Regie: Kelly Reichardt
Met: Michelle Williams, Bruce Greenwood, Will Patton, Zoe Kazan, Paul Dano, Shirley Henderson, Neal Huff, Tommy Nelson, Rod Rondeaux
Bij het licht van hun lantaarn komen de mannen niet tot een besluit: zullen ze Meek gewoon ophangen of gunnen ze hem nog een kans? Maar gezien hun precaire situatie hebben ze weinig keus: Meek blijft hun gids, al zal hij een toontje lager zingen nadat de jonge Emely Tetherow hem waardeloosheid heeft verweten. De dag nadien ziet ze aan de einder een schaars geklede man op een paard. De volgende ochtend loopt ze tegen hem aan tijdens het sprokkelen van hout. Ze schrikt zich een aap en Meek trekt er met Mr. Tetherow op uit om de indiaan te vangen. Die blijkt niets gemeen te hebben met de indianen die we kennen uit de westerns met John Wayne in de hoofdrol – maar dat kan Emily anno 1845 uiteraard niet weten - want de man in kwestie is niet beschilderd, draagt geen oorlogsveren en is qua gedrag eerder stil, terughoudend en vooral zwijgzaam. Meek wil hem uiteraard meteen afmaken, want hij heeft een oneindige verzameling anekdotes over de wreedheden waartoe indianen in staat zijn, vooral als het blanke vrouwen betreft, maar hij krijgt tegenwind van Emily Tetherow die niet wil dat de vreemdeling een haar wordt gekrenkt. De indiaan trekt een paar dagen met de caravan op en als hij na een incident met een huifkar op een steile helling opnieuw in de revolver van Stephen Meek kijkt, staat Emilys besluit vast: alleen de indiaan kan hun redden, want ook hij heeft vocht nodig om te overleven en dus leidt hij hen met aan waarschijnlijkheid grenzende zekerheid naar water…
Regisseur Kelly Reichardts maakt van Meek’s Cutoff geen heldenepos zoals we ooit te zien kregen in Hollywoodfilms. Niet de indianen zijn het grote probleem op de bare tocht naar het onbekende, maar het landschap, die uitgestrekte en lege horizon waar ontbering en uitputting op de loer liggen en waar water zeldzamer is dan goud. Als kijker verwacht je dan een panoramische opnamen waarin de natuur tot z’n recht komt, maar Reichardt doet net het tegenovergestelde, ze kiest voor een 1.33:1-beeldformaat en daarin sluit ze haar twijfelende en zwoegende personages op met fragiele huifkarren die nauwelijks opgewassen zijn tegen de ruwheid van het terrein. De vrouwen dragen geen fijne japonnen en nette kapjes, maar kappen die een lange schaduw op hun gezichten werpen waardoor ze grotendeels onzichtbaar zijn. Hetzelfde doet de regisseur met de mannen, want bijv. Stephen Meek zit achter een wilde baard waardoor z’n gevoelens nooit zichtbaar zijn.
Reichardt wil ons vooral een beeld schetsen van de gevaarlijke onderneming, die veel minder heldhaftig was dan romans en films ons willen laten geloven, en die heel veel levens kostte, door ongelukken, ziekte en ontbering. In Meek’s Cutoff ligt de nadruk m.a.w. op de manier waarop de onfortuinlijke pioniers hun tocht ervaren en maar in geringe mate op het verhaal over hun tocht. Van actie is er dan ook nauwelijks sprake – tenzij die ene keer tijdens een steile afdaling met faliekante gevolgen – en van karakteruitdieping is er amper sprake, behalve in het geval van de jonge Emily Thetherow, want die zal de tocht in een beslissende fase sturen. Michelle Williams is dan ook zo goed als het enige personage dat er echt toe doet in Meek’s Cutoff, want de rest van de cast maakt nauwelijks het verschil.