Regie: Christopher Nolan
Met: Matthew McConaughey, Ellen Burstyn, Mackenzie Foy, John Lithgow, Timothée Chalamet, Anne Hathaway, Michael Caine, David Gyasi, Jessica Chastain, Matt Damon
Cooper staat voor een moeilijke keuze want hij moet z’n dochter Murphy en zoon Tom achterlaten bij z’n schoonvader Donald, maar moreel gesproken is er nauwelijks een andere optie: de mensheid rekent op hem. Via een wormgat achter de planeet Saturnus (jawel, die met de stofringen) schiet de Endurance de onbekende ruimte in met een vierkoppige bemanning (o.a. Brands dochter Amelia) en twee robots (TARS en CASE). Na een lange reis bereiken ze de eerste exoplaneet, maar Miller schijnt het avontuur niet te hebben overleefd. De waterplaneet is overigens ongeschikt en dus moet er een keuze worden gemaakt tussen de beide andere exoplaneten. Amelia heeft een voorkeur voor die van Edmunds, maar volgens Cooper is ze niet objectief en vooral niet professioneel omdat ze verliefd is op Edmunds. Op basis van de ontvangen resultaten kiest hij voor de exoplaneet van Mann, maar daar wacht hem een verrassing…
Hoeveel films en series over het einde van moeder Aarde hebben we de voorbije tien jaar moeten slikken? OK, in Interstellar gaat het voor een keer niet over zombies die de laatste restjes menselijk leven op willen ruimen of over tot de tanden gewapende privémilities o.l.v. een verlosser-leider die van wat er van de ons bekende wereld rest een nog grotere hel wil maken. Interstellar zoekt de oplossing in een meer wetenschappelijke richting. Exoplaneet moet zowat het duurste woord zijn uit de recente kosmologie, en er is hoop én goed nieuws in geval het ooit misgaat met ons kluitje: de teller staat ondertussen op zo’n 2000 en er is zelfs een exoplaneet ontdekt op slechts 200 lichtjaar van de aarde in het sterrenbeeld Hydra. Als ik dat goed heb becijferd zou dat betekenen dat een ruimteschip tegen 20.000 km per uur, na 11.000 jaar ter bestemming kan zijn. Genoeg om alle hoop de bodem in te slaan? In Interstellar heeft regisseur Christopher Nolan daar een oplossing voor: een wormgat, een kromming in de ruimtetijd waardoor de afstand tussen a en b kan worden ingekort en het traject wordt afgelegd in minder tijd (men zou lichtjaren over kunnen slaan). Het is een speculatieve theorie waarvoor Albert Einstein ruimte laat in z’n algemene relativiteitstheorie (1915) en die steun krijgt van Stephen Hawking. Met het wormgat van Christopher Dolan hoeven we dus geen probleem te hebben, hij gebruik dat waar wetenschappers over dromen en speculeren. Erger is het dat het wormgat in de buurt van Saturnus er gekomen is door de tussenkomst van “Zij”, waarmee hij wellicht de bouwers van het heelal bedoelt en dat is uiteraard niet veel meer dan een zeer handige deux ex machina. Het geeft de vaak imponerende wetenschappelijk onderbouw van de film een flinke deuk. Wat zegt u? Het is maar film? Mag het ook nog een zweem van geloofwaardigheid hebben?
Trouwens, er zitten in de tweede helft van de film jammer genoeg nog wel een aantal onwaarschijnlijke elementen met als dieptepunt de scène waarin Cooper achter z’n eigen boekenkast zweeft in een door “Zij” gecreëerde drie dimensionele fictieve omgeving, waarna hij gewoon wakker wordt in een ziekenhuisbed in een wereld die lijkt gestolen uit Elysium (2013) van de Zuid-Afrikaanse regisseur Neill Blomkamp. 8,6/10 is de score voor Interstellar op IMDB, wat betekent dat de bioscoopbezoekers niet goed hebben opgelet of het gewoon allemaal voor zoete koek hebben genomen. Of hebben ze zich laten overtuigen door de indrukwekkende special effects? In dat geval hebben ze gelijk, want de special effects zijn niet alleen perfect gemaakt, ze zijn ook geloofwaardig en creatief, zowel wat de voorstelling van de ruimte, het zwarte gat, het wormgat en het interieur van de Endurance en de shuttle betreft, en ook de toestand op de beide exoplaneten spreekt tot de verbeelding. Als je ze vergelijkt met de special effects in 2001: A Space Odyssey, dan zijn ze in elk geval een flink stuk realistischer en minder sacraal dan wat Kubrick destijds tevoorschijn toverde.
Inhoudelijk is er sprake van een gelijkspel. Kubrick nam z’n toevlucht tot mooie opnamen en een flinke portie semi-religieuze non-sense, Christopher Nolan en z’n coscenarist/broertje Jonathan gebruiken een té zwak scenario dat op een handige manier gecamoufleerd wordt door wetenschappelijke hocus pocus en realistische ogende opnamen van de kosmos en van geavanceerde ruimtetuigen. De hoofdverhaallijn past op een bierviltje en de rest is decoratie, waarbij het typisch Amerikaanse vader-zoongeouwehoer is vervangen door vader-dochtergebeuzel. Een blockbuster van dit formaat kan uiteraard rekenen op een happy end en ook daarvoor hebben de Nolans een oplossing.
Matthew McConaughey (Dallas Buyers Club, 2013; Amistad, 1997) maakt een acceptabele beurt als Cooper, de 14-jarige Mackenzie Foy (The Twilight Saga 2/2, 2012) als de jonge Murph, en dertiger Jessica Chastain (The Disappearance of Eleanor Rigby, 2013-2015) als haar volwassen versie, zijn in elk geval een stuk menselijker qua drijfveer en emotionele betrokkenheid. John Lithgow (Dexter 4, 2009) is een geloofwaardige grootvader en Michael Caine (Alfie, 1966; Valentino – The Last Emperor, 2008) een geloofwaardige NASA-functionaris. Anne Hathaway (Becoming Jane, 2007) is het mooiste (en enige) meisje tijdens de tijdreis en Matt Damon (The Departed, 2006) is er naar alle waarschijnlijkheid bijgehaald om de kassa extra te laten rinkelen. Of hij ondertussen kan acteren, dat hebben we in Interstellar niet kunnen controleren.