:: ARTIKELS ::
DVDInfo.be >> Artikel >> Interview >> INTERVIEW JOHN RHYS-DAVIES
INTERVIEW JOHN RHYS-DAVIES
Type: Interview - Datum: 2003-10-11 - Geplaatst door: Werner
John Rhys-Davies beleeft aan zijn rol van Gimli in de Lord Of The Rings-trilogie misschien zijn grootste succes, een onbekende is deze Welshe acteur zeker niet. Bekend van TV-reeksen zoals Shogun, Sliders en I, Claudius en films als Victor/Victoria en twee van de drie Indiana Jones-films, heeft deze acteur de weg gevolgd die velen hem zijn voorgegaan: door het Britse theather, en dan vooral Shakespeare-uitvoeringen, is hij uitgegroeid tot een icoon dat intussen al meer dan dertig jaar een staat van dienst heeft. En alsof dat niet genoeg is, verschijnt de man af en toe al eens in een computerspel, zoals de rol van Paladin in de Wing Commander-reeks.

EA Games brengt op 17 november e.k. een nieuw Lord Of The Rings-computerspel uit, The Return Of The King, op zowat alle denkbare platforms. Eén en ander moet natuurlijk dienen om de hype rond de release van de derde, gelijknamige bioscoopfilm in december nog wat aan te zwengelen. Naast het feit dat de firma nauw samenwerkt met de producenten van de film, en onder meer origineel beeldmateriaal mocht gebruiken, werden in deze third person action-game onder meer de stemmen van acht acteurs, waaronder Elijah Wood, Ian McKellen en Andy Serkis gebruikt. Doel van het spel is je als gebruiker een deel van de film zelf te kunnen mee te laten beleven, en, zoals de game-producenten er zelf graag mee uitpakken, is dit the closest thing to actually playing in the movie yourself. En het spel ziet er inderdaad impressionant uit, maar U zal zich nu toch ongeveer moeten hebben afgevraagd wat een review van een spelletje, al is dat gebaseerd op een film, op een DVD-site als DVD Info komt doen. Niets. Absoluut niets. Behalve dan dat de mensen van EA Games zo vriendelijk waren om acteur John Rhys-Davies, die voor het spel zijn stem leende in zijn glansrol van Gimli, son of Gloín, naar België te halen, en een drie kwartier durende persbabbel te organiseren met deze beminnelijke, grappige en intelligente acteur. Die drie kwartier liepen al snel uit tot anderhalf uur, waarin de verzamelde pers aan de lippen van de acteur hing, en hem hoorde uitwijden over digitale acteurs en het leven na de dood, zijn aanvankelijke aarzeling om in Peter Jacksons project te stappen, de saaie uren in de make-up trailer, schaken, en hoe een acteur kan voorkomen dat hij na een paar jaar hopeloos is opgebrand. Het werd een interessant gesprek, en DVD Info was erbij.


"Heeft de Belgische pers niets beter te doen dan een voormiddag naar het geleuter van een ouwe sok te komen luisteren?" De relativerende toon is onmiddellijk gezet voor anderhalf uur gezellig keuvelen met John Rhys-Davies, die blijkbaar nooit eerder in België is geweest. Je zou amper kunnen geloven dat deze keurige gentleman momenteel het hoogtepunt van zijn carrière beleeft als een vieze, ongekamde en rancuneuze dwerg. Af en toe imiteert Davies de stem van zijn wereldberoemde alter ego, en dan is het telkens weer lachen geblazen. "Serieus nu", zegt hij. "Ik ben zelf een enorme SF-fan. Ik heb zelfs ooit de echte Buzz Aldrin de hand gedrukt!", waarop hij onmiddellijk inpikt op een journalist die bij het vernoemen van Aldrin het in Keulen schijnt te horen donderen. "You know, second man on the moon," Maar al snel wordt de conversatie iets diepgaander. Samen met andere persmensen krijgen we uitgebreid de gelegenheid om alles te vragen wat er op onze tong ligt.

DVD Info: De gelijkenis tussen de Gimli uit de film en die uit het computerspel is treffend. Bent U niet bang dat de computergeanimeerde acteur uiteindelijk de echte uit het vak zal duwen?

John Rhys-Davies: Met het trucje van digitalizeren van gezichten hebben we inderdaad het einde nog lang niet gezien. Maar ik merk toch dat het publiek er op de duur genoeg van krijgt. Ik vond bijvoorbeeld de gevechtsscènes in het spel zeer mooi, maar toch konden ze mijn aandacht niet zo lang houden als echt spelen in échte gevechtsscènes. Er ontbreekt gewoon iets aan. De digitale techniek zal volgens mij het acteren nooit volledig kunnen verdringen. Dat de filmindustrie zich bedient van digitale trucjes, is een onomkeerbare evolutie. Kijk maar wat we er met Lord Of The Rings allemaal mee hebben kunnen doen. Maar om een rol écht in te vullen heb je heel wat meer nodig dan de karakteristieken van een digitale compositie. Om dat menselijke trekje te kunnen benaderen, zou je een digitaal genie nodig hebben. En dat zal mijn tijd wel duren (lacht).

Wat is precies de aantrekkingskracht van het SF/Fantasy-genre?

Science fiction is een belangrijk genre omdat het de grenzen van onze verbeelding aftast, en ons een spiegel voorhoudt over hoe onze toekomst er uit zou kunnen zien. Zo herinner ik me, toen ik 14 was, dat onze scheikundeleraar op een morgen, terwijl hij zijn handen aan de bunsen-brander warmde, ons vroeg of we al gehoord hadden over de wetenschappelijke ontdekking van de dag. Het bleek dat enkele Britse wetenschappers een methode hadden ontwikkeld om kernfusie te laten plaatsvinden. En voorlopig was een dergelijke vinding nog onbruikbaar, want ze moesten er nog meer energie insteken dan dat eruit kwam, maar de man schilderde ons een toekomst waarin elektriciteitswinning een fluitje van een cent zou zijn. Wel, we zijn nu veertig jaar later, en er is intussen nog niets wezenlijks veranderd. Bovendien was de man intussen met zijn achterste op zijn bunsen-brander gaan zitten, en stond zijn kont in brand. Maar ik en mijn klasgenoten gaven geen kik.

Toen al de grapjas die U ook als Gimli in de films speelt. Brengt U in het spel even veel humor als in de films?

Weet je, Tolkien zelf meende dat zijn boek onverfilmbaar was. Essentieel is The Lord Of The Rings een simpel verhaaltje: de hobbits leven in peis en vree in hun huizen, en alles is goed. Maar dan komen er problemen aanzeilen, wordt er gevochten, gaat het van kwaad naar erger... en wat je dan overhoudt is een redelijk deprimerend geheel; er is zelfs geen tijd voor een behoorlijke love story. Om dat structurele probleem wat op te vangen hebben we bewust gekozen om Gimli de dwerg consequent te gebruiken om het geheel door middel van humor wat op te laten leven. En feitelijk is het een mooi contrast: de kleine dwerg, die de grote held van de wereld wil worden. Zijn kleine gestalte is al intrinsiek grappig, dat zie je bijvoorbeeld al in de scènes waarin hij met Aragorn en Legolas grote afstanden moet lopen in zijn achtervolging van de Orcs. Het is echt een wonderful comic character, hij dient als bliksemafleider om de spanning wat te verlichten. Het is daarbij belangrijk dat je als acteur wat ruimte krijgt om te improviseren, en ook in het spel kunnen we daar de verhaallijn wat onconventioneler maken.

The Lord Of The Rings is een enorm moeilijk boek om aanvaardbaar te bewerken, zeker omdat het één van de belangrijkste literaire werken van de laatste eeuw is. Neem nu bijvoorbeeld de teksten die Treebeard moet uitspreken (NVDR. deze worden eveneens verzorgd door John Rhys-Davies). Treebeard is het oudste levende wezen op aarde, net als een gigantische computer die over alles herinneringen in zijn geheugen heeft opgeslagen. Alleen is zijn processor wat aan de trage kant. Zowel Gimli als Treebeard uit de film zijn één mogelijke intepretatie van de karakters zoals ze in het boek voorkomen. En wat er uiteindelijk van is overgebleven, is het resultaat van veel experimenteren, en soms goede ideeën moeten laten wijken om de dingen die je overhoudt des te beter kunnen te laten op de voorgrond treden. Het siert overigens Peter Jackson dat hij Treebeard niet gewoon uit de verfilming heeft weggelaten. Ik had hem nochtans iets in die zin gesuggereerd, maar Peter zei dat hij dat de fans niet wilde aandoen. Maar een andere reden was zeker dat hij de uitdaging wilde aangaan. Eigenlijk had hij dat goed bezien: als Treebeard een succes zou worden, zou hij het op zijn rekening schrijven, en als het een flop zou geworden zijn, kon hij de schuld in mijn schoenen schuiven (lacht).


Met een figuur als Treebeard of onder een dikke laag prostetische make-up wordt U natuurlijk minder snel herkend op straat...

Ja, wat zijn wij acteurs dom, nietwaar? We doen dertig jaar de moeite om beroemd te worden, en als het dan eindelijk zo ver is, dan verkleden we ons onherkenbaar! De uren die ik heb doorgebracht in make-up staken soms wel wat tegen. Voor je in een project als dit hier stapt, ken je alle problemen apart, en heb je uren gespendeerd aan het leren bijlzwaaien, paardrijden en op de juiste manier bewegen, maar als je dan de eerste dag op de set verschijnt, komen die problemen allemaal samen, én krijg je op de koop toe nog een hoop prosthetics en een harnas aan. Die verdomde dingen beperken bovendien je gehoor. En dan moest ik, omdat ik een dwerg speelde, soms nog op mijn knieën gaan zitten met al die accessoires aan mijn lijf. Je kan je dan wel inbeelden dat als ik toen viel - met een bijl zwaaien is fysiek erg zwaar - ik niet meer zonder hulp recht kon! Die oude man in The Karate Kid zei ooit eens: "If a man cannot stand on his legs, he cannot fight!" Ik ben het levende bewijs van het tegendeel.

Waarom haten dwergen om rondgeslingerd te worden?

(wordt gespeeld kwaad) Nobody tosses a dwarf! It is just demeaning! Weet je dat ze in Australië ooit een wet hebben moeten stemmen die het opgooien van dwergmensen in zeildoeken verbood? Het was namelijk vernederend voor de dwerg in kwestie! Dus je begrijpt...

Wat vond U de grootste uitdaging, Treebeard of Gimli?

Uiteindelijk, ondanks de urenlange marteling van de make-up denk ik dat ik meer voldoening aan mijn rol als Gimli heb beleefd. Alhoewel Treebeard me slapeloze nachten heeft gekost, nadat Peter Jackson me had gevraagd om zijn stem in te spreken. Want hoe doe je in 's hemelsnaam een pratende boom na, met krakende wortels en ruisende bladeren. We hebben allerlei trucjes met de audio geprobeerd, zoals er een enorme lage toonhoogte van te maken (begint zeer laag te spreken) maar dat klonk op de duur te veel als een walvis. We probeerden ook om verschillende accenten door elkaar te weven; tenslotte is Treebeard een figuur die door alle streken reist. Maar we waren uiteindelijk toch niet tevreden over het eindresultaat, en zijn van nul herbegonnen. Treebeard is niet alleen oud, maar ook immens krachtig. Hij is de incarnatie van het milieubewustzijn, maar tegelijkertijd toch extreem zachtaardig; de vriendelijkheid zelve, zo je wil. Kan je je immers een zachtaardiger beroep voorstellen dan herder van de bomen? (denkt even na) Maar om op je vraag terug te komen: Gimli was, vergeleken met Treebeard, eigenlijk pervers gemakkelijk.

Hebt U zelf veel ervaring met videospelletjes?

Mijn leven is een heksenketel, waarin ik van plaats naar plaats loop, en ik soms toch zo weinig tijd overhoud voor boeken te lezen, of te schrijven, mijn andere liefde. Mijn zoon heeft mij ooit eens attent gemaakt op Tetris, je weet wel, dat Russische spelletje met die vallende blokjes. Ik heb toen veertien uren aan een stuk gespeeld, en kwam toen tot de conclusie dat ik nóg minder tijd overhield (lacht). Ik speel overigens veel liever schaak. Overigens, het laatste échte goede schaakspel dat ik ooit heb gespeeld was toen we voor opnames enkele jaren geleden in Zuid-Afrika waren. Ik zat op een avond achter een schaakbord, en toen klampte een grote, domme Bulgaarse stuntman me aan, en vroeg of ik geen zin had in een spelletje schaak. Weet je, met een spel als schaak kan je soms het karakter van de mensen beoordelen. En hij was dus een grote domme Bulgaarse stuntman, zoals gezegd, en ik had besloten me het eerste spelletje niet voluit te laten gaan en hem te laten winnen. Maar tegen het vijfde spelletje merkte ik dat hij zelfs moeite aan het doen was om mij te laten winnen. Ik had hem blijkbaar onderschat, en vroeg hem op welk niveau hij speelde. Toen zei hij me dat hij ooit eens een gelijkspel had gespeeld tegen Kortsjnoy (NVDR één van de grootste schaakkampioenen aller tijden). De Bulgaar is intussen dood, vermoord in één of andere "zakendeal"...


Als ze na uw dood een film over uw leven zouden moeten maken, wie zou U dan willen dat uw rol speelde?

Wel, in 1985 heb ik een vliegtuigcrash overleefd. In die enkele seconden vooraleer je de grond raakt heb je dan schijnbaar een zee van tijd om na te denken over je leven. Ik was niet echt bang voor de dood, wel voor de pijn die er aan vooraf zou gaan. En op zo'n moment krijg je een soort van psychisch laken van depressie over je heen getrokken: je denkt dan bij jezelf dat dit een uiterst stomme manier is om te sterven, en dat je nog zoveel dingen niet gedaan hebt. Meer schrijven. Of meer tijd spenderen met mijn kleinkinderen, die ik zelfs nog niet gezien heb. Of weet je waar ik echt bang voor ben? Om in plaats van te sterven, hulpeloos als een plant in zo'n Brits hospitaal te liggen volgestoken met naalden, waarbij er dan zo'n typische Engelse domme verpleegster je om de haverklap komt zeggen dat alles wel goed met je zal komen, terwijl je weet dat je stervende bent... Dan heb ik achteraf bekeken toch liever die vliegtuigcrash! Eh, sorry, wat was je vraag? Wie mijn leven zou moeten naspelen? Misschien wel Brian Blessed, een geweldig goede acteur.

Geeft het videospel U een andere kijk op The Lord Of The Rings?

Ja. Volgens mij kan de vaardigheid waarmee men beslissingen neemt door dit soort spelletjes aangescherpt worden. Je moet onmiddellijk reageren op wat er rondom jou gebeurt. Voor die paar keren dat ik tijd had om dergelijke spelletjes te spelen, hield ik er wel van. Maar de echte gameplayer van de familie is mijn oudste zoon. Monopoly, Risk, de eerste generatie computerspelletjes... hij heeft het allemaal meegemaakt. En nu is hij bezig de Encyclopedia Brittanica te lezen, hij zit al in deel vijf. You see, madness runs in the family (lacht).

Klopt het dat alle negen de castleden van The Fellowship of The Ring een tatoeage hebben laten zetten?

Wel, het begon allemaal toen de hobbits (NVDR Elijah Wood, Sean Astin, Dominic Monaghan en Billy Boyd) op een avond zich aan het vol waren laten lopen in een pub in Christchurch. Op gegeven ogenblik begonnen ze over die tatoeage. Maar de dwerg was niet aanwezig bij het gezelschap van de hobbits. Die zat namelijk thuis, zijn gezicht opgezwollen door een allergie voor de gebruikte plastieken prothesen. De hobbits bleven echter aandringen dat alle leden van de Fellowship zich zouden moeten laten tatoeëren. Nu vind ik dat ik geen wandelend reclamepaneel ben, en het idee van een dronken Maori die met een naald in mijn huid zou boren, sprak me ook al niet aan. Dus heb ik gedaan wat elke acteur doet die vies is van een bepaalde scène in te blikken: ik stuurde mijn stunt double in mijn plaats... Ik ben dus de enige zonder die tatoeage. De tattoo zelf is overigens een karakter uit het Elfen-alfabet voor negen.

Wanneer hebt U het laatst nog eens moeten opdraven om een stuk voor de film in te blikken?

Een tijdje geleden moest ik voor de finishing touches van de film nog een scène inblikken waarin ik met de elf (NVDR Orlando Bloom) een drinkgelag moest houden, en de elf onder tafel moest proberen te drinken. Maar elfen zijn nu eenmaal onsterfelijk...

Over die extra scènes gesproken. Vindt U dat de vier uur-director's cut versies van de films uw personage beter in de verf zetten?

Goeie vraag. Het is dus je reinste nonsens dat hoe meer screentijd je krijgt, hoe beter de film wordt. Maar voor de mensen die van het boek houden is elk stukje dat er nog bij wordt gefilmd als een stuk toegift. Maar als er nu volgend jaar of zo screenings zouden gehouden worden, waarbij de drie films na elkaar zouden gedraaid worden, en ze zouden de lange versies gebruiken, dan eindig je toch met zadelpijn? Langs de andere kant, toen ik nog in Stratford was, hebben we eens alle drie de Henry VI-stukken op één dag gedaan. Voor een acteur is zoiets kunnen overleven een goeie uitdaging. Vond jij de langere versies beter?

Ik vond in de eerste film vooral de scène waarin Gimli drie haren van Galadriel krijgt prachtig.

Ja, dat was een ontroerend stukje, niet? De scène komt letterlijk uit het boek, maar we dachten dat het onmogelijk was om dat te verfilmen. Eén streng haar, dan kan je in de film moeilijk tonen hoe je die uittrekt en dan voor de camera toont (doet voor hoe dit zou moeten). Kijk, dat kan je niet tonen. En toch zijn we er in geslaagd de intensiteit van die scène te behouden door het geheel achteraf door Gimli op de boot aan Legolas te laten vertellen, wanneer die hem vraagt wat hij van de Vrouwe van het Woud heeft gekregen. Dan zie je dat Gimli danig van haar onder de indruk is. Hij ziet Galadriël, wordt door haar schoonheid betoverd, zodanig dat er zelfs magie zit in het krijgen van een simpel haar. De scène toont ook aan hoe hoog hij die eer acht: de anderen krijgen zwaarden, koorden, mithril-harnassen, zelfs sterrenlicht in een flesje... Maar Gimli is de enige die iets van haar persoonlijk krijgt. In het boek gaat hij nog verder, en beschrijft hij hoe hij een schrijn zal oprichten, versierd met juwelen, om het haar in tentoon te stellen. Al goed dat we dat niet hebben gefilmd! Nu, Gimli kan hierna zijn vijandigheid tegenover de Elfen niet langer ophouden. Het is ook het keerpunt in zijn relatie met Legolas, en daardoor één van de mooie weerkerende thema's in de film.


Uw zoon Peter heeft U overtuigd om Gimli te spelen...

Dat klopt. Ik wou zelf nooit zo lang in Nieuw-Zeeland blijven. Bovendien had ik van Peter Jackson tot dan toe enkel "kleine" films gezien. Ik was van oordeel dat je voor een project van deze omvang studio's zoals in Parijs, Rome of Los Angeles nodig zou hebben, en dat we in Nieuw-Zeeland nooit over alle specialiteiten zouden kunnen beschikken die nodig zijn om een dergelijk episch verhaal te maken. Iedereen kan omzeggens een film met maar 4 hoofdpersonages verfilmen, maar aan deze films hebben zo'n 25.000 mensen meegewerkt. Men zei wel eens dat iedereen in Nieuw-Zeeland met een rijbewijs op gegeven ogenblik bij ons project betroken was.

Ik wilde zeker mijn tijd niet verdoen aan één slechte film, en dan 2 direct to video-sequels, maar wanneer je agent dan zegt dat je die rol moet aannemen, of dat hij je anders niet meer wil vertegenwoordigen, denk je twee keer na. Ik keek enorm op tegen het zo lang in de make up-studio te moeten zitten, en niet op de set, wat toch nog altijd het natuurlijke biotoop voor een acteur is. Je wil in de eerste plaats acteur zijn om met je mede-acteurs lol te kunnen beleven op het podium, en ik dacht dat het hele project gewoon niet fun zou zijn. Toen ik dit echter tegen mijn zoon zei, zei die dat ik gek was als ik deze kans zou laten schieten. Immers, zo argumenteerde hij, in elke boekenwinkel ter wereld vind je wel een rekje met Tolkien-boeken. Een dergelijke verspreiding van naambekendheid op voorhand was ongezien. Toen realiseerde ik me dat, alhoewel ik initieel geen Tolkien-fan was, dat dit project afwijzen stom zou zijn.

Ik geloofde ook niet dat Peter Jackson in staat zou zijn om een dergelijk project met de kleine filmindustrie van Nieuw-Zeeland van de grond zou krijgen. Er komen in deze epic immers zo'n 22-tal hoofdpersonages voor. Op gegeven moment tijdens de digitale compositie werd er filmmateriaal naar Jacksons studio in Londen gestuurd, en het bleek dat men daar 400 computers dag en nacht liet draaien om het materiaal te verwerken! Vierhonderd computers! Ik bedoel, ze hebben mensen naar de maan gestuurd met minder.

En dus...?

Dus ging ik naar Nieuw-Zeeland met de bedoeling me eruit te kletsen. Ik bezocht alle departementen, zoals waar de harnassen en de kostuums worden gemaakt, en zag toen de verbijsterende statistieken van het aantal props dat men voor deze film ging gebruiken. Ik ondervond ook dat, in tegenstelling tot wat ik gedacht had, er wél enorm veel expertise ter plekke aanwezig was, en toen ik dan uiteindelijk alle departementen had bezocht, realiseerde ik me dat ik dat zeker niet als excuus kon gebruiken om niet in de film mee te spelen.

Goed, dacht ik, dan dacht ik dat ik maar even de kat uit de boom zou moeten kijken hoe Peter Jackson zijn acteurs behandelt. Maar veertien dagen later, op een persconferentie, was ik al zo door het project begeesterd, dat ik de aanwezige journalisten vertelde dat we aan een project van 3 films aan het werken waren, die nog groter dan Star Wars zouden worden. De journalisten kregen buikkrampen van het lachen! Groter dan Star Wars! Peter kroop in elkaar van schaamte.

Maar het is wel gelukt...

Inderdaad. De eerste twee films waren al een succes, en de derde wordt nog beter, mark my words. Peter Jacksons reputatie als regisseur zal er definitief door gebetonneerd worden. Alles wat de hedendaagse techniek ons biedt, komt in deze film samen.

En hopelijk deze keer wel een Oscar?

(speelt weer de kwade Gimli) It's an outrage, I tell you! Er is gewoon geen Oscar voor de Beste Dwerg! Het is een schande! Ik vind dat jullie allemaal naar de Oscarjury moeten schrijven om te eisen dat er een Oscar wordt uitgereikt voor beste dwerg. En als jullie dan toevallig nog een paar dwergen zouden willen suggereren... nu ja, één dwerg zou al genoeg zijn. (terug in John Rhys-Davies-mode) Ik hoop dat we ditmaal eindelijk erkenning zullen krijgen. Viggo (Mortensen, Aragorn) en Elijah (Wood, Frodo) verdienen zeker een nominatie als beste acteur, en Ian McKellen (Gandalf) en Sean Astin (Sam) zouden moeten genomineerd worden voor beste mannelijke support act. Vooral Sean Astin is een zeer energieke acteur die heel wat in zijn mars heeft...

Misschien heeft de Academie bewust gewacht tot de drie films af waren, omdat je ze eigenlijk moeilijk als losse delen kan beschouwen?

Ik ben zelf al één jaar lid van de Academie. Ik hoop dat die zichzelf niet in de eigen voet gaat schieten door de film weer over het hoofd te zien.

U zei eerder dat U niet echt van Tolkien hield. Waarom niet?

Toen ik undergraduate was - van '63 tot '66 - waren velen van mijn klasgenoten Tolkien aan het lezen, en waren er ontzettend lovend over. Ik studeerde toen literatuur, en, bekrompen mannetje dat ik toen was, ik geloofde niet in eigentijdse klassiekers. Maar ach, some fools will remain a fool all the time. Fantasy als genre trekt me sowieso niet aan, en ben de boeken pas echt recent beginnen te bestuderen. Het is pas na de derde lezing dat ik de parallellen met de oude epische sagen begon te zien en te appreciëren.

Waar beleefde U het grootste genoegen aan, uw Macbeth/Othello-tijd, of Gimli en Treebeard?

Tolkien was zelf een professor in literatuur, en hij kende ongetwijfeld zijn Shakespeare van achter naar voor en weer terug. Ook boeken zoals Dracula van Bram Stoker zijn op een hypnotische manier effectief. Bram Stoker produceerde eertijds Irwin, en hoorde die elke avond Shakespeare vertolken. En als je dan zijn boek leest, voel je de kadans van de klassiekers in de tekst terugkomen... Uiteindelijk zou ik Shakespeare verkiezen; het is moeilijker om te doen, maar het is de grotere uitdaging.

In de wereld van de acteurs is uiteindelijk iedereen vervangbaar. Jonge acteurs geraken tegenwoordig ofwel sneller opgebrand, ofwel transformeren ze naar de status van iemand die uiteindelijk onsterfelijk wordt. Alle jonge acteurs dromen van onsterfelijke roem, en als je meerdere malen in je carrière hoogtepunten kent, zoals ik, mag je je gelukkig prijzen. Maar wij acteurs hebben geen controle over ons eigen succes. Niemand zal je komen zeggen wanneer je carrière over is. Als je dan echter lang genoeg uit de publieke aandacht verdwenen bent, word je plots herondekt. Maar vele acteurs geraken definitief uit de mode. Ikzelf heb zeer veel respect voor onsterfelijke iconen uit de acting-wereld zoals Robert Mitchum.


U gaf aan dat U zelf een grote SF-fan bent. Zou U ook zo geaarzeld hebben als George Lucas U had opgebeld om te vragen om in één van zijn Star Wars-prequels mee te spelen?

Tja, ik ben inderdaad SF-fan. Ik heb een paar keer Leonardo Da Vinci gespeeld in Star Trek Voyager, en heb een paar jaar meegedraaid als professor Maximilian Arturo in Sliders... Als George Lucas gebeld zou hebben, zou ik geen moment hebben geaarzeld. Maar Jackson? Versta me niet verkeerd, ik ben een enorme Peter Jackson-fan, hij is volgens mij één van de twee, drie beste regisseurs van het moment, maar ik leefde in volle overtuiging dat de man beter was met kleinschalige projecten. Laat het me anders zeggen: ik ken wat van autotechniek, maar als ik nu zelf een vliegtuig zou bouwen, en je zou vragen om mee te vliegen, zou je dat durven? Nee? Gelijk heb je!

Maar het was uiteindelijk de extraordinary unanimity of purpose and intention die me heeft overtuigd. Er was onder de cast niet het minste spoor van onderlinge rivaliteit; zoiets kan overigens de grootste acteur klein krijgen. Je moet per slot van rekening het een hele tijd lang volhouden om samen te werken, en als dat dan is met mensen die je niet kan zetten... Zo'n acteurs verdwijnen overigens uiteindelijk als vanzelf uit de filmscène. Maar de échte magie van de film is geheel op de rekening van Peter Jackson te schrijven. Hij verloor nooit zijn cool. Als hij ons gevraagd zou hebben om, met risico voor eigen leven, te gaan filmen aan de krater van een uitbarstende vulkaan, we zouden hem zonder aarzelen gevolgd zijn.

Drie dergelijke epische films vlak na elkaar filmen is zo'n enorme onderneming, dat je als regisseur de capaciteiten van een legergeneraal nodig hebt. Logistiek is het een nachtmerrie. Op een dag waren bijvoorbeeld opnamen bij een meer gepland, maar alle wegen naar de lokatie waren ondergestroomd. Op zo'n moment heb je iemand nodig die zijn verstand en zijn kalmte bewaart.

Als we U bij de release van de eerste film zouden verteld hebben dat U hier vandaag een videospel waar U de stem bij hebt ingesproken, zou promoten, zou U ons dan geloofd hebben?

Nee. En als men mij had gezegd dat "Nobody tosses a dwarf" zo'n catchphrase zou worden, dat ik mijn neus nergens meer kan laten zien zonder ermee geconfronteerd te worden, zou ik je ook niet geloofd hebben. Maar het is allemaal wel gebeurd. Is dat niet mooi? Vooral de erkenning die je dan als acteur krijgt is heerlijk. Daarom ook mag je nooit ruw zijn met je publiek, of je carrièrekansen vergooien aan drank, drugs of ijdelheid.

Waarop John Rhys-Davies de daad bij het woord voegde. Hij had als dank voor zijn komst van de mensen van EA Games een doos échte Belgische pralines (what else?) gekregen, maar hij begaf zich prompt onder de journalisten om ze een chocolaatje aan te bieden. Eén van de reporters had zijn zoontje van een jaar of tien meegebracht, en de kleine, die tijdens de hele uiteenzetting braafjes vooraan had gezeten, kreeg van Davies nog eens extra de aandacht. Maar ik denk dat heel wat van de journalisten op dat moment hoopten om even terug tien te zijn, en alle magie als vanzelfsprekend te beschouwen...


(Met toestemming van de auteur gepubliceerd op DVD Info. Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de auteur.)

UIT HET ARCHIEF

Andere artikels van hetzelfde type