OUD BELGIË
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2010-02-11
TV-SERIE
Soms is het ideaal dat je als recensent een komisch duo nauwelijks kent, omdat je geen grote tv-kijker bent en/of omdat je niet zo hoog oploopt met vaderlandse films en tv-series. Dat leidt er in het geval van Oud België toe dat je met een onbevangen blik naar deze 6-delige serie over het failliet van het Antwerpse variététheater Ancienne Belgique kan kijken zonder zuur te krijgen op het moment dat het duo Van den Begin/Crets als Marcel en Willy ten tonele verschijnt. U als televisiekijker herinnert zich deze heren beslist nog uit De Raf En Ronny Show (1998), Debby And Nancy Laid Knight (2001) en Fans (2008), tv-producties die de ene keer vlotjes aan de man werden gebracht, de andere keer op minder succes mochten rekenen, maar waardoor Peter Van den Begin en Stany Crets in elk geval uitgroeiden tot Bekende Vlamingen en artiesten, door de enen verguisd en door de anderen opgehemeld. Je kan het niet allemaal tegelijk hebben, zeker niet in een piepklein landje waar de appreciatie van creatief talent meer te maken lijkt te heeft met de zender waarop je materiaal uitgezonden wordt dan met de intrinsieke kwaliteit van je productie.
In Oud België zal u in elk geval niet naast Van den Begin en Crets kunnen kijken. De beide heren schreven samen het scenario naar jeugdherinneringen van Peter Van den Begin die als kleine jongen met zijn moeder regelmatig de Antwerpse AB aandeed omdat zijn vader er werkzaam was, waardoor hij van zeer nabij het faillissement van het revuetheater meemaakte. Om dit autobiografisch uitgangspunt zijn figuren en situaties verzonnen en het verhaal wordt verteld door de 9-jarige Eddy die, net zoals Peter Van den Begin 40 jaar geleden, voortdurend rondhangt in het theater in plaats van zijn schoolhuiswerk te maken. Van den Begin en Crets nemen de hoofdrollen voor hun rekening en om met de deur in huis te vallen: ze doen dat op een uitstekende manier, zes afleveringen lang, zonder één enkele hapering. Maar dat zal u na het bekijken van Oud België niet verbazen, want zowat de hele cast acteert op hoog niveau: Els Dotterman, Warre Borgmans, Kristine Van Pellicom, Arnold Willems, Viviane De Muynck en Frieda Pittoors. Zij staan naast vele andere acteurs in kleinere rollen stuk voor stuk garant voor professioneel acteerwerk. Voor een verrassing zorgt de jonge Turnhoutse debutant Ben Van den Heuvel als de negenjarige Eddy, een kereltje dat het acteren schijnbaar in het bloed zit en dat met een perfect getimede no-nonsenseaanpak op z’n eentje voor een ontwapenende charme zorgt. Hetzelfde geldt voor de iets oudere Charlotte Dommershausen (Piet Piraat En Het Zwaard van Zilvertand, 2008) die nauwelijks bang lijkt te zijn voor de lens en die op een beetje een rauwe, maar altijd realistische en vooral bezonnen manier uiting geeft aan haar bezorgdheid over de signalen die de volwassenen afgeven.
Maar Oud België wordt vooral gedragen door Peter Van den Begin en Stany Crets. Zoals gewoonlijk zijn ze elkaars tegenpool: Marcel (Peter Van den Begin) is de grote ster van de AB én de donjuan, de cassanova, de rokkenjager die al helemaal in het begin voor een rel zorgt door het uit te maken met zijn vriendin en chef van het dansensemble Lucienne (Kristine Van Pellicom) met wie hij een relatie van meer dan 14 jaar achter de rug heeft. Zijn gefladder zal 6 afleveringen lang voor ongenoegen zorgen en de sfeer in de AB tenminste gedeeltelijk verpesten. Zijn boezemvriend Willy (Stany Crets) is een gelukkig getrouwde huisvader. Diens vrouw José (Els Dotterman) heeft een kwijnende bloemenzaak en zijn negenjarig zoontje Eddy (Ben Van den Heuvel) is het zonnetje in huis én in de AB, waar hij zeer regelmatig op het drumstel gaat spelen dat hij van nonkel Marcel heeft gekregen en waar hij heel vaak optrekt met Germaine (Viviane De Muynck), de beminnelijke souffleuse die al 50 jaar lang vanuit het bakske als voorzegger der rollen optreedt. Belangrijke figuren zijn ook nog de eigenaar van de AB, mijnheer Leonard (Arnold Willems), die van uit z’n indrukwekkend kantoor het onafwendbare probeert af te wenden en Jack (Warre Borgmans), de gluiperige en machtwellustige regisseur van het theater, die geen al te beste relatie heeft met Marcel en Willy en die met lede ogen moet toezien hoe nieuwe frisse danseresjes steeds een boontje voor andere mannen blijken te hebben.
Een goede maatstaf voor een serie is altijd de eerste aflevering en die loopt in dit geval bijzonder vlot. Ze komt misschien ietsjes te traag op gang, maar dat heeft te maken met de vele personages die moeten worden voorgesteld, na een kwartier word je als kijker volop meegezogen in de privébesognes van de personages en de problematiek van het sluitingsproces van het theater. Halfweg de tweede aflevering besef je als kijker dat deze Vlaamse serie gewoon niet meer kapot kan omdat de verhaallijnen uitstekend uitgewerkt en met elkaar verweven zijn, waardoor humor, verdriet, emotie en zakelijkheid op een haast perfecte manier worden afgewisseld voor een zo groot mogelijk en contrastrijke effect dat z’n doel zelden mist. Daarbij zorgt de introductie van Yvonne Meulemans (Hilde Van Haesendonck), de Antwerpse schepen die zich opwerpt als de verdedigster van de belangen van de middenstand via de opwaardering van de Meir als winkelcentrum, voor een wellicht niet helemaal toevallige link met de actualiteit omtrent de Lange Wapper, of hoe het stadsbestuur van Antwerpen vaak de belangen van de stad vóór die van z’n inwoners plaatst en dan moord en brand schreeuwt als die op een keer hun krachten bundelen voor een ander algemeen belang.
Oud België is het verhaal over het einde van een tijdperk. Het begint in de jaren zestig met de doorbraak van de televisie in Vlaanderen en het eindigt ergens op het einde van de jaren zeventig op het moment dat na concurrent Majestic ook de Antwerpse Ancienne Belgique de deuren voorgoed moet sluiten wegens de dalende publieke belangstelling voor dat soort spektakel. Ondanks het feit dat we de afloop kennen, is Oud België een indrukwekkend verhaal over mannen en vrouwen die alles in het werk stellen om hun job, maar veel meer nog hun kunstvorm en diens plaatsje in het brede palet van culturele activiteiten in een grootstad te redden. Ook daarin staan Marcel en Willy tegenover elkaar, hoewel ze allebei beseffen dat het revuetheater geen toekomst meer heeft, ook al wordt de theaterzaal omgebouwd volgens de nieuwste brandveiligheidsvoorschriften en past men de sketches en de regie aan de veranderde tijden aan: als het geld op is, dan valt het doek, zonder pardon.
Indra Siera (
K3 En Het IJsprinsesje, 2008) zet zich met
Oud België op de kaart als een uitstekend regisseur. Wellicht hadden Van den Begin en Crets op een conventionelere aanpak gerekend voor de verfilming van hun scenario, toch past Siera’s eigenzinnige stijl perfect bij het onderwerp en geeft hij de tv-serie artistieke meerwaarde, zonder dat hij daarbij in een artyfartyval trapt. Toegegeven, zijn beeldcomposities zijn apart en soms een beetje raar, zijn close-ups niet altijd evident en het gebruik van korte en herhaalde flashbacks en -forwards is op z’n minst verrassend, maar dat alles maakt van
Oud België meteen ook een zeer bijzondere kijkervaring die afwijkt van wat we van dergelijke serie gewoonlijk mogen verwachten. Het zijn procédés die je niet elke keer opnieuw kan hanteren, niet op die manier en niet in dezelfde mate, maar hier werkt het perfect, alhoewel de “ik ben een zaag”-flashback misschien net een keer teveel wordt ingelast. Wat niet betekent dat we niet elke keer uitbundig hebben gelachen, een beetje zoals in die scène uit
Keeping Up Appearances waarin Hyacinth Bucket vóór het aanbellen bij haar zusje opgeschrikt wordt door het blaffen van de hond en telkens opnieuw in de haag terechtkomt. Ook na ontelbare keren blijft die scène het doen. Het zijn klassiekers.
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit is gelukkig een stuk beter dan op televisie. Het beeld is vrij egaal, zonder storende ongerechtigheden en ook zonder de spookschaduwen die tijdens de tv-uitzending het kijkplezier op grote schermen min of meer bedierven. De kleuren zijn veelzijdig en realistisch, zij het een beetje aan de donkere kant en het zwartniveau is oké. Zoals gewoonlijk in Vlaamse series voert het Verkavelingsvlaams de boventoon met een zeer sterke Antwerpse en Kempense invloed. Daarover kreeg de VRT naar verluidt nogal wat klachten en terecht, want niet iedereen in Limburg en West-Vlaanderen verstaat die dialecten probleemloos. Bridge Entertainment heeft daar gelukkig een mouw aangepast en Nederlandse ondertitels voorzien, want de stemmen zijn inderdaad niet altijd even goed verstaanbaar, een fenomeen dat zich in alle Vlaamse producties voordoet waarin de taal afwijkt van het Standaardnederlands (dat men van Genk tot Oostende ondertussen wél probleemloos verstaat). In het buitenland hebben ze met dergelijke situaties minder problemen, in een land waar iedereen ondertitels leest, wil iedereen altijd alles kunnen verstaan, zo is dat. Dus beste mensen van de VRT: niet alleen Nederlandse series behoeven ondertitels, ook vooral ook Vlaamse waarin geen Standaardnederlands wordt gesproken!
EXTRA’S
De Extra’s komen allemaal uit VRT-programma’s : Aanvang Opnames (uit De Rode Loper), Interiew Stany Crets & Peter van den Begin (uit Villa Vanthilt), Setopnames en Interviews (uit De Rode Loper) en acht Lanceringstrailers, een beetje jammer eigenlijk, want een Making-of hadden de liefhebbers van de tv-serie zeker en vast op prijs gesteld.
CONCLUSIE
Opnieuw een uitstekende en geslaagde Vlaamse tv-serie die niet één keer hapert of een gevoel van langdradigheid of overbodigheid teweegbrengt. Misschien nets iets sentimenteler dan de makers voor ogen hadden, maar inhoud, vorm en toon zijn perfect op elkaar afgestemd en garanderen u zes leuke tv-avonden, of zoals in dit geval meer dan zes en een halfuur ononderbroken kijkplezier via uw dvd-speler.