Regie: Jessica Hausner
Met: Sylvie Testud, Léa Seydoux, Bruno Todeschini, Elina Löwensohn, Gilette Barbier, Gerhard Liebmann, Linde Prelog, Heidi Baratta, Hubert Kramar
Kuno, één van de mannelijke begeleiders, een dertiger met ravenzwarte haren en een aantrekkelijk voorkomen, wordt door Christine herkend als een medereiziger op een eerdere reis naar Rome en tot spijt van haar jonge begeleidster heeft hij in de loop van de daaropvolgende dagen meer aandacht voor de gehandicapte die aan haar zorg is toevertrouwd dan voor haar. Christine geniet van de aandacht van een aantrekkelijke man, maar aangezien haar beperkte mogelijkheden maakt ze zich geen illusies. Ze concentreert zich op de vroomheid van haar omgeving en ondergaat de unieke en wat bedompte sfeer van de plek en het moment. En dan, na een nieuwe gebedsronde met handoplegging kan ze haar handen weer een beetje bewegen en ’s nachts hoort ze een stem die haar aanmaant om op te staan en dat doet ze ook, waarbij ze voorzichtig naar de badkamer loopt en zich voor het eerst in vele jaren het haar kamt en zich even later aankleedt voor de tocht naar de ontbijttafel. Ze is het gespreksonderwerp van de dag en ook op het bedevaartterrein wordt ze met blikken van ongeloof nagekeken: een wonder is geschied! Waarom zij?, vragen een paar oudere dametjes zich af, waarom die nors kijkende mijnheer Hrudy niet? Waarom heeft God hún eczeem niet eerder genezen?
Voor de vrijzinnigen en ongelovigen onder u: in 1858 verscheen Maria, de moeder van Jezus, een aantal keren aan het herderinnetje Bernadette Soubirous. Haar omgeving reageerde aanvankelijk met ongeloof, maar toen de veertienjarige beweerde dat de H. Maagd zich als de onbevlekte ontvangenis tot haar had gericht, was het de plaatselijke pastoor die vreemd opkeek. Die status van Maria was pas in 1854 door paus Pius IX als een dogma afgekondigd en dat kon de ongeletterde Bernadette Soubirous niet weten. Vanaf dat moment kwam er een stroom van bedevaarders op gang en de teller staat momenteel ruim boven de 200 miljoen, waardoor Lourdes in de voorbije 150 jaar is uitgegroeid tot dé plek in Europa waar mirakels gebeuren. Verrassend is dan ook het feit dat slechts 67 genezingen in al die tijd voor Rome zijn erkend als een onverklaarbare gebeurtenis, dus als een wonder. Verwaarloosbaar, zal een buitenstaander zeggen, maar voor wie gelovig is, zijn precies die 67 gevallen het bewijs voor het bestaan en de goedheid van God.
Is er in het geval van MS-patiënt Christine sprake van een mirakel? Regisseur Jessica Hausner laat het uiteindelijk in het midden, maar dat de jonge vrouw haar rolstoel aan de kant laat en zich – zij het een beetje onhandig met een wandelstok – op een normale manier kan bewegen en zonder hulp van een ijsje kan genieten op een terrasje, het maakt haar duidelijk gelukkig. Ligt het aan het zgn. geneeskrachtige water uit de grot?, aan de sfeer die de plek uitstraalt of aan het feit dat een eenzame gehandicapte aandacht krijgt en zich voor een paar dagen een normaal wezen voelt in het gezelschap van mensen die hetzelfde zoeken, nl. genezing? Voor de priester die de groep begeleidt gaat het in de eerste plaats om zielenheil, maar het is gauw duidelijk dat de meeste zieken en gehandicapten vooral een verbetering van hun fysieke conditie voor ogen hebben. Dat ze daartoe religieuze middeltjes en symbolen gebruiken is niet meer dan menselijk, want met zielenheil alleen koop je niet veel in alledaagse situaties. Regisseur Jessica Hausner neemt overigens geen standpunt in en Lourdes kan je dan ook niet religieus of antireligieus noemen, eerder een afstandelijk portret van een geheimzinnig en schijnbaar onverklaarbaar fenomeen.