Regie: Olivier Marchal, Frédéric Schoendoerffer
Met: Jean-Hugues Anglade, Nicolas Duvauchelle, Joseph Malerba, Karole Rocher, Geoffroy Thiebaut, Alain Figlarz, Samuel Le Bihan, Pascal Elso, Joël Lefrançois
Het viertal Eddy Caplan, Théo Vachewski, Walter Morlighem en Roxane Delgado vormt samen een team. Ze werken voor de SDPJ (Sous-Direction de la Police Judiciaire), een afdeling van de gerechtelijke politie die zich bezighoudt met zware criminaliteit in het departement Hauts-de-Seine (Parijs en ruime omgeving). Eigenlijk zijn ze met z’n vijven, maar hun collega Max, die over een tijdje met pensioen zou gaan, pleegt halfweg aflevering 1 zelfmoord na een uit de hand gelopen incident met een Noord-Afrikaanse tiener dat ervan verdacht wordt betrokken te zijn bij de verkrachting van én de moord op een hoogzwangere vrouw in Nanterre. Tijdens de ondervraging is Max heel even z’n koelbloedigheid kwijt geraakt en dat kost de jonge Noord-Afrikaan een oog. Later blijkt dat hij ook bedreigd is met een metalen staaf en dat in z’n anus kwetsuren zijn geconstateerd. Max ontkent dat hij de jongen heeft gepenetreerd met de staaf en z’n collega’s getuigen dat hij niet dát soort man is, maar de verdenking weegt zwaar en als blijkt dat men van hogerhand niet zinnens is om de klacht te seponeren, ziet Max maar een oplossing: een kogel door z’n eigen kop.
Ondertussen zijn de mannelijke leden van het zgn. Caplan-team (Eddy Caplan is als oudste de hoogste in rang) ook te ver gegaan. Om de eer van hun collega Max te redden hebben ze de jonge Noord-Afrikaan uit z’n cel ontvoerd met de bedoeling hem onder druk te zetten opdat hij z’n bezwarende verklaring (over fysieke penetratie in dit geval) zou intrekken en bij die actie heeft Théo Vachewski (lichtjes onder invloed van cocaïne) de knaap doodgeschoten. Roland Vogel, inspecteur bij de politiedienst die de politie controleert, gelooft aanvankelijk in een bevrijding door medestanders, maar als het lijk van de Noord-Afrikaan (of wat ervan overblijft) wordt teruggevonden in een uitgebrande bestelwagen, verschijnen de politiemannen van het Caplan-team op zijn radar, want dat ze zeer efficiënte zijn en van aanpakken weten is algemeen bekend bij de Franse gerechtelijke politie, maar dat ze daarvoor vaak methodes gebruiken die vergelijkbaar zijn met die van echte criminelen is al vaker geopperd en Roland Vogel heeft als zeer speciale opdracht om het Caplan-team te betrappen om het vervolgens op te doeken, de leden voor de rechter te brengen en zo mogelijk achter de tralies te laten verdwijnen.
De nieuwsgierigheid van Roland Vogel en z’n medewerkers komt Eddy, Théo, Walter en Roxane heel slecht uit, want in hun poging om Max vrij te pleiten gaan ze over de zgn. gele lijn. De dood van de Noord-Afrikaanse verkrachter is het begin, maar als ze bijna op hetzelfde moment een zware crimineel arresteren, hem tijdens de ondervraging aftuigen en hem 25.000 euro lichter maken (geld dat ze nodig hebben om de echtgenote en drie kinderen van Max te laten overleven in moeilijke omstandigheden), trekken ze een spiraal van geweld op gang met nauwelijks te beheersen consequenties en maken ze het Roland Vogel gemakkelijk om bewijzen te verzamelen over hun niet zo legale praktijken, want waar wapens kletteren en bloed vloeit, blijft er uiteraard altijd wel wat DNA-bewijsmateriaal achter. Als Eddy Caplan van de weduwe van Max een envelop krijgt met foto’s van een radicale moslim die eerder ook al tijdens een ondervraging om het leven kwam (hij kreeg een hartinfarct), wordt het bovendien duidelijk dat Vogel niet meer is dan een stroman voor iemand uit de hogere politiehiërarchie die wraak wil nemen op Eddy Caplan en z’n maten. En uitgerekend op dat moment valt een voor het Caplan-team zeer compromitterende crimineel in handen van een andere unit van de gerechtelijke politie van Hauts-de-Seine. Hun lot lijkt bezegeld.
Scenarist/regisseur Olivier Marchal heeft voor dit eerste seizoen van Braquo een boeiende verzameling verhalen uit z’n pen laten vloeien over een politieteam dat het niet zo nauw neemt met de regeltjes, maar dat zelf het slachtoffer wordt van de niet propere aanpak door een figuur uit het politiemilieu met heel veel macht en invloed. De pot verwijt m.a.w. de ketel en bij ons zou een dergelijke situatie betekenen dat het zgn. Comité P (Vast Comité van Toezicht op de Politiediensten) de wanpraktijken van politiemannen en politieteams onderzoekt en daarbij dezelfde illegale methoden hanteert als die politiemannen en politieteams. Het verschil met Frankrijk zit ‘m in het feit dat het Comité P bij ons niet uit politiemannen bestaat, maar uit ambtenaren met politionele bevoegdheid, waardoor er meer garanties zijn voor onpartijdigheid en tegen belangenvermenging. Situaties zoals in Braquo zouden zich dus bij ons op een dergelijke manier niet voor mogen doen, hoewel men zich kan voorstellen dat er dan weer andere opportuniteiten en situaties ontstaan. Maar interne controle is overal een heikel onderwerp, want in geval van negatieve conclusies worden er uiteraard zondebokken gezocht en die zitten altijd hogerop en gezien men hogerop meestal ook meer invloed en macht heeft, bestaat het gevaar dat er druk uitgeoefend wordt. Bij de gerechtelijke politie van Hauts-de-Seine is dat het geval, want minstens één hogere officier acht het Caplan-team verantwoordelijke voor de dood van een verdachte met wie hij ooit heel nauwe banden had. Gezien het team reeds een niet al te goede naam heeft, is het maar een kwestie van tijd vooraleer het ontmaskerd wordt met behulp van vals of geprepareerd bewijsmateriaal. Maar dat is zonder Eddy Caplan gerekend die er alles aan doet om z’n collega’s uit de vuurlijn te houden.
Jean-Hugues Anglade (Villa Amalia, 2009; Taking Lives, 2004) kruipt in de huid van Commandant Eddy Caplan, teamleider en degene die het denkwerk doet voor z’n twee mannelijke en één vrouwelijke collega. Z’n directe baas Louis Bordier heeft hem altijd de hand boven het hoofd gehouden, maar nu die overgeplaatst is naar Montpellier, komt het team in moeilijkheden, want z’n opvolger eist van z’n medewerkers schone handen en precies dat is altijd al een moeilijk punt geweest in de relatie tussen het Caplan-team en het criminele milieu. De gangsters zijn veranderd, dus veranderen onze methodes ook, is Eddy Caplans lijfspreuk en precies dat zorgt voor een aanvaring met z’n nieuwe hiërarchische overste. Nicolas Duvauchelle (La Fille Du RER, 2009; White Material, 2009) neemt de rol van Théo Vachewski voor z’n rekening, een jonge politieman die regelmatig cocaïne gebruikt en die voor Eddy Camplan door een zou gaan. Duvauchelle maakt van het personage een professionele, maar een beetje een nerveuze politieman die zich in stresssituaties niet helemaal aan de regels houdt en die het team via de moord op de jonge Noord-Afrikaan in grote moeilijkheden brengt. Joseph Malerba (Die Unerzogenen, 2007; 13 Tzameti, 2005) speelt de rol van de kaalhoofdige Walter Morlighem, een flik die het denkwerk aan z’n maat Eddy Caplan overlaat, maar die er niet voor terugschrikt om zich in zeer gevaarlijke situaties te wagen indien nodig. Hij heeft een depressieve vrouw, twee kinderen en speelschulden, want om z’n gezin overeind te houden heeft hij meer geld nodig dan wat de Franse staat elke maand op z’n rekening overschrijft. Hij brengt Eddy Caplan in extra moeilijkheden als hij op een keer z’n schulden niet kan betalen, door Oost-Europese criminelen wordt ontvoerd, gefolterd en alleen levend terugbezorgd wordt tegen een losgeld van 300.000 euro. Karole Rocher (Les Neiges Du Kilimanjaro, 2011) ten slotte neemt de rol van het enige vrouwelijke teamlid Roxane Delgado voor haar rekening, een jonge goeduitziende vrouw met depressieve neigingen (als gevolg van de dood van haar vader) die in de serie niet echt veel om handen heeft. Zij wordt door haar collega’s niet betrokken bij hun illegale ondernemingen en zit meestal op kantoor om de identiteit van criminelen na te trekken of gewoon om de telefoon te bemannen.