Regie: Oliver Stone
Met: Michael Douglas, Carey Mulligan, Shia LaBeouf, Frank Langella, Josh Brolin, Olaf Rogge
Oliver Stone begint zijn sequel op het moment dat Gekko de gevangenis van New York mag verlaten. Niemand uit zijn voormalige glorietijd staat hem aan de gevangenispoort op te wachten, zelfs zijn ondertussen meerderjarige dochter Winnie (Carey Mulligan) niet, want zij verwijt hem schuldig te zijn aan de dood van haar verslaafde oudere broer. Hij is gestorven omdat jij in de gevangenis zat, zegt ze, niet beseffend dat haar vader tevergeefs geprobeerd heeft om zijn zoon van z’n verslaving af te helpen en daarvoor handen vol geld heeft uitgegeven. Dat haar broer niet was te redden, dat kan Winnie moeilijk accepteren en ze hult zich in zelfbeklag. Bij gevolg loopt haar relatie met de jonge en aantrekkelijke Jake Moore (Shia LaBeouf) niet helemaal lekker, want die werkt voor een verzekeringsmakelaar op Wall Street en is tot op zekere hoogte uit hetzelfde hout gesneden als haar vader… Jake Moore en Gordon Gekko zullen elkaar trouwens heel gauw ontmoeten, want Jake wil in het huwelijksbootje stappen met Winnie, en dat wil hij zoals dat in Amerika gebruikelijk is eerst met haar vader bespreken. Het resultaat is evenwel een samenwerking tussen beide mannen, want Gekko wil de band met z’n dochter herstellen en Jake Moore heeft informatie nodig over bankier Bretton James, die het verzekeringskantoor van zijn baas Louis Zabel via roddel naar de bliksem heeft geholpen. Uieraard wordt Winnie van het een en ander niet ingelicht, waardoor Jake op zijn beurt hun relatie in gevaar brengt.
Uiteraard zou Wall Street: Money Never Sleeps opnieuw over financiële malversaties in het New Yorks milieu behoren te gaan, want dat suggereert de titel, en van een sequel verwacht je dat ook als kijker, maar dat is niet meer dan zeer gedeeltelijk het geval, want de malafide praktijken van Bretton James, voor wie Jake Moore uiteindelijk zal gaan werken, moeten het canvas delen met de relatieproblemen van Jake en Winnie en de poging van Gordon Gekko om via zijn toekomstige schoonzoon de relatie met z’n dochter weer op het goeie spoor te krijgen. Je ben het enige wat ik nog heb, zegt de vader tegen de dochter tijdens een korte ontmoeting, maar dat is op z’n minst dubbelzinnig, want misschien is het hem eerder om de 100 miljoen dollar te doen die hij destijds – toen hij de bui zag hangen - op Winnies naam op een Zwitserse bankrekening in veiligheid heeft gebracht en die hij nu broodnodig heeft om weer mee te spelen in de financiële wereld. Om Jake Moore voor zijn zaak te winnen, belooft hij het geld te investeren in diens ecologische project in Californië, wat bij zijn links geïnspireerde dochter in goede aarde valt, maar een oude vos verliest z’n haren, maar niet noodzakelijk zijn streken en net zoals in de film uit 1987 wordt de beschermeling de dupe van de affaire.
Net zoals in Oliver Stone’s eerste film over de witteboordencriminaliteit in Amerika’s financiële centrum, zullen heel wat kijkers met de ogen knipperen tijdens de scènes waarin ze met hedgefondsen, termijnkredieten, waardeloze aandelen en de gevolgen van een haperende immobiliënmarkt om de oren worden geslagen, toch overheerst de indruk dat Stone in de sequel minder geïnteresseerd is in die problematiek en eerder een manier zoekt om het imago van Gordon Gekko te nuanceren. Schrok hij na de release van Wall Street van het feit dat zijn hoofdpersonage in Amerika’s financiële hart uitgegroeide tot een held en dat heel wat jonge Amerikanen naar een baantje in de financiële sector gingen solliciteren omdat Gordon Gekko hun had geïnspireerd (waardoor Stone’s intenties een omgekeerd effect hadden)? Het lijkt er in elk geval heel erg op, want in Wall Street: Money Never Sleeps doet Oliver Stone meer dan een voorzichtige poging om Gordon Gekko menselijke gevoelens aan te meten. Dat levert een toegankelijkere film op, maar je kan je tegelijk niet van de indruk ontdoen dat het resultaat een eerder onevenwichtige film is met een vrij harde en zakelijke eerste en een niet van meligheid gespeende tweede helft. Dat de verhaallijn over Jake Moore meer dan een toevallige kopie is van die over Bud Fox, het help ook niet echt.
Michael Douglas is opnieuw uitstekend op dreef in de hoofdrol, doch na een pauze van 23 jaar tussen beide films ziet Gordon Gekko er uiteraard veel ouder uit dan je zou verwachten na een gevangenisstraf van 8 jaar. Maar wellicht is dat een detail dat alleen opvalt indien je de films na elkaar bekijkt. Het biedt Oliver Stone wel de mogelijkheid om een bezadigdere Gordon Gekko op te voeren, onder het mom dat hij in de gevangenis lang heeft kunnen nadenken over wat echt belangrijk is in het leven. Het gaat niet om het geld, vertrouwt Gekko z’n pupil Jake Moore aanvankelijk nog toe als die informeert naar de zin van diens schijnbaar nooit verzadigde geldzucht, het gaat om het aanzien dat je erdoor geniet. Maar eens hij z’n oude niveau weer heeft bereikt, merkt Gordon Gekko dat hij er niet meer hetzelfde plezier aan beleeft en dat er dingen belangrijk worden die in zijn vorige leven nauwelijks of veel minder een rol speelden. Misschien lijkt Gordon Gekko wat dat betreft een beetje op Oliver Stone anno 2010?
Shia LaBeouf kruipt in de huid van Jake Moore, de verloofde van Gordon Gekko’s dochter Winnie, die eveneens werkzaam is op Wall Street en die na de zelfmoord van Louis Zadel, de man die hem alles heeft geleerd, een wraakactie op touw zet tegen bankier Bretton James die hij verantwoordelijk acht voor het faillissement van Zadels verzekeringskantoor. LaBeouf heeft een kleinere rol dan Charlie Sheen destijds en zijn personage Jake Moore wordt niet geconfronteerd met Bud Foxs ethische conflict om al dan niet de wet te overtreden. Bovendien moet hij screentijd delen met Carey Mulligan, wier personage Winnie Gekko, ondanks een beperkt aantal scènes, een heel belangrijke rol krijgt in de voortgang van het scenario. Desondanks maakt Shia LaBeouf een goede indruk, ook al is Jake Moore meer de mooie jongen dan de harde financiële zakenman. Oliver Stone is vooral een regisseur van mannenfilms (Alexander, 2004; Nixon, 1995; Born on the Fourth of July, 1989) en dus zal het je niet verbazen dat hij weinig interesse heeft voor het personage Winnie Gekko. Carey Mulligan doet haar best, maar wegens een beperkte bewegingsruimte, wordt Winnie nooit meer dan een meelijwekkende jonge vrouw die het eerder van lichaamstaal dan van dialogen moet hebben.
BEELD EN GELUID
Het kleurenpalet van Wall Street: Money Never Sleeps is ruim dankzij heel veel verschillende locaties: de gevangenisscène in het begin van de film, de kantoren van Louis Zadel, de vergaderzaal van de beurswaakhond, het interieur van de dure flat van Jake en later van het conventionelere appartement dat hij met Winnie deelt, de kantoorscènes in Londen waar Gordon Gekko z’n tweede carrière begint, etc. De soundtrack is van de hand van Craig Armstrong (Desert Flower, 2009; Snowden, 2016)