VEUVE DE SAINT-PIERRE, LA
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2011-08-14
FILM
In 1849 vermoorden Louis Olivier en zijn jongere partner Neel Auguste in een dronken bui in de Archipel van Saint-Pierre en Miquelon – een kleine Franse kolonie in Noord-Amerika – de plaatselijke dominee en proberen het lijk achteraf in stukken te snijden. Ze wilden volgens hun getuigenis voor de militaire rechtbank, voorgezeten door de kapitein van het plaatselijke regiment, nagaan of de onfortuinlijke man dik dan wel vet was. Louis wordt tot een gevangenisstraf veroordeeld, Neel krijgt de doodstraf, wat in Frankrijk anno 1850 betekent dat de jonge crimineel onthoofd wordt via de allernieuwste methode, nl. het door Joseph-Ignace Guillotin ontworpen toestel om veroordeelden zgn. pijnloos te doden via de vallende hakbijl, in 1790 door het revolutionaire bewind bij wet opgelegd. Maar op weg naar de gevangenis wordt de kar met de gevangen door de plaatselijke bevolking bekogeld met stenen. Eén van de paarden raakt in paniek en probeert weg te komen, de kar kantelt en de veroordeelden komen op de straatstenen terecht. Louis is op slag dood en dus wordt z’n kompaan alleen opgesloten in de cel onder het woonhuis van de regimentskapitein en z’n vrouw Madame La (van Madame la Capitaine) in afwachting van z’n onthoofding.
De plaatselijke gouverneur, verantwoordelijk voor de uitvoering van het vonnis, heeft één probleem: het eiland beschikt niet over een guillotine en van een beul heeft men er nog nooit gehoord. Dus wordt Parijs verzocht om een exemplaar naar Saint-Pierre te verschepen, een onderneming die maanden, zelfs jaren kan duren. Ondertussen bekommert Madame La zich om de gevangene, want met de buitenstaander kan ze zich gemakkelijk identificeren. Zij is een tijdje gelegen samen met haar man naar de godvergeten plek gekomen, maar aarden doet ze er niet: het klimaat is ruw, de winters zijn lang en in Saint-Pierre valt nauwelijks wat te beleven. Haar echtgenoot heeft bovendien geen probleem met haar omgang met de ter dood veroordeelde Neel Auguste. Na vele jaren huwelijk vormen ze nog altijd een hecht stel dat wederzijds vertrouwen hoog in het vaandel voert. Op praatjes en geruchten reageert hij heftig. Hij duldt niet dat de eerbaarheid van zijn vrouw in vraag wordt gesteld. Madame La maakt van de gelegenheid gebruik om de goede kanten van het karakter van de gevangene in het zonnetje te plaatsen: ze laat hem het dak herstellen van het huis van een weduwe; hij helpt de weduwen met hun zwaarbeladen sleeën, houdt het pad naar de haven sneeuwvrij en bouwt voor Madame La een serre op de binnenplaats van haar woonhuis zodat ze plantjes en bloemen kan kweken, want hier waaien alleen scheepsmasten in de wind, vertrouwt ze hem toe. Op die manier slaagt ze erin om de bevolking voor Neel Auguste terug te winnen en als hij op een keer kan voorkomen dat de vrouw van de herbergier om het leven komt, is iedereen overtuigt van zijn goede inborst.
Een jaar na de veroordeling komt het bericht dat een guillotine onderweg is naar Saint-Pierre, zij het zonder beul om het toestel te bedienen. Kapitein Jean en zijn vrouw Madame La raken overstuur en met hen het hele dorp, maar de kapitein stelt de inwoners gerust: zonder beul is er geen sprake van een executie. Dat is evenwel zonder de plaatselijke gouverneur en z’n notabelen gerekend, want die hebben een jong gezin met een kersverse baby de toestemming verleend om zich op Saint-Pierre te vestigen op voorwaarde dat de echtgenoot de functie van beul accepteert. De dagen van Neel Auguste lijken geteld.
La Veuve De Saint-Pierre is een Frans-Canadese productie over het koloniale verleden van onze zuiderburen naar een scenario van de Franse acteur, regisseur en scenarist Claude Faraldo, die o.a. ook het script leverde voor
L’Equipier (2004) van regisseur Philippe Lioret over een jonge vrouw die naar haar geboortehuis terugkeert en er het dagboek vindt van een onbekende man. In
La Veuve De Saint-Pierre staat het onfortuinlijke lot van een jonge crimineel centraal, op indrukwekkende wijze gestalte gegeven door de Servische acteur en vooral ook regisseur Emir Kusturica (
Underground, 1995;
Arizona Dream, 1993), die de toeschouwers moeiteloos op de hand weet te krijgen en daarvoor verrassend genoeg weinig moeite hoeft te doen, want z’n personage Neel Auguste ontpopt zich na een eerder valse start als een mysterieus, warmbloedig en goedaardig wezen dat eigenlijk geen kwaad in de zin heeft. Al vanaf de eerste dag in de gevangenis kan hij overigens op de sympathie van Madame La rekenen en gezien zij hem nooit eerder ontmoet heeft en hem bij zijn aankomst ook nauwelijks kan observeren, is dat een wat bevreemdende situatie, te meer omdat haar echtgenoot, Kapitein Jean, haar ook vanaf het allereerste moment stimuleert om de gevangen te behandelen als een gelijke en niet als een ter dood veroordeelde. Kort na z’n aankomst stelt Neel vast dat op verzoek van Madame La z’n celdeur dag en nacht openstaat, wat al evenmin op protest van haar echtgenoot stuit. Die vindt het zelfs goed dat ze pogingen onderneemt om het beschadigde imago van de jonge kerel op te poetsen door hem in te schakelen voor openbare werken en klussen ten huize van weduwen op de eilanden voor de kust.
Juliette Binoche en Daniel Auteuil – u zag ze samen in
Caché (2005)- nemen resp. de rol van de echtelingen Pauline (Madame La) en Jean (de regimentskapitein) voor hun rekening, waarmee regisseur Patrice Leconte kan rekenen op twee grote sterren uit de Franse filmwereld om
La Veuve de Saint-Pierre tot een goed einde te brengen. Juliette Binoche, die u zich beslist nog herinnert uit het sterke
The English Patient (1996), of het eerder tegenvallende
Copie Conforme (2010) – maar dat lag niet aan de actrice – maakt van elke opdracht een parel en dat is in deze film niet anders. Haar personage Madame La is een sterke, medevoelende en intelligente vrouw die meteen beseft dat Neel Auguste in een dronken bui heeft gehandeld en dus niet helemaal verantwoordelijk is voor zijn daden op die bewuste avond. Haar gevoel voor medemenselijkheid, en humanisme, maar vooral haar overtuiging dat in elke mens uiteindelijk een goed wezen schuilt, het zijn ideeën die in de 18de eeuw door de Franse zgn.
Encyclopedisten zijn verspreid, een groep filosofen die pleitten voor verdraagzaamheid, tolerantie en een open geest. Daniel Auteuil (
Le Huitième Jour, 1996) kruipt in de huid van kapitein Jean, een jonge militair van adel die om onduidelijke redenen Parijs voor een verafgelegen en onbeduidende buitenpost heeft ingeruild. Hij laat er geen twijfel over bestaan dat hij tot over z’n oren verliefd is op z’n aantrekkelijk vrouw en staat achter al haar beslissingen inzake Neel Auguste, ook als dat betekent dat hij daardoor problemen krijgt met de Franse gouverneur in Saint-Pierre, met z’n collega’s in het regiment en zelfs met de notabelen uit het dorp die hij dwingt om excuses aan te bieden na insinuerende opmerkingen.
Regisseur Patrice Leconte laat Madame La de vertelling bij de toeschouwer introduceren lang nadat ze is teruggekeerd naar Parijs. De gebeurtenissen in Saint-Pierre worden op die manier één lange ononderbroken flashback waarin geen plaats is voor secundaire verhaallijnen of ellenlange uitwijdingen. Het verteltempo is rustig en andante, maar het gaat nooit vervelen, mede omdat Leconte de aandacht van de toeschouwer op een wel heel speciale manier vasthoudt, nl. via de suggestie van een unieke verstandhouding tussen Madame La en kapitein Jean die ogenschijnlijk te maken heeft met hun overhaaste vertrek uit Parijs destijds. In elke andere film zou het ontbreken van de nodige uitleg ter zake een obstakel zijn, maar verrassend genoeg is dat manco in La Veuve De Saint-Pierre de motor die de dramatische handeling stuurt en de toeschouwer confronteert met een aantal onverwachte wendingen en evoluties wardoor de aandacht nimmer verslapt. Bijgevolg waart er door La Veuve De Saint-Pierre dezelfde geheimzinnigheid en mistroostigheid als destijds door The French Lieutenant’s Woman (1981) van regisseur Karel Reisz, mede door het gelijksoortige ruwe landschap en de donkere sfeer die Patrice Leconte te voorschijn tovert, zonder dat er ook maar enigszins sprake is van plagiaat.
BEELD EN GELUID
La Veuve De Saint-Pierre is een donkere film, want het verhaal speelt zich meestentijds af in de Canadese winter. Prachtig zijn de scènes met Madame La en Neel Auguste tijdens hun tocht over het bevroren water als hun zwarte silhouetten scherp afgetekend worden tegen het intense wit van de sneeuw. Maar de film bestrijkt een periode van een heel jaar en dus zijn er ook scènes met veel zonlicht, felle kleuren en in de havenfragmenten mooie opnamen als resultaat. De interieurbeelden zijn zonder veel extra licht geschoten en dus uitgesproken donker, waarbij de details evenwel zelden verloren gaan, ondanks de lichte korrelvorming. Het beeld is scherp met een acceptebel zwartniveau. In La Veuve De Saint-Pierre wordt uiteraard Frans gesproken met een stevig Canadees accent waarin vooral Emir Kusturica uitblinkt! Voor wie de taal van Molière onvoldoende verstaat zijn er Nederlandse ondertitels. Het geluid staat in stereo, maar toch is er sprake van een aantal leuke effecten via de subwoofer tijdens de dramatische hoogtepunten.
EXTRA’S
Er is een Originele Bioscooptrailer, een interessante Making-of La Veuve de Saint-Pierre waarin de regisseur aan het woord komt en de acteurs uitleg geven over hun rol en de onderlinge samenwerking; vervolgens Interviews met de regisseur en de beide hoofdacteurs en ter afsluiting hun Filmografieën (tekst).
CONCLUSIE
Regisseur Patrice Leconte maakt van
La Veuve De Saint-Pierre een prachtig kostuumdrama in de stijl van
The Piano (1992) en
The French Lieutenant’s Woman. Liefhebbers van het genre zijn gewaarschuwd!