:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> FATALE DILEMMA, HET
FATALE DILEMMA, HET
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2017-11-09
DOCUMENTAIRE
In Het Fatale Dilemma reconstrueert regisseur Willy Lindwer de historiek van de Joodse Raad van Amsterdam in de periode 1941-1943, een commissie die door de Duitsers kort na de bezetting van Nederland werd opgericht om toezicht te houden op de Joodse gemeenschap. Naast de Amsterdamse Raad in een statig pand op nummer 74 aan de Oude Schans, waren er ook plaatselijke afdelingen in de provincie. Het ging om een zgn. staat in de staat, want de bevelen kreeg de Raad direct van de Duitsers, zonder tussenkomst van de Nederlandse overheid. De Joodse Raad was m.a.w. met handen en voeten gebonden aan de Duitse bezetter en kwam in zwaar weer toen de deportaties begonnen, waarop de raadsleden overigens geen enkele invloed hadden.


  
 


De Joodse Raad bestond uit 20 vooraanstaande Amsterdamse Joden, het uitvoerend comité uit vijf leden met als voorzitters de diamantair Abraham Asscher en prof. dr. David Cohen, mannen die al sinds het begin van de eeuw elk op hun manier betrokken waren bij de hulp aan joodse vluchtelingen na pogroms in Rusland en Polen. Na het massale ontslag van joodse ambtenaren (herfst 1940), de invoering van de letter J in joodse persoonsbewijzen en de registratie van alle joden in een register (januari 1941), het afzetten van de Joodse wijk door Nederlandse politiemannen (begin februari 1941) en vechtpartijen tussen joden en NSB’ers in dezelfde periode, besloten de Duitsers op 12 februari 1941 tot oprichting van de Joodse Raad. Bram Asscher werd benaderd en hij stelde David Cohen voor als medevoorzitter. In zijn speech deelde Asscher mee dat het hem de enige manier leek om voor de joden in Nederland iets te doen en dus vroeg hij het vertrouwen van de joodse medeburgers die de openingsvergadering bijwoonden. Volgens Ab Caransa riep de Raad alle joden op om hun wapens in te leveren en al op 22 en 23 februari organiseerden de Duitsers een eerste razzia om de gevechten tussen joden en NSB’ers de kop in te drukken. De Nederlandse bevolking reageerde met de zgn. Februaristaking, waardoor het openbaar vervoer en de openbare diensten stillagen.

 

  

 


Enkele weken na z’n oprichting, kreeg de Raad de opdracht om een lijst samen te stellen van alle jonge joodse mannen die in aanmerking kwamen voor tewerkstelling in het oosten. Het was de eerste keer dat Asscher en Cohen door de Duitsers werden bedrogen: de mannen werden afgevoerd naar het concentratiekamp van Mauthausen. In de zomer van 1941 werd de joden de toegang tot openbare plaatsen verboden en vanaf augustus mochten joodse schoolkinderen niet meer naar openbare en gelijkgestelde onderwijsinstellingen. Na de Wannseeconferentie in januari 1942, waar tot de definitieve oplossing van het Jodenvraagstuk werd besloten, introduceerden de Duitsers de Jodenster. Eind juni werd de Raad verplicht om een lijst op te stellen van alle 16 tot 40 jarige mannen (en hun ev. gezinnen) die in aanmerking kwamen voor tewerkstelling in het oosten. Er werd geprotesteerd, maar David Cohen was formeel: de Raad hield zich aan zijn opgelegde taken. Dat hadden de Nederlandse ambtenaren eerder gedaan bij het registeren van de Joden en dat zou de Nederlandse politie nadien doen tijdens de door de Duitsers georganiseerde razzia’s. Tot mei/juni 1943 werden in Amsterdam 44.000 en in de provincie 18.000 joden tijdens dergelijke acties opgepakt en eerste naar het doorgangskamp Westerbork en nadien naar Polen verscheept. Dankzij de welwillendheid van ambtenarenkorps en politie werden in Nederland procentueel meer joden weggevoerd naar de kampen dan in eender welk ander West-Europees land...

 

  

 


Als gevolg van de strikte organisatie, waren alle Nederlandse joden aangewezen op de Joodse Raad, want alleen daar kon men aan vergunningen geraken om naar andere plekken in het land te reizen of een vrijstelling voor transport – een zgn. Sperre – krijgen, die vaak het verschil maakte tussen leven of dood. De leden van de Raad en hun medewerkers waren in het bezit van een Sperre, die ook van toepassing was op hun familieleden, samen goed voor meer dan 17.000 vrijgestelden. Maar elke dag stonden er honderden huilende en jammerende mensen voor de deur van Oude Schans 74 om een dergelijk document in handen te krijgen. Mirjam Bolle-Levie, die als secretaresse voor de Joodse Raad werkte, herinnert zich de afschuwelijke scènes die zich op straat afspeelden. Joden hadden geen auto of fiets meer, zegt ze, sommigen kwamen van ver en hadden uren gelopen om dan vast te stellen dat er een paar honderd al in lange rijen stonden… Maar de vrijstellingspolitiek was niet meer dan een kat-en-muis-spelletje, want wie van de lijst verdween, werd door een andere jood vervangen. Van de voorgeschreven aantallen te deporteren joden werd nooit afgeweken.

 

  

 


Gelukkig keek niet iedereen de andere kant op. Er werden onderduikorganisaties opgericht, maar jammer genoeg was er een voortdurend gebrek aan bruikbare adressen. In Amsterdam was Walter Süsskind, de beheerder van de Nederlandse (tegenwoordig: Joodse) Schouwburg, erg goed in het laten onderduiken van joden. Hij hielp meer dan 600 kinderen en honderden mannen en vrouwen aan een veilig adres. De Joodse Raad hield zich evenwel ver van de hulp aan onderduikers of het organiseren van dergelijke netwerken. Asscher en Bram wilden conflicten met de Duitsers vermijden. Zij voerden een politiek van uitstellen en vertragen. Uiteindelijk konden ze niet weten dat de oorlog lang genoeg zou duren om de Duitsers toe te laten hun duivelse plannen omtrent de joden uit te voeren...
\
 

  

 


In mei/juni 1943 was de klus geklaard en dus werd de Joodse Raad op 29 september opgeheven. Asscher en Cohen kregen de opdracht om een lijst te maken van 7000 medewerkers van hun eigen organisatie die in aanmerking kwamen voor deportatie (omdat ze zonder werk zaten en/of misbaar waren). Daarvoor kregen ze 4 dagen, maar ze slaagden er niet in om de oproepen tijdig op de post te doen waardoor er zo goed als niemand op het station verscheen. De Duitsers reageerden met twee grote razzia’s (opnieuw met de hulp van de Amsterdamse politie). Uiteindelijk zaten alle leden van de Joodse Raad, inclusief de top, op het laatste transport naar het oosten.

 

  

 


Abraham Asscher en David Cohen overleefden de oorlog. Asscher kwam als een gebroken man terug en stierf in 1950. De minister van Justitie besloot om de strafzaak tegen Cohen wegens vermeende collaboratie te seponeren, maar wellicht wilde hij vooral voorkomen dat opnieuw de aandacht werd gevestigd op de slappe houding van het Nederlandse ambtenarenkorps en de Nederlandse politie tijdens de bezettingsperiode. De geïnterviewde mannen en vrouwen in de documentaire – de meesten overlevenden van de kampen – houden het erop dat Asscher en Cohen geen keuze hadden, want dat de Duitsers ze beslist door andere joden hadden vervangen. Ik was het niet altijd met Cohen eens, zegt Mirjam Bolle-Levie, vooral niet in de eindfase, maar ik besef dat hij geen speelruimte had.

Willy Lindwer illustreert de documentaire met foto’s uit het fotoboek dat ter gelegenheid van David Cohens 60ste verjaardag  werd samengesteld door Johan de Haas, die de activiteiten op de Oude Schans 74 gedurende enkele weken mocht fotograferen. Uniek materiaal dat is aangevuld met recente opnamen van de gebouwen die een rol spelen in de historiek.

 

  

 
BEELD EN GELUID
De recente interviews (1995) zijn van goede kwaliteit en uiteraard in kleur, de rest van het materiaal (vooral foto’s van toen) is in zwart-wit. De geluidstrack is vooral sober.
 
EXTRA’S
Geen
 
CONCLUSIE
Ook bij ons bestonden Joodse Raden tijdens de Duitse bezetting en je kan je voorstellen dat het er ongeveer op dezelfde manier aan toe ging. Van het Antwerpse politiekorps is overigens bekend dat het net zoals het Amsterdamse zeer actief heeft meegewerkt aan de opsporing van joodse medeburgers en de nachtelijke razzia’s van de Duitsers. Zo ver weg en toch zo dichtbij...



  



cover



Studio: Source 1 Media

Regie: Willy Lindwer
Met: Johan de Haas, Herman Cohen, Jaap van Meekren, Gerard en Ralph Polak, Jo van den Hal, Karel Hartog, Sem Dresden, Mirjam Bolle-Levie, Ab Caransa, Cecile A. Kanteman

Film:
7,5/10

Extra's:
0/10

Geluid:
7,5/10

Beeld:
7,5/10


Regio:
2

Genre:
Documentaire

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
1995

Leeftijd:
12

Speelduur:
60 min.

Type DVD:
SS-SL

Barcode:
8717662573828


Beeldformaat:
1.33:1 PAL

Geluid:
Nederlands Dolby Surround 2.0

Ondertitels:
geen
Extra's:
• geen

Andere recente releases van deze maatschappij