Regie: Gianni Amelio
Met: Enrico Lo Verso, Valentina Scalici, Guiseppe Ieracitano
Carabiniere Antonio krijgt van zijn baas de opdracht om Rosetta en haar astmatische broertje naar een weeshuis te brengen in de buurt van Rome, maar de zusters weigeren om beide kinderen op te nemen wegens Rosetta’s achtergrond. Dus zet Antonio koers naar een weeshuis op Sicilië, want daar komt de familie van Rosetta en Luciano oorspronkelijk vandaan. Het wordt een moeilijke reis, want Rosetta is nukkig en eigenzinnig en Luciano krijgt al op de tweede dag een astma-aanval waardoor het drietal de trein mist en zich in een hotel moet terugtrekken opdat de kleine jongen zou kunnen opknappen. Om problemen te vermijden besluit Antonio om het reisplan aan te passen en via zijn familie in Zuid-Italië te reizen, maar als hij nadien in Palermo een tasjesdief bij de kraag vat en hem bij de politie aflevert, komt hij zelf in de problemen en riskeert hij z’n baantje te verliezen: hij wordt beschuldigd van ontvoering, want hij heeft Rosetta en Luciano niet op de voorziene dag in het weeshuis afgeleverd…
Regisseur Gianni Amelio maakt van Il Ladro de Bambini een roadmovie tussen Milaan en een weeshuis in Sicilië, waardoor hij de mogelijkheid heeft om de toenadering tussen Antonio en de beide kinderen uitgebreid uit te werken. Zijn aanpak neigt naar sociaal-realisme – wat het uitgangspunt van z’n scenario betreft, nl. de prostitutie van een minderjarige om sociale/financiële redenen – maar de uitwerking houdt geen gelijke tred waardoor Il Ladro Di Bambini vaak als een mainstream roadmovie aanvoelt waarin anekdote belangrijker wordt dan drama en waardoor de film eerder op een kleine avonturenfilm lijkt dan op een aanklacht tegen sociale wantoestanden. Dat de productie desondanks overeind blijft is het resultaat van de sterke acteerprestaties van de drie hoofdfiguren, die daarvoor terecht werden bekroond.
De titel van de film (De Gestolen Kinderen) is al helemaal naast de kwestie, want dat aspect komt in de loop van de film niet aan bod en het speelt ook nauwelijks een rol, tenzij in de eindscène waarin de aanpak van de jonge carabiniere Antonio door een overijverige politieambtenaar helemaal fout wordt geïnterpreteerd. Die scène is misplaatst en totaal overbodig – misschien ervaart u ze als grappig… - maar het scenario bevat uiteindelijk te weinig bruikbare elementen voor een daverend en overtuigend slot, terwijl de regisseur ook zeer duidelijk een sentimentele afwikkeling heeft willen vermijden.
Visueel heeft Il Ladro Di Bambini dan weer wel overeenkomsten met de sociaal-realistische producties van de illustere voorgangers uit de jaren veertig en vijftig, want Gianni Amelo kiest voor lege en armoedige decors waarin de personages worden geïsoleerd om hun eenzaamheid en fragiele posities te accentueren.