Regie: Colm McCarthy
Met: Cillian Murphy, Sam Neill, Paul Anderson, Helen McCrory, Joe Cole, Sophie Rundle, Annabelle Wallis, Aimee-Ffion Edwards, Tom Hardy
Maar om via Camden Town naar Poplar te mogen varen, heeft Tommy Shelby een vergunning nodig en hij wendt zich tot Winston Churchill om die te krijgen (hij is niet voor niets bezitter van twee oorlogsdecoraties). Uiteraard weten ze in Londen wie Tommy Shelby is en waartoe hij in staat is, en daar maakt men handig gebruik van om hem een paar geheime voorwaarden op te leggen die verband houden met de strijd tegen het IRA, dat zeer actief is in Engeland en aanstuurt op onafhankelijk van Ierland. Inspecteur Chester Campbell, die maar al te graag de Peaky Blinders zou opruimen, is Churchills contactman in Birmingham, en hij moet erop toezien dat Tom Shelby z’n afspraken nakomt. Maar Campbell heeft ook een eigen agenda – sinds Grace, het voormalige liefje van Shelby, hem in het been schoot na een geval van ongewenste intimiteiten, en daarna naar New York verdween.
De Peaky Blinders slagen erin om in Londen een plaatsje te veroveren naast Salomons en z’n Italiaanse rivaal Sabini, maar als z’n macht te groot wordt, besluiten de twee kemphanen samen te spannen om Tom Shelby een lesje te leren en terug te drijven naar Birmingham. Dat ze in Londen de politie op hun hand hebben, is uiteraard een troefkaart, maar die heeft Tom Shelby ook, want er zijn de garanties van Churchill, en diens waakhond inspecteur Chester Campbell mag dan gezworen hebben om de leider van de Peaky Blinders ten val te zullen brengen, uiteindelijk is hij ook een Ier en Ieren zijn onder de gegeven omstandigheden altijd een beetje verdacht en niet helemaal te vertrouwen. Het spel wordt m.a.w. vanuit Londen gedirigeerd en daar houden sommige partijen te weinig rekening mee…
Peaky Blinders zou je met een beetje goede wil het Engelse alternatief voor Boardwalk Empire kunnen noemen. Cillian Murphy (The Wind That Shakes The Barley, 2006) is uiteraard geen Steve Buscemi, maar in dit tweede seizoen heeft de Britse acteur z’n rol als Thomas Shelby perfect onder controle en naargelang de afleveringen opschieten, groeit de kleine crimineel uit Birmingham uit tot een gevaarlijke medespeler in het Londense onderwereldje. Dat de makers ervoor kiezen om hem op verschillende niveaus te karakteriseren (maffiabaas, pater familias, minnaar) leidt tot het genuanceerd portret van een man die makkelijk z’n revolver gebruikt, maar die ook bezorgd is om de mensen in z’n directe omgeving en die op emotioneel niveau af te rekenen heeft met tegenstrijdige gevoelens, want z’n ex-liefje Grace verschijnt weer op het toneel, maar ook May Carleton, rijk en aantrekkelijk én goed in het trainen van paarden, kan op z’n interesse rekenen.
Sam Neill (Angel, 2007; The President’s Mistress, 2004) neemt de rol van inspecteur Chester Campbell voor zijn rekening, een man die voor de Britse geheime dienst werkt en die er niet voor terugdeinst om van twee walletjes te eten en ook de belangen van de Ierse opstandelingen te dienen. Hij fungeert als een soort wraakengel in de serie, maar omdat hij het spel al even vuil speelt als de mannen die hij bestrijdt, kan je hem als kijker nooit als de legitieme vertegenwoordiger van de wet zien. Campbell is een crimineel met een officiële functie en daarmee komt hij alleen weg zolang hij het vertrouwen geniet van zijn broodheer Winston Churchill. De toevoeging van het karakter Campbell aan de serie is een uitstekende keuze en Sam Neill speelt de rol alsof die voor hem was geschreven.
Uitstekende prestaties zijn er ook van Paul Anderson (The Great Train Robbery, 2013) als Arthur Shelby, de man die een oorlogstrauma heeft overgehouden aan z’n verblijf in Frankrijk tijdens WOI en die alleen met cocaïne z’n donkere aard onder controle kan houden, van Helen McCrory (The Queen, 2006) als tante Polly, die in serie 2 haar zoon terugkrijgt die ze vele jaren eerder voor adoptie heeft moeten afstaan, en die door inspecteur Campbell wel heel erg in de hoek wordt gedreven als de jongen in de gevangenis terechtkomt. Maar Polly heeft voor hetere vuren gestaan en dus bijt ze van zich af, want aan de Peaky Blinders laat ze niet raken, ook al keurt ze de criminele activiteiten van haar neefje Thomas Shelby niet goed. En net zoals in het eerste seizoen is Annabelle Wallis (The Tudors, 2010) als Grace Burgess de mooiste vrouw op de set, al krijgt ze in dit seizoen wel heel erg veel concurrentie van May Carleton, gespeeld door de aantrekkelijke Charlotte Riley (World Without End, 2012).
De acteerprestaties mogen dan al aantrekkelijk en doorleefd zijn, Peaky Blinders heeft nog een andere troef, nl. het production design. Wie ooit in het hedendaagse Camden Town is geweest, zal beslist de tegenwoordig ingepakte spoorwegbrug herkennen op het punt waar Chalk Farm Road in Camden High Street overgaat, met de oude fabrieksgebouwen die zijn omgetoverd in trendy winkeltjes met snuisterijen een tweedehandse spullen. In Peaky Blinders zie je hoe het er honderd jaar geleden uitzag op die plek: de verroeste metalen spoorwegbrug met aan de ene kant de vuurspuwende staalfabriek en aan de overzijde de opslagplaatsen waar o.a. de illegale whisky wordt bewaard, en verderop de rivier met een oneindige stroom van vrachtboten die naast en door elkaar manoeuvreerden in de richting van de drukke aanlegsteigers. En ook in Londen krijg je een unieke uitzicht, want Poplar - nu een residentiële en dure wijk - was toen een drukke volksbuurt in de bocht van de Theems, een stadhaven waar de rivierboten uit Camden Town aanlegden en waar de goederen in hoge pakhuizen werden opgeslagen. Als je er nu op het splinternieuwe perron van de Londen Underground staat, heb je er geen idee van hoe druk, benauwend en lawaaierig het er ooit is geweest.