:: ARTIKELS ::
DVDInfo.be >> Artikel >> Achtergrond >> TOLKIEN, EEN BIOGRAFIE - PROFESSOR TOLKIEN (DEEL 2)
TOLKIEN, EEN BIOGRAFIE - PROFESSOR TOLKIEN (DEEL 2)
Type: Achtergrond - Datum: 2002-07-29 - Geplaatst door: Werner
Wanneer de oorlog eindigt en Tolkien noodgedwongen afzwaait, zoekt en vindt hij werk bij de uitgever die de Oxford English Dictionary uitgeeft. In 1920 wordt hij echter tot zijn eigen grote verbazing professor Engels aan de universiteit van Leeds, waar hij eerder voor de grap heeft gesolliciteed. Intussen werkt hij verder aan zijn Elf-talen in een verzameling mythologische verhalen, die later bekend zullen worden als The Book Of Lost Tales, een voorloper-versie van The Silmarillion, en samen met E.V. Gordon aan Sir Gawain And The Green Knight. Samen met Gordon richt hij opnieuw een literaire club op, de Viking Club, die zich voornamelijk bezighoudt met het lezen en bespreken van oude Scandinavische sagen. Tijdens zijn verblijf in Leeds worden er nog twee zonen geboren, Michael Hilary Reuel en Christopher Reuel. In 1925 keert Tolkien terug naar Oxford, waar er een positie vacant is verklaard.


Naast zijn onderwijsopdracht - voornamelijk aan eerstejaars - stelt Tolkiens onderzoek kwantitatief niet veel voor: hij publiceert raar of zelden wetenschappelijke artikels, maar wanneer hij dat toch doet, dwingt hij enorm veel respect af bij zijn collega's. Hij publiceert onder meer werk over het middeleeuwse gedocht Beowulf en over de geschiedenis van het verschil tussen Engels en Welsh. In 1929 bevalt Edith van hun laatste kind, hun enige dochter Priscilla. Geïnspireerd door het familieleven begint Tolkien meer voor kinderen in het algemeen en die van hem in het bijzonder te schrijven, zoals voorleesverhaaltjes voor het slapengaan, en een bundel fictieve brieven van de Kerstman.

Zijn grootste verwezenlijking is dat hij te Oxford voor de derde keer in zijn leven een literair genootschap opricht, The Inklings. Ook hier kwamen de leden op regelmatige basis samen om elkaars literaire exploten te becommentariëren. De Inklings tellen onder hun leden vele latere bekende schrijvers. Eén van zijn clubgenoten is C.S. Lewis (wiens leven door acteur Anthony Hopkins voortreffelijk wordt vertolkt in de film Shadowlands). Lewis bekeert zich onder invloed van Tolkien ook tot het katholicisme, en schrijft een reeks sterk christelijk geïnspireerde kinderboeken, The Chronicles of Narnia, die vandaag de dag nog steeds in Amerika gretig afname vinden, alsook SF-werk zoals Perelandria.

Intussen blijft Tolkien tussendoor aan zijn sprookjes werken, en in 1936 komt één van zijn onvolledige manuscripten van The Hobbit in handen van Susan Dagnall, uitgeefster bij het legendarische George Allen & Unwin. The Hobbit vertelt de avonturen van hobbit Bilbo Baggins, die op trektocht gaat met dertien dwergen om de schat van de draak Smaug te heroveren. Op zijn tochten steelt Bilbo van het wezen Gollum een ring die zijn drager onzichtbaarheid verleent. Na een lange reeks avonturen wordt de draak verslagen, en keert Bilbo terug naar Hobbiton. Dagnall vraagt Tolkien het manuscript af te werken, en presenteert het aan directeur Stanley Unwin. Die laat het lezen aan zijn 10-jaar oude zoon, en omdat die er zo enthousiast over is, zet hij het licht op groen voor publicatie. In 1937 verschijnt de eerste uitgave, en Tolkien wordt in kringen van jeugdliteratuur van de éne dag op de andere beroemd. Uiteraard vraagt uitgever Stanley Unwin of Tolkien een gelijkaardig werk op het schap heeft liggen. Tolkien is dan net bezig aan zijn boek met legenden, die hij later The Silmarillion zal noemen, en legt een definitieve versie voor aan Unwin. De verzameling mythen is echter zo academisch van aard, dat Unwin beleefd het manuscript afwijst, tot grote teleurstelling van Tolkien. Unwin vraagt of Tolkien in de plaats daarvan geen sequel op The Hobbit kan schrijven. Tolkien stemt, niet helemaal overtuigd, in met het voorstel, en begint aan het boek met werktitel "The New Hobbit".

Met goede moed begint Tolkien aan het werk, en de zoon van zijn uitgever, Rayner Unwin, voorziet hem regelmatig van feedback. Het verhaal draait rond Frodo, de neef van de hobbit Bilbo uit het eerste boek, die de ring van zijn oom erft, en op de vlucht moet wanneer dienaren van de duistere eigenaar van de ring hem achtervolgen. Terwijl Tolkien aan het boek werkt, schuurt de gesel van de Tweede Wereldoorlog alles in Europa plat. Critici menen dat de visies van Hobbiton bij de terugkeer van Frodo sterk geïnspireerd zijn op het door de Luftwaffe gebombardeerde Engeland. Hoe het ook zij, naarmate hij geconfronteerd wordt met de gruwelen van de nazi's, wordt ook de sfeer in de boeken grimmiger; tegen die tijd is The New Hobbit al lang geen kinderverhaaltje meer. In 1954 moet de uitgever het manuscript bijna uit Tolkiens handen sleuren omdat de meester-perfectionist tot in het oneindige de details ervan wil bijschaven. Het enorm volumineuze werk wordt tussen 1954 en 1955 in drie delen uitgegeven, onder de titel The Lord Of The Rings.


Nog meer dan The Hobbit geniet het boek in de kortste keren grote naambekendheid. De kritieken erover zijn eerder verdeeld, en de BBC maakt in 1956 een sterk ingekort twaalfdelig luisterspel voor de radio. De verkoopscijfers zijn echter fenomenaal, en nog voor de paperback-editie zijn de kosten voor de publicatie al ruim terugverdiend. Die paperbackversie komt er in 1965; alleen is het niet de uitgever die deze op de markt heeft gebracht, maar het gaat om een piraatversie. Vooral in het milieu van hippies wordt het boek beschouwd als het ultieme anti-oorlogsstatement, en het boek bereikt een cultstatus. Het proces over het copyright geeft het boek ook bij het grote publiek mogelijk nog wat meer naambekendheid. Tolkien was financieel gezien binnen voor de rest van zijn leven, maar hij was niet zo gelukkig met de gang van zaken: hij betreurde het idee dat zijn voornaamste fans diegene waren die liefst zijn werk tot zich namen onder invloed van al wat je kan drinken, spuiten of snuiven. Bovendien werd zijn leven onhoudbaar wanneer zijn compleet stonede fans hem midden in de nacht probeerden op te bellen - zonder rekening te houden met het tijdsverschil tussen de Verenigde Staten en Engeland - en het zelfs zo ver kwam dat ze zijn voortuin tot bedevaartsoord opwaardeerden. Tolkien en zijn gezin verhuisden noodgedwongen naar een residentiële wijk in Bournemouth, en namen een geheim nummer. In 1959 treedt Tolkien terug als professor te Oxford. Hij houdt aan de media-gekte een bijzonder wantrouwen over aan alles wat met moderne media te maken heeft. Bij de schaarse interviews die hij weggeeft voelt hij zich zelfs ongemakkelijk als zijn stem met een bandopnemer wordt opgenomen; uit angst dat de opname als het evangelie zal worden beschouwd door een nieuwe generatie hippies.

En Tolkien werkte voort. Honderden, duizenden geschriften rolden uit zijn pen, meestal varianten op het onafgewerkte legendenboek The Silmarillion. Daarnaast schrijft hij ook zowel Middenaarde-gerelateerd werk, zoals The Adventures Of Tom Bombadil, Farmer Giles of Ham, Leaf by Niggle, and Smith of Wootton Major, alsook tal van verhalen die in zijn mythologie passen, als niet-Middenaarde gerelateerd werk, voornamelijk Engels-literaire studiën. Zijn ziekelijke drang naar perfectie maakt dat, telkens hij opnieuw een fanbrief krijgt met een verzoek om meer details in de plot van het boek, delen van Lord Of The Rings gaat herschrijven, en ook zijn nota's voor de "definitieve" versie van The Silmarillion gaat aanpassen. Ook The Hobbit en The Lord Of The Rings komen in gereviseerde versie aan de markt, tot grote frustratie van de uitgever. In plaats van af te geraken genereert Tolkien naast The Silmarillion nog een onontwarbaar kluwen van nevengeschriften, commentaren en uitdiepingen.



BIBLIOGRAFIE
- M. Adelmund. In de ban van Tolkien. Het Spectrum, 2001
- H. Carpenter. Tolkien: A Biography. George Allen and Unwin, London, 1977.
- H. Carpenter. The Inklings: C. S. Lewis, J. R. R. Tolkien, Charles Williams, and their friends. George Allen and Unwin, London, 1978.
- D. Day. The Hobbit companion. London, Pavilion Books, 1997
- P.H. Kocher. Master of middle-earth. Houghton Mifflin, USA
- J. Pearce. Tolkien: man and myth: a literary life. London: HarperCollins, 1998
(Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur.)


Andere artikels van hetzelfde type