LOUISA, EEN WOORD VAN LIEFDE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-11-25
FILM
In 1971 breekt Fons Rademakers met
Mira, Of De Teleurgang Van De Waterhoek in de Vlaamse bioscopen alle records. Willeke van Ammelrooy, de goeduitziende en goed voorziene Nederlandse, is binnen de kortste keren een ster, de fee in de natte droom van alle jongens tot 25 jaar en wellicht erger in de fantasie van hun vaders. De Vlaamse film staat er, in Vlaanderen en Nederland en een opvolger dringt zich op, al was het maar om de kassa aan het rinkelen te houden. Die opvolger wordt – bijna toevallig - door Paul Collet en Pierre Drouot in een scenario gedraaid en beleeft een jaar later – de storm om Mira is nauwelijks gaan liggen – zijn première.
Louisa is zo mogelijk nog controversiëler dan
Mira want in deze film gaat het niet om de zondige verhouding van een meisje met één man, maar met twee mannen: katholiek Vlaanderen beeft.
Dertig jaar later is
Louisa, Een Woord Van Liefde al veel minder spraakmakend dan in 1972 en wordt de dvd-release niet meer gecontesteerd. Misschien beeft een deel van katholiek Vlaanderen nog, maar dat doet het dan in elk geval niet meer openlijk,
en publique of via de media. Blote borsten, daar zijn de meest fundamentalistische landgenoten inmiddels wel op één of andere manier mee vertrouwd geraakt, je kan er op straat, in weekbladen, tijdschriften en op televisie niet meer naast kijken. Bovendien zijn we sindsdien wel het één en ander gewend qua blote venusheuveltjes en suggestieve vrijscènes.
Louisa is één van die films die voortbouwt op wat Willeke van Ammelrooy in
Mira al heeft "bloot gegeven" en de kijker wordt (opnieuw) op zijn wenken bediend: Willeke gaat in
Louisa helemaal uit de kleren en stapt poedelnaakt uit een waterplas richting kijker. Al moet daarbij gezegd worden dat naar verluidt Willeke zich voor die "open en blote" scène heeft laten vervangen door een stand in.
Terwijl er in
Mira sprake is van sociale bekommernis (doorbreken van het isolement en de achterstand van de Waterhoek door de bouw van een brug over de rivier), vinden Colette en Drouot het niet nodig om enige inspanning te doen op dat vlak:
Louisa wordt een film waarvan het scenario op een roltabakblaadje kan worden uitgeschreven met nauwelijks enig zinnige inhoud en zeer weinig bekommernis om een geloofwaardige context.
Louisa is zeer eenzijdig romantisch qua onderwerp en uitwerking: de vader van Louisa (Willeke van Ammelrooy) heeft een huwelijk voor zijn dochter gearrangeerd met de militair Charles (Hugo Metsers), die haar
begeert, maar Louisa wil een romantische liefde. Op haar verlovingsfeest verschijnen Pierre (André van den Heuvel) en Paul (Roger van Hool) om met hun luchtballon de genodigden een luchtdoop te geven. Louisa laat haar oogje op ze vallen en besluit om met beide mannen en een meisje dat ze onderweg hebben opgepikt samen te wonen in een verlaten boerderij van haar vader. Daar komt het al heel snel tot een conflictsituatie omdat beide mannen op haar verliefd zijn. Hoogtepunt van de film wordt een vrijscène met z'n drieën, gevolgd door een gasaanval van de Duitsers (in de eerste Wereldoorlog) en de dood van Louisa, die we in een boerenkar als sneeuwwitje de oprijlaan van haar vaders riante woning zien opdraaien.
Het verhaal van Collet en Drouot is weinig geloofwaardig en gespeend van elke vorm van realiteitszin: in het begin van de vorige eeuw vergooit geen enkele goedgesitueerde dochter van de bourgeoisie haar leven en toekomst voor wat niet meer is dan een stelletje zwervers. Van wat zou een juffer leven die vanaf haar geboorte door huispersoneel is omringd en op haar wenken bediend? Wanneer
Louisa uiteindelijk terugkeert naar haar vader met het verzoek om met haar
vrienden in het
paviljoen te mogen wonen, zit ze in een keurig en prachtig kreukvrij topje met een kapsel waar een goede kapper uren mee bezig is geweest. Heeft ze dat echt allemaal in dat vervallen boerderijtje voor elkaar gebracht in een badkamer met niet meer dan een scheefgezakte wasbak en een gebroken spiegel? Nu zouden we zeggen dat
Louisa weinig politiek correct is.
Louisa ruikt naar de jaren '60, naar de vrije liefde van de flower power-generatie, de tijd van de communes, het leven in de vrije natuur en het neerhalen van de seksuele taboes, naar nostalgie. Collet en Drouot stoppen als het ware de kijker een bos bloemen in het haar en gaan er voor de rest vanuit dat de tijdsgeest, de nostalgie, de voorradige naïviteit en vooral het succes van Mira hun productie in een Vlaamse (financiële) stroomversnelling zal brengen. En dat gebeurt ook:
Louisa ligt op ieders lippen,
Louisa is een succes. Vandaag is het vooral het gebrek aan een fatsoenlijke emotionele en sociaal-maatschappelijke inhoud die de film de das omdoet.
Louisa dobbert voort op Vlaamse boertigheid, Victoriaans puritanisme en de geromantiseerde schijnwereld van burgerij en plebs die nooit heeft bestaan. Een weggelopen weeskindje moet ons emotioneren wanneer het vertelt liever te sterven dan terug te keren naar het
gesticht, want dan
springt ze nog liever door het raam en aan het eind moet hetzelfde meisje ons tot tranen bewegen wanneer ze tegen de dode Louisa
mama, mama zegt, terwijl we op geen enkele manier de indruk hebben gekregen dat Louisa ook werkelijk moederlijke gevoelens voor het kind voelt. Willeke van Ammelrooy steekt met kop en schouders – hier stond bijna borsten – boven de rest van de cast uit, niet wegens haar boeiende of intelligente rol, maar eerder om haar fysieke capaciteiten, zij is hét seksuele icoon van een generatie. Boeiende of intrigerende rollen bevat overigens niet: de acteurs krijgen nauwelijks grondstof aangereikt om een interessante prestatie neer te zetten.
Louisa is vooral mooi en dan saai.
BEELD EN GELUID
Zoals bij vorige uitgaven van het
Filmarchief is ook deze Vlaamse film in perfecte toestand hersteld. De kleuren zijn fel en mooi afgelijnd, het beeld is scherp, weinig korrelig en voorzien van veel details; de pellicule is netjes opgeveegd zonder beschadigingen of vuil. Ook deze feniks is dus uit zijn as herrezen. Het geluid is minder spectaculair, het synchronisme tussen lippen en stem is vaak fout, de heel film door overigens, de stemmen hol en weinig realistisch met te veel echo of te weinig welluidendheid, het kan alle kanten uit. In de muziek herkennen we het liedje dat Ann Christy ooit succes opleverde en voor het overige mooie fragmenten Mozart die de romantiek kracht bijzetten.
EXTRA'S
Voor de extra's is het filmarchief moeten uitwijken naar 2 discs voor dezelfde prijs en dat is een meevaller. Disc 1: Erik Martens heeft zoals bij alle vorige gelegenheden een maximale inspanning gedaan om bij deze Vlaamse film een originele en interessante
making of te maken onder de titel
De Collet & Drouot Archieven, waarin hij aandacht besteedt aan de prille carrière van de regisseurs en de bijval en de schandalen rond hun eerste twee producties
Cash? Cash! en
L’étreinte. Beide producties zijn arthouse-films tout court.
Cash? Cash! is een film in de geest van de late jaren '60, zoals ze zelf aangeven een
clip avant la lettre, met veel jonge meisjes en jongens in bizarre en grappige situaties, allemaal mannequins vóór en collega's van de filmschool achter de camera, een film die bij het jonge volkje heel erg populair is want hij houdt de vinger aan de pols van hun leefwereld.
L’étreinte (op disc 2 met een lengte van 103 minuten) is hun eerste
grote film, in kleur en met een minimale bezetting over een jongeman die een nieuwe werkster aanneemt waarmee hij een ingewikkelde relatie begint van macht en onderwerping. Op het Filmfestival van Antwerpen wordt de prent door de Bestendige Deputatie van de Provincie uit de selectie geweerd wegens haar controversiële karakter: nog steeds in de sfeer van '68 leveren Collet en Drouot een film af met heel veel vrijscènes en bloot. De jury vindt de productie aanstootgevend, de regisseurs, gesteund door Harry Kümel en Maria Rosseels, onderstrepen het kunstzinnige karakter ervan. Maar hun pleidooi vindt geen gehoor en de andere deelnemers trekken uit protest hun films terug. Het festival gaat door zonder langspeelfilmcompetitie. Het is ook het laatste in zijn soort in Antwerpen. Met beide omstreden films bewijzen Collet en Drouot het métier in de vingers te hebben, maar ze zijn er hun tijd mee vooruit en vinden in Vlaanderen geen genade. In het buitenland, vooral in Duitsland, wordt
L'étreinte een megasucces met een plaats in de top-10 van de populairste films van dat jaar. De trailer van
Cash? Cash! staat op Disc 1, samen met die van
Dood van een Non, naar een roman van Maria Rosseels, eveneens een productie van Collet en Drouot.
CONCLUSIE
Louisa, Een Woord Van Liefde oogt mooi en Willeke van Ammelrooy streelt ook hier weer het oog. Collet en Drouot, de scenaristen/regisseurs, plaatsen haar als Louisa in een burgerlijke omgeving, ergens in het begin van vorige eeuw, en confronteren haar met twee snuiters die maar al te graag haar prachtige borsten beroeren en haar tot de hoogste toppen van extase voeren. De film is prachtig gefilmd en uitstekend gerestaureerd, maar inhoudelijk is er sprake van weinig diepgang. Interessanter op deze dubbele dvd is de reportage van Erik Martens en op disc 2 de integrale versie – eveneens van uitstekende technische kwaliteit – van
L'étreinte, misschien wel de beste film die Collet en Drouot samen hebben afgeleverd.