BREWSTER'S MILLIONS
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2002-06-08
FILM
Voor derderangs-honkbalster Monty Brewster (Richard Pryor) gaat het leven duidelijk in derde bergaf: hij en zijn mottige maat Spike Nolan (John Candy) zijn te oud geworden voor de sport, en na een knokpartij belanden de twee voor de zoveelste keer in de gevangenis. Een hen onbekende privé-detective, J.B. Donaldo (Joe Grifasi) betaalt echter hun borgsom in opdracht van een advocatenkantoor, Granville & Baxter. Die zijn belast met het uit de voeten doen van de erfenis van Rupert Horn (Hume Cronyn). Oliemagnaat Horn laat zijn neef Brewster, van wie hij geen hoge dunk heeft, de keuze: ofwel neemt Brewster een miljoen dollar aan, no questions asked; ofwel gaat Brewster voor de volledige som van 300 miljoen dollar, maar dan moet hij bewijzen dat hij met geld kan omgaan. Hiervoor moet hij één tiende, 30 miljoen dollar, op één maand tijd opmaken, en er niets aan overhouden, in het bijzonder geen eigendom. Ook is het percentage wat hij mag weggeven beperkt, mag hij geen waardevolle bezittingen vernielen, en vooral, niemand van zijn vrienden mag weten wat er werkelijk aan de hand is. Als hij zich niet aan de voorwaarden houdt, of het geld niet op kan maken, gaat het leeuwendeel naar het advocatenkantoor. Het kantoor heeft Angela Drake (Lonette McKee) aangesteld om de rekeningen tot op de laatste cent bij te houden. Brewster begint als een gek met geld te smijten, niets is hem te exuberant. Wanneer Granville en Baxter beginnen te vrezen dat Brewster gaat slagen in zijn opzet, bieden ze aan één van hun ondergeschikten, Warren Cox (Stephen Collins), de verloofde van Angela, het vennootschap aan in het kantoor als hij een klein foutje in de boekhouding kan veroorzaken, waardoor de erfenis vervalt. En Brewster ondervindt intussen dat héél veel geld spenderen niet zo gemakkelijk is als het wel lijkt.
Brewster's Millions is reeds de vijfde verfilming van het boek van George Barr McCutcheon, na vier vooroorlogse (!) versies daterend tussen 1914 en 1945. De verhaallijn is natuurlijk wat aangepast; in een vorige versie mocht Brewster bijvoorbeeld als extra voorwaarde niet huwen, en was het geheel eerder vaudevillesk van opzet. Niet dat deze film minder burlesk zou zijn, maar het blijft toch een aardige jaren '80-komedie, met zeker in vergelijking met Amerikaanse comedy's van de laatste jaren opvallend weinig - zeg maar geen - aanstootgevend materiaal. Regisseur Walter Hill is nu ook niet dadelijk een naam waarvan je overstag gaat, alhoewel hij mee het script heeft geschreven van de eerste drie Alien-films, toch een radicaal ander genre, ook regisseur was voor de beide 48 Hours-films, en zijn recentste exploot de SF-film Supernova was, onder het pseudoniem Thomas Lee. Maar wat een verademing is in vergelijking met pakweg Farrelly-brothers of Tom Green-achtig materiaal, wat tegenwoordig voor de top van het Amerikaanse amusement moet doorgaan. Richard Pryor en wijlen John Candy zijn nu niet bepaald top-publiekstrekkers, maar voor deze film meer dan adequaat genoeg. Vanaf het moment dat Monty Brewster geld begint te verbrassen houdt de film een aardig tempo aan, en elke keer wanneer je denkt dat je over de top bent, vindt hij alweer een ingenieuze manier om honderdduizenden dollars ineens over de balk te smijten zonder er wat aan over te houden. Het idee zelf natuurlijk spreekt iedereen wel aan, eens ongestraft hopen geld erdoor sluizen, en alhoewel je in films als deze geen diepgaande karakterschetsen moet verwachten, zetten de acteurs hun rollen toch met voldoende empathie neer. Voor wie deze film in de jaren '80 zag een mooi stukje nostalgie, want zo'n films maken ze niet meer. Denk maar aan films als Ferris Bueller's Day Off, Catholic Boys of Some Kind Of Wonderful. Snif.
BEELD EN GELUID
En dan nu de reden waarom je deze film voor bijna geen geld in de afprijsbakken kan terugvinden: de transfer is op zijn zachtst gezegd crappy. Alhoewel het met de beeldkwaliteit nog wel meevalt: er zitten niet echt fouten in - behoudens wat aliasing in bijvoorbeeld de roosters van de limousines - en zoals alle films die vijftien jaar in de vergeethoek hebben gelegen, zijn de kleuren afgebleekt. Wat wij denken over widescreen-films die in pan & scan op DVD worden uitgebracht (ja ja, het is weer eens zover), is intussen genoegzaam bekend; waardoor we onmogelijk een voldoende kunnen geven op het beeld. De Engelse 2.0-track is er ook maar opgezet vanop een source waar we liever niet naar raden, want sommige dialogen klinken alsof ze van de andere kant van een tunnel komen, en het volume dient alle vijf minuten aan de situatie te worden aangepast. Een voorbeeldje: de scènes in het honkbalstadion, waarin Brewster's team de New York Mets partij geeft, klinkt alsof die in de kelders van een parochiezaaltje is opgenomen. Samengevat overstijgt de technische kwaliteit van een DVD deze van een videoband niet, behalve dan dat die niet verslechtert door de tijd. Alhoewel, je weet maar nooit. De tecnhische kwaliteit is zelfs zo schabouwelijk dat het ons niet gelukt is om screenshots te nemen, of om deze DVD af te spelen op onze PC. Nog vermeldenswaardig is de leuke soundtrack van Ry Cooder, ook al iets dat je, zeker op een comedy vandaag die blijkbaar moet fungeren als showcase voor de laatste nieuwe MTV-hits, niet meer terugvindt.
EXTRA'S
Deze DVD bevat één trailer. Zelfs de openingcredits met de zevenendertig copyright-notices duren langer.
CONCLUSIE
Deze brave familiekomedie, zonder franjes wordt gepresenteerd op een in het beste geval matige DVD. We verwachten zoiets bij kleinere filmmaatschappijen, maar dit is Universal, U weet wel, dezelfde maatschappij als Se7en! Hopelijk zal de Back to the Future-trilogie, overigens uit hetzelfde tijdperk, technisch beter afgewerkt zijn.