WE OWN THE NIGHT
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2008-06-16
FILM
Hoewel
We Own The Night de derde film is op het cv van cineast James Gray, kan je net zo goed stellen dat hij nog maar één prent gedraaid heeft. Net als in
Little Odessa en
The Yards focust hij immers op een disfunctionele familie in New York die op het punt staat door het lot in een helletocht te worden gestort. Niets nieuws onder de zon dus, maar dat geeft in dit geval niet. Gray vlecht immers een imposante Griekse tragedie die traag op gang komt maar je al snel niet meer loslaat. Voor sommigen zal de doorgedreven tragiek van de vertelling wellicht overkill zijn, maar dat doet niets af aan het vakmanschap van de cineast, zijn cast en crew. In een jaar dat bol stond van de beklijvende, gewelddadige drama’s is
We Own The Night dan ook een van de uitblinkers.
In plaats van huurmoordenaars of spoorwegpersoneel kiest Gray ditmaal voor het politiekorps als milieu. Bobby Green is geboren in een familie van dienders maar distantieerde zich van zijn voorbestemde carrière om met Russisch geld een nachtclub te runnen in Brooklyn. Wanneer zijn vader Bert en broer Joe hem vragen informant te worden om een grote drugdealer in zijn club te klissen, weigert Bobby dan ook halsstarrig. Na een raid op de tent wordt Joe echter neergeknald – hij is zwaargewond maar overleeft de aanslag. Dat zet Bobby ertoe aan om toch verklikker te worden. Hij helpt zo om een grote drugsdeal te voorkomen, maar moet voorlopig ondergedoken leven. Wanneer de dealer kort daarna uit de gevangenis ontsnapt, moet niet alleen Bobby, maar ook zijn vader voor zijn leven vrezen.
We Own The Night - de titel werd ontleend aan de slagzin van een speciale brigade – opent met een nostalgische reeks zwart-witfoto’s van het New Yorkse politiekorps die het leven van de agent lijkt te verheerlijken. Maar de film is allesbehalve een hagiografie van de NYPD. Gray toont namelijk zowel de externe als interne conflicten die het korps en zijn dienders plagen om een complex beeld te schetsen van de politiemacht van de wereldstad. De cineast bestookt de kijker met redenen om zich aan te sluiten bij de NYPD maar geeft er minstens evenveel om dat vooral niet te doen. Hij lijkt er vooral op te drukken dat agent worden een lotsbestemming is waar je onmogelijk aan kan ontsnappen, hetzij door familiebanden, hetzij door persoonlijk geloof. Hiermee benadrukt hij het cliché van het korps als een hechte familie waarin men voor elkaar door het vuur wil gaan. Veel meer dan een politiefilm is de film echter een klassiek drama, waarin de personages wel een eigen willetje hebben, maar hun acties ultiem bepaald worden door een onontkoombaar noodlot. Daarin schuilt ook de kracht van de prent: in haar vermogen om een fascinerende moderne variant te zijn op de stukken van Sophocles of Euripides.
Dat levert een door stijl gedicteerde film op, die niettemin doordrenkt wordt van realisme – in dit geval het New York van de late jaren tachtig – en zelfs herinneringen oproept aan de baanbrekende politiethrillers die William Friedkin en Sidney Lumet in de jaren zeventig draaiden. Gray mag dan thematisch weinig vooruitgang boeken t.o.v. van zijn eerdere films, met iedere nieuwe prent die hij maakt, vult hij het thema beter in en maakt hij het drama beklijvender. Je zou de cineast zelfs een moderne Hitchcock kunnen noemen: iemand die steevast hetzelfde verhaal vertelt terwijl elke prent toch radicaal verschilt van de vorige. De fotografie complementeert knap Gray’s visie met donkere, door de kleur blauw gedomineerde beelden, terwijl een mix van opzwepende eightieshits en Wojchiech Kilars sombere muzikale score de soundtrack een aangenaam contrast geven.
Joaquin Phoenix is ronduit schitterend als Bobby Green. De acteur speelt de rol met zijn inmiddels bekende ingetogen intensiteit maar geeft perfect de evolutie gestalte van de rebelse zoon in het gezin naar een modelagent. Als zijn vriendin geeft Eva Mendes een verrassende, atypische vertolking. Zij is duidelijk een veel betere actrice dan haar résumé vol romantische komedies en slappe thrillers doet vermoeden. Mark Wahlberg speelt net als in
The Departed een extreem gedreven politieman maar zijn personnage Joe is beslist geen gemakkelijk doorslagje van die eerdere rol, wat Wahlbergs groei als acteur enkel meer in de verf zet. Als pater familias overtuigt ook Robert Duvall naar gewoonte, terwijl de grootste tot de kleinste bijrol ingevuld is met onbekende maar stuk voor stuk steengoede acteurs.
We Own The Night is een film die als geen andere uitnodigt tot meerdere kijkbeurten. Hij overtuigt reeds bij een eerste visie, maar is zo complex iqua uitwerking van de psychologie van de personages en in de tragiek van de plot dat je na de eindgeneriek meteen zin hebt de prent voor een tweede of derde keer te ontdekken. Een aangename vaststelling is bovendien dat bijkomende kijkbeurten de film enkel beter maken. Met een titel die klinkt als die van een heerlijke film noir en een plot die je op het puntje van je stoel houdt, zal het dan ook niet als een verrassing komen dat
We Own The Night van harte aanbevolen wordt.
BEELD EN GELUID
We Own The Night maakt het de dvd-transfer niet gemakkelijk: veel scènes spelen zich af in het (half-)duister, in de regen of in de mist. Deze potentiële valstrikken worden echter prima opgevangen in de transfer die met een goed contrast kan uitpakken, de monotone kleuren prima weergeeft en kan pochen met een uitstekende scherpte. Beschadigingen, vuiltjes of grain zijn nagenoeg onbestaande. Zowel het DTS-spoor als de DD 5.1-track geven de dialogen helder weer in een dynamische mix. De muziekweergave is de kers op de taart.
EXTRA’S
De enige extra’s op de disk zijn
Trailers voor de hoofdfilm en enkele andere releases van Paradiso.
CONCLUSIE
We Own The Night is een uitstekend Grieks drama vermomd als politiethriller. Een rauw en emotioneel scenario, sublieme acteerprestaties en een verstikkende sfeer zorgen ervoor dat de prent bij iedere kijkbeurt net dat beetje beter wordt. Beeld en geluid werden prima op de schijf geperst, maar een bonussectie blijft jammerlijk afwezig.