THIRD MAN, THE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2005-04-21
FILM
Zelfs de grootste meesterwerken van de zevende kunst vertonen momenten van zwakte. In Hitchcocks
Vertigo bijvoorbeeld, is het proces wegens nalatigheid dat halverwege de prent tegen James Stewart wordt gevoerd maar een saaie en grotendeels overbodige bedoening. Idem dito voor bepaalde passages uit de
Lord of the Rings trilogie. Ook
Citizen Kane is niet vrij van alle blaam dankzij een compleet verouderd zang-en-dans segment. Het aantal films dat op alle vlakken, van regie tot muziek, van decordesign tot fotografie, van acteerprestaties tot scenario, een foutloos parcours aflegt is dan ook op één hand te tellen. Een idealistische mythe, beweren sommigen. En toch bestaan ze.
The Apartment is een mooi voorbeeld. Of dat (helaas door velen vergeten) pareltje van jaren zeventig paranoia
The Conversation. Maar dé te kloppen film werd gedraaid in 1949. Zijn naam?
The Third Man. Of zoals ik hem graag noem: filmische perfectie.
In het Wenen na de Tweede Wereldoorlog, dat nog steeds de littekens van de talloze bombardementen draagt, arriveert pulpschrijver Holly Martins, op zoek naar zijn oude vriend Harry Lime. Maar tot zijn ontzetting blijkt Lime recent het leven te hebben gelaten in een banaal auto-ongeluk. De wantrouwige Holly Martins ontdekt echter gaten in de verhalen van ooggetuigen. Vooral de aanwezigheid van een mysterieuze, derde man op de plek van het ongeluk roept vele vraagtekens op. De zoektocht van de schrijver naar zijn mogelijk nog levende vriend opent hem de ogen. Harry Lime was een slinkse profiteur, niet vies bovendien van misdadige handeltjes die onschuldige kinderen het leven kostten. Met meer tegenwerking dan hulp van Limes zwijgzame vriendin en de lokale politiecommissaris achterhaalt Holly Martins de waarheid over Harry Lime. En dan blijkt pas écht in wat voor een wespennest de pulpauteur is beland.
Superlatieven zijn toepasselijk voor ieder aspect van
The Third Man, maar naar goede gewoonte blijkt het fundament uit een waterdicht scenario te bestaan. Graham Greene, de cynische Britse meester van het geschreven woord, boetseert in deze krachtige film een verhaal dat politiek, romantiek, humor en thrillermomenten naadloos tot een makkelijk verteerbaar hors d’oeuvre verweeft. Het script balanceert, zoals de beste meesterwerken, op de dunne koord tussen publieksvriendelijke pulp en hoogstaand, politiek-sociaal getint drama. Greene slaat en zalft. Nu eens produceert hij een verhaallijn die zo uit een stationsroman lijkt weggelopen. Dan weer levert hij een compromisloze, bijtende satire op het corrupte samenleven van vier geallieerde overheersers in de Oostenrijkse hoofdstad. Bovenal kruidt hij de film echter met een uit subtiele, innerlijke en uiterlijke, conflicten geboren urgentie die potentiële verveling vanaf de eerste seconde de kop indrukt. En als je denkt alles te hebben gehad, gooit Greene er ook nog eens tientallen lyrische dialooglijnen tegenaan, die weken, maanden en jaren later nog door je hoofd spoken.
Graham Greenes talent voor succulente woorden en venijnig meanderende plots wordt daarenboven ruimschoots geëvenaard door het magnifieke filmische oog van cineast Carol Reed.
The Third Man is een prent die het begrip auteursfilm overstijgt. Het is een tour-de-force van visueel vertellen, vol technische hoogstandjes en momenten waarop de regisseur zijn unieke, hoogst gestileerde stijl aan de kijker opdringt. Maar, en dat is juist het geniale, Reed verliest hierbij het belang van economisch vertellen nooit uit het oog. Zijn uitgekiende camerastandpunten en –bewegingen gebruikt hij niet om de show te stelen, maar om de kijker bewust en onbewust te manipuleren naar de gewenste emotie. De meest uitgesproken exponent hiervan is het consequente gebruik van de zogenaamde
Dutch Angle, waarbij de camera een schuine tilt vertoont. Hiermee creëert de cineast een constant gevoel van onbehagen dat de spanning naar ongekende hoogten drijft.
Carol Reed wordt in zijn visuele flair vakkundig bijgestaan door een plejade aan technische crewleden op het toppunt van hun kunnen. Hoewel het ongepast lijkt niet uitgebreid in te gaan op de verdiensten van de hartritme verhogende montage, het groteske realisme van de sets en de bedrieglijke simpliciteit van de kostuums, wil ik toch vooral de invloed van twee specifieke contributeurs benadrukken: cameraman Robert Krasker en componist Anton Karas. Krasker, die oververdiend een Oscar kreeg voor zijn vooruitstrevende werk, is een meester in het uitbuiten van de contrasten tussen licht en schaduw. Een hoogtepunt van cinematografische genialiteit is bijvoorbeeld de intrede van Harry Lime op het witte doek, met een heldere lichtstraal die zijn schuilende gezicht in een duistere deurnis betrapt.
The Third Man is waarschijnlijk de knapst gefilmde zwart-wit film uit de geschiedenis van de cinema. Al even memorabel is de beklijvende muziek die uit Anton Karas’ citer vloeit. Het ongewone snaarinstrument is perfect in staat de nostalgie van het oude Wenen te vertolken en biedt zo een extra laag aan om de emoties van de karakters verder uit te diepen.
Waarmee we naadloos over kunnen gaan tot een bespreking van de acteerprestaties. Een bespreking die zal lezen als een hagiografie. Want de ganse cast laat een indruk na die nog steeds nazindert in de analen van de filmgeschiedenis. Als de enigmatische Harry Lime drukt Orson Welles als geen ander zijn stempel op de prent. Het duurt een uur eer hij in beeld verschijnt, maar de voorbije zestig minuten is er voortdurend over hem gepraat, zodat het risico op een anticlimax groot is. Toch slaagt Welles er in onze hooggespannen verwachtingen nog te overtreffen met een vertolking die tegelijkertijd flegmatiek, mysterieus, zachtaardig, verbeten en beangstigend is. Zijn interpretatie van de beroemde Reuzenradscène behoort tot de klassiekers van de zevende kunst, niet in het minst door de afsluitende monoloog ervan, die de acteur naar verluidt zelf schreef. Welles’ goede vriend Joseph Cotton heeft als de held van
The Third Man een minder tot de verbeelding sprekende rol, maar wie nader kijkt ontdekt talloze subtiliteiten in zijn vertolking, waardoor zijn prestatie in mijn ogen evenveel lof verdient als die van Welles. Hun dynamiek is te vergelijken met die van Martin Sheen en Marlon Brando in
Apocalypse Now en telkens de twee samen het scherm delen spatten de vonken van het scherm. Ook de bijrollen zijn met oog voor detail gecast. Alida Valli was altijd al een actrice met beperkte kwaliteiten, maar weet hier probleemloos sympathie op te wekken als Harry Limes vriendin, die verscheurd wordt door de keuze tussen de liefde van haar leven en een veilige relatie met een man die onvoorwaardelijk zijn leven met haar wil delen. En Trevor Howard slaagt er wonderwel in de hartvochtigheid van Majoor Calloway niet karikaturaal uit te spelen, maar ons een blik te bieden in de ziel van dit intrigerende personage.
Van de ingenieuze newsreel-achtige proloog tot de climactische achtervolging in de riolen van Wenen boeit
The Third Man de kijker met een overdosis aan briljante filmische ideeën, met gevoel en intelligentie uitgewerkt in heerlijk troebele plots en subplots, spectaculaire verhalende beelden en een poëtische doch cynische kijk op het Europa van na de Tweede Wereldoorlog. Het moedige einde, dat alle hoop op een glad Hollywoodeinde strak en kil de kop in drukt, zindert bovendien nog lange tijd na het zien van de film na. Met de viering van het nieuwe millennium kwam in een stemming onder filmkenners deze prent als beste Britse film ooit uit de bus. Van een understatement gesproken!
The Third Man is niet enkel de beste Britse film aller tijden. Het is tevens de beste Europese film. En eigenlijk het summum van de zevende kunst tout court.
BEELD EN GELUID
Een klassieker van dergelijke allure verdient een superieure beeld- en geluidstransfer. En hoewel de prent er waarschijnlijk beter uitziet dan de voorbije halve eeuw het geval is geweest, kan je onmogelijk van een oogverblindende kwaliteit spreken. Scherpte en contrast zijn weliswaar meer dan bevredigend en ook de zwartniveaus kunnen de vergelijking met recente film gerust doorstaan. Maar het beeld is zeker niet krasvrij en edge enhancement is iets te nadrukkelijk aanwezig. In vergelijking met andere Warner-discs als
The Adventures of Robin Hood of
North by Northwest stelt deze dvd dus toch wat teleur. Ook het geluid overstijgt de beoordeling ‘degelijk’ niet. De beperkingen van een monotrack zijn ondertussen wel bekend, maar de dynamiek in het soundscape had efficiënter gerestaureerd kunnen en moeten worden, terwijl ook ruis niet volledig teruggedrongen werd.
EXTRA’S
Hoewel het bonusmateriaal op deze disc zeker zijn verdienste heeft, blijft het toch een beetje een kwestie van een aangenaam toetje terwijl je zin had in een overdadig hoofdgerecht. Het meeste plaats wordt ingenomen door twee luisterspelen. Het eerste is een
Radio-adaptatie van de film zelf, terwijl het door Orson Welles zelf geschreven en van stem voorziene
A Ticket To Tangiers een geheel nieuw verhaal van Harry Lime vertelt. Samen duren de audioclips zo’n anderhalf uur, maar de problematiek van deze extra’s laat zich raden. Ondanks de kwaliteit ervan, blijft het pure radio, waardoor het moeilijk is de aandacht er volledig bij te houden.
De
Fotogalerij heeft dan weer te lijden onder de omgekeerde redenering: de plaatjes zijn mooi en interessant, maar vertellen niet het meest opwindende verhaal. Beeld en geluid gaan wel samen in
Archiefbeelden van enerzijds componist Anton Karas die op zijn citer speelt en anderzijds de vertakte riolen van de Oostenrijkse hoofdstad. Drie minuten duren ze in totaal, maar helaas bieden ze opnieuw weinig inzicht. Twee
Trailers, eentje uit 1950, eentje ter ere van de recente rerelease in de bioscoop, geven dan weer duidelijk aan hoe goed de originele reclamecampagne zijn werk reeds deed. En de beste extra heb ik als laatste bewaard. De
Alternatieve Opening toont in krassige beelden de openingssequens met een simpelere, politiek correctere voice-over van Joseph Cotton, zoals die in de Amerikaanse cinema’s te zien was. De rode draad in deze bonussectie? Veel geblaat, maar weinig wol, zonder zelfs een retrospectieve documentaire of een audiocommentaar. Hoog tijd voor een 2-disc special edition, me dunkt.
CONCLUSIE
The Third Man is misschien wel de beste film ooit gemaakt, met als hoogtepunten een inventieve regie, museumwaardige fotografie, een intelligent script en fantastische karakters. Beeld en geluid op de dvd zijn redelijk goed, maar schieten tekort voor de status van deze film. Extra’s zijn dan weer een onverbloemde teleurstelling. Toch mag een tijdloze klassieker als
The Third Man in geen enkele dvd-collectie ontbreken.