VECHTEN VOOR ONZE RECHTEN 60-61
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-12-12
DOCUMENTAIRE
Eind 1960 kondigt de regering van Gaston Eyskens (CVP) de zgn.
Eenheidswet af, een poging om de uit de hand gelopen openbare schuld onder controle te krijgen via besparingsmaatregelen op de huishoudens. De Communistische Partij, op dat moment nog sterk in de na-oorlogse politiek, organiseert spontane stakingen tegen de katholiek-liberale regering en legt het land lam: alle strategische infrastructuur wordt gedurende meer dan een maand stilgelegd en de bevoorrading, de veiligheid en het goed functioneren van essentiële diensten komt in gevaar. Arbeiders en bedienden leggen van half december 1960 tot in de tweede helft van januari 1961 het werk stil: treinen rijden niet meer, trams en bussen blijven op hun stelplaats, in de havens van Antwerpen en Gent hangen de kranen als dode vogelverschrikkers over het water, elke dag zijn er manifestaties tegen de
Eenheidwet en tegen de regering die halsstarrig elke dialoog met de oproerkraaiers uit de weg gaat. In Wallonië komt het tot confrontaties met politie en rijkswacht en worden de grote wegen massaal geblokkeerd met keien en metaalafval om te voorkomen dat grote konvooien vrachtwagens zich in de richting van de industriebekkens begeven om het werk van de stakers over te nemen. Wanneer de staking voortduurt zet de regering krachtige middelen in: het leger komt eraan te pas en de bereden politie chargeert in Brussel, Luik en Antwerpen tegen de stakers, lokt incidenten uit en slaat hard op de massa in. Het zijn geen fabeltjes, de beelden zijn er, van de hand van Frans Buyens en andere Belgische cineasten, buitenlandse cameraploegen, etc. Het uiteindelijke resultaat is vier doden en vele honderden gewonden. De links partijen roepen de arbeidende klasse op om de strijd tegen het kapitalisme niet op te geven – in die tijd was een dergelijk jargon gebruikelijk – en in het buitenland worden fondsen gecollecteerd om de stakers wekelijks een minimum uit te betalen zodat vrouw en kinderen te eten kunnen geven.
In de buitenlandse pers wordt het conflict de
staking van de eeuw genoemd en alle grote internationale dagbladen brengen regelmatig verslag uit over de evolutie op het terrein en in het parlement. De regering blijft onwrikbaar, een stijlkenmerk dat niet vreemd is aan een hardvochtige en elitaire figuur als Gaston Eyskens, z’n kin altijd hoog in de wind met een airtje van minzaamheid ten opzichte van al wie minder is dan hij, de grote eerste minister van België. Z’n zoon Mark is met de jaren - en het ouder worden - steeds meer op hem gaan lijken.
De regering geeft niet toe en zet de katholieke vakbond onder druk om ermee op te houden. In een ultieme poging wordt ook aartsbisschop Van Roey ingezet om het katholieke deel van de bevolking tot de orde te roepen. In Vlaanderen kalft de staking na nieuwjaar grotendeels af, er zijn nog haarden van oproer, maar behalve in Gent en Antwerpen is de slag grotendeels verloren. In het zuiden gaat de staking nog even voort, maar ook daar is er sprake van moeheid en in de tweede helft van januari is de confrontatie voorbij. De regering wint op alle fronten. De straten kunnen worden hersteld, het puin geruimd, de onoverzichtelijke berg vuilnis weggehaald, de wonden gelikt. Nooit zou er nog een dergelijke confrontatie plaatsvinden, niet van de kant van de vakbonden (zij hadden voldoende redenen om hun strategieën bij te sturen), maar ook niet van de kant van de overheid (die via het massaal inzetten van rijkswacht en politie een democratisch vacuüm had gecreëerd, een beschaafd westers land onwaardig). Vanaf nu zou het zgn.
Rijnland-model, waarbij regering, vakbonden en werkgevers rond de tafel gaan zitten om in een klimaat van overleg tot maatregelen te komen, het winnen van de strijd op straat en het inzetten van politie en leger tegen de burgers.
Frans Buyens vertrekt meteen bij het uitbreken van de rellen met een filmploeg richting zuiden en filmt zoveel mogelijk verschillende aspecten van de staking. Later verzamelt hij al het beschikbare beeld – ook dat van andere oorsprong – en monteert er
Vechten voor onze Rechten mee. In het commentaar – door een mannen-, en een vrouwenstem – laat hij stukken uit pamfletten citeren, kranten, strooibrieven en officiële berichten voorlezen, mededelingen van de regering en brokken uit interviews. Het taalgebruik van 1960-1961 is heel anders dan vandaag. Toen was er nog sprake van een openlijke klassenstrijd, de arbeiders hadden het over de wolven van het kapitalisme, de uitbuiters, de vijanden van het volk, over de multinationals die de wereld in zijn greep houden en het volk uitknijpen. Men riep de bevolking op te vechten tegen de natuurlijke vijand, nl.het kapitalisme, zijn collaborateurs uit te roeien en de socialistische maatschappij te installeren. De aanstekers van de staking kregen achteraf de rekening gepresenteerd. De samenleving evolueerde in de loop van de jaren’60, de bevolking vergaarde rijkdom en de economie groeide uit tot een consumptiemaatschappij waaraan het overgrote deel van de arbeidende klasse kon participeren. Heel langzaam werd de middenklasse en een deel van de lagere klasse weggehaald uit de linkse invloedssfeer. Het linkse gedachtegoed deed het overigens niet zo goed vanaf de jaren’80. De burger werd mondiger en zelfstandiger, sommigen zeggen
egoïstischer, maar wat er ook van zij, het samenhorigheidsgevoel verdween, het besef deel uit te maken van een klasse eveneens, de solidariteit versmalde tot het eigen leefwereldje en het eigen bezit. Dat wordt niet langer verdedigd door vakbonden, maar door een veelheid van belangengroepen die participatie eisen in het overleg met de regering.
Vechten Voor Onze Rechten is geen documentaire, zelfs geen reportage, daarvoor is de toon té geëngageerd, te betrokken, te weinig objectief, de beeldvorming té eenzijdig, het verslag te weinig gedetailleerd en geduid. Wat toen een goed idee leek, nl. het commentaar samenstellen uit stakingsliteratuur, lijkt 45 jaar later niet meer van deze wereld, oubollig, not done. Maar voor die tijd was het zonder twijfel een realistische weergave van de mentaliteit, de sfeer en geest die door de maatschappij ging.
Vechten Voor Onze Rechten is een tijdsdocument, een historisch moment uit de Belgische geschiedenis, vastgevroren in de tijd, als voortdurende herinnering aan die bittere confrontatie tussen wat toen het kapitalisme, de bourgeoisie en de arbeidersklasse werd genoemd.
BEELD EN GELUID
Het beeld van deze documentaire is in zwart/wit opgenomen, met vaak een vale grijze tint in de straatbeelden en de confrontaties, gefilmd van op de schouder, maar ook op statief. De tussenbeelden van brandkastsloten en dergelijke zijn beter van kwaliteit, het zijn binnenopnamen met een veel beter zwart/wit-contrast. Ze zijn een metafoor voor het grootkapitaal en zijn handlangers in de regering, een beeld dat na een paar keer bekijken zeer snel zijn zeggingskracht verliest wegens zijn naïviteit en uniformiteit. De pellicule is soms onherstelbaar beschadigd, dat is de prijs van de vele keren dat de documentaire in een achterafzaaltje voor een klein gemotiveerd publiek is vertoond, slecht verpakt, door weer en wind meegenomen op de fiets of in de trein. Maar opgeveegd is de film wel, zonder veel vuil, vegen of strepen. De klankband is eenvoudig of er is geen
echt geluid, want in die tijd was op straat filmen mét een geluidsman nog niet evident. Als alternatief is er muziek onder de beelden gezet. Hiervoor is een procédé gebruikt dat tegenwoordig super ouderwets aandoet: één of ander tingeltangeldeuntje als de hoofden van de regering aan de orde zijn, bombastische en onstuimige muziek voor de stakingsbeelden, de rellen, de confrontaties. Het gaat na een tijdje vervelen, om niet te zeggen op de lachspieren werken.
EXTRA'S
De dvd bevat een
Interview met Frans Buyens over zijn uitgangspunt, zijn manier van werken, de ideeën die hij gebruikte voor de montage en de afwerking. Het
Interview met A. Meynen, historicus, gaat over de blijvende waarde van de documentaire en de interpretatie die eraan moet worden gegeven. In
Interview met R. Hemmerijckx, eveneens historicus, wordt gepraat over de tijdsgeest en hoe de film daar heel nauw bij aansluit; in
Interview met B. Ferrant, vakbondsmilitant, gaat het over de geest die toen door de vakbonden waaide, de relatie tussen arbeidersklasse en bourgeoisie, de evolutie van de maatschappij, het weggroeien van het linkse gedachtegoed, het gebrek aan solidariteit en eensgezindheid in de huidige maatschappij, etc. De dvd besluit met de
Biografie van F. Buyens (tekst).
CONCLUSIE
Vechten Voor Onze rechten 60-61 is een verslag uit de eerste hand van regisseur Frans Buyens. Hij vertelt het verhaal van de Belgische arbeiders die in 1960-61 in opstand komen tegen de
Eenheidswet van de regering in Brussel en 5 weken land het land platleggen om Gaston Eyskens en zijn collega’s onder druk te zetten en de besparingen terug te schroeven. De staking mislukt. Voor wie onbekend is met deze episode uit onze vaderlandse geschiedenis of wie er een betere kijk op wil krijgen is dit beeldverslag in elk geval visueel en inhoudelijk een goeie ondersteuning.