatief te werk gegaan om een miniserie tevoorschijn te toveren die een hedendaags publiek kan boeien. Qua look en thema zijn er uiteraard heel veel overeenkomsten met Downton Abbey, maar waar in Parade’s End voornamelijk op drie hoofdpersonages en een liefdesaffaire ingezoomd wordt, biedt Downton Abbey een veel bredere kijk op de maatschappelijke en sociale omstandigheden van toen via tal van ruim gesitueerde en uitvoerig gekarakteriseerde nevenpersonages. Dat de makers daarvoor tot nog toe 23 afleveringen en 2 kerstspecials ter beschikking hadden is uiteraard een voordeel, maar toneelschrijver/scenarist Tom Stoppard is ondanks z’n grote faam en op een enkele uitzondering na nooit bijzonder sterk geweest in het karakteriseren van z’n personages. Zo kon hij wat ons betreft niet overtuigen in Empire Of The Sun (1987), noch in Enigma (2001) en al helemaal niet in het recente Anna Karenina (2012).
Regisseur Susanna White (Jane Eyre, 2006) krijgt de zware taak om van Parade’s End een aantrekkelijk miniserie te maken en dat doet ze ook, zij het dat de emotionele impact altijd beperkt is, wat uiteraard mede het gevolg is van het milieu waarin de actie gesitueerd wordt, want de Engelse aristocratie van vóór de Eerst Wereldoorlog zat gevangen in een keurslijf van stijve conventies en verstarde gedragsregels (de parade uit de titel) en vooral op het vlak van emoties en seksualiteit was het een bolwerk van conservatisme, puritanisme en vooral hypocrisie, want onder het dunne laagje voornaamheid en pronkerigheid ging een wereld van overspel en bedrog schuil. De jonge suffragette en vredesactiviste Valentine Wannop is het symbool van de nieuwe tijd, want de oorlog laat het establishment en het maatschappelijk bestel op hun grondvesten daveren. Vrouwen krijgen een belangrijke rol in het garanderen van de continuïteit terwijl de mannen aan de andere kant van het Kanaal vechten en dus eisen ze stemrecht, maar bovendien groeit het besef dat het beter is om geen plannen te maken en te leven bij de dag. Sylvia is het type vrouw dat consequent voor die ingesteldheid kiest en zij heeft er dan ook geen probleem mee om met mannen te flirten en ze trekt zich niks aan van de roddel als ze een keertje vreemd gaat. Susanna White stopt suffragette Valentine Wannop in eenvoudige kleren en geeft haar een jongensachtige look waardoor ze perfect contrasteert met de mondaine, maar daarom niet minder vrijgevochten Sylvia Tietjens. Twee sterke figuren dingen m.a.w naar de gunst van Christopher Tietjens, de wat stijve dertiger die z’n gevoelens meestal onder controle heeft en die er wat Sylvia betreft niet in slaagt om haar gevoelens te doorgronden. Het komt niet bij hem op dat zij haar misstap uit het verleden misschien betreurt en dus houdt hij afstand, wat haar razend maakt, maar wat haar tegelijk in Christopher aantrekt. De jonge en eenvoudige Wannop lijkt op het eerste gezicht niet echt een partij voor de aristocratische Tietjens, maar haar ongecompliceerdheid en haast kinderlijke eerlijkheid trekken zijn aandacht en haar bijna simplistische argumenten tegen de oorlog en voor de vrede zetten hem aan het denken.
Susanne White sluit de jongste van de aristocratische Tietjens een hele miniserie lang in zichzelf op. Ruimte voor emotie is er nauwelijks en Benedict Cumberbath (Atonement, 2007; Tinker Tailor Soldier Spy, 2011) heeft niet veel meer dan z’n handen en z’n gelaatstrekken om de innerlijke strijd van z’n personage zichtbaar te maken. Een beetje een ondankbare positie waarin hij wordt geplaatst, maar hij maakt er het beste van en brengt de opdracht tot een goed einde. Stephen Graham, u wel bekend als Al Capone uit Boardwalk Empire (2010-2011), neemt de rol van Tietjens goede vriend en dichter Vincent Macmaster voor z’n rekening, een personage dat wordt geïntroduceerd om de kijker via hun onderlinge gesprekken kennis te laten maken met Christopher Tietjens. Als Macmaster hem om een lening vraagt, schrijft Tietjens een cheque uit, want lenen dat doet hij niet. Macmaster groeit uit tot een bekend dichter en wordt geridderd, maar in aflevering 3 wordt hij naar de achtergrond gedrukt om vervolgens uit het verhaal te verdwijnen en dan weer plots op te duiken op het einde van aflevering 5 in een scène waarin z’n vrouw, Mrs Duchemin, hem op het hart drukt Tietjens te mijden want misschien wil die z’n eertijds geleende geld wel terug. Er ontbreekt hier duidelijk wat of wij hebben wat gemist (nee, tijdens de plaspauzes hebben we het beeld echt wel even stilgezet), maar door de bokkensprongen die in het scenario soms gemaakt worden, zal dat niemand verbazen.
We schrijven het niet met zo veel woorden, maar de acteerprestaties zijn uitstekend, met Rebecca Hall (Vicky Cristina Barcelona, 2008) in pool position, want het personage Sylvia is lief en vriendelijk, andere keren venijnig, sarcastisch en heel vaak zelfs gewoon grappig, wat heel veel mogelijkheden biedt. Hall weet precies de juiste toon op het juiste moment te vatten om het karakter perfect neer te zetten. De jonge Australische actrice Adelaide Clemens (The Great Gatsby, 2013) heeft een veel eenvoudigere opdracht, want het personage Valentine Wannop is eigenlijk niet veel meer dan een vroegrijp schoolmeisje dat verliefd wordt op een oudere man met wie ze qua opvoeding en milieu weinig gemeen heeft. Het blijft de hele miniserie lang een beetje onduidelijk wat ze in de stijve, zwijgzame en weinig romantische Tietjens ziet. Opvallende prestaties leveren voorts ook nog Miranda Richardson (World Without End, 2012), in een kleine, maar niet te min interessante rol als Valentine’s moeder en schrijfster Mrs. Wannop en Janet McTeer (Albert Nobbs, 2011) als Mrs. Satterthwaite, Christopher Tietjens’ moeder. In kleine bijrollen herkent u beslist ook Leslie de Gruyter (Thuis, 2012-2013), Pierre Van Heddegem (Vermist, 2012), Lyne Renee (Kinderen Van Dewindt, 2005) en Jurgen Delnaet (Code 37, 2012). Over het production design ten slotte kunnen we kort zijn: heel erg mooi en realistisch waardoor de periode kort voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog helemaal herleeft. De make-up, de kapsels, de toiletten van de dames en de aankleding van diverse kamers en grote ruimtes, het is allemaal tot in de puntjes verzorgd.