:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> CINEMA PARADISO
CINEMA PARADISO
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2014-08-24
FILM
Er bestaan heel wat films die aantonen hoe het aanvoelt om verliefd te worden op de magische aantrekkingskracht van het zilveren scherm, maar geen enkele doet dat met zoveel pathos, emotie en volharding als Cinema Paradiso. Giuseppe Tornatores deels autobiografische relaas over de vriendschap tussen een filmgekke jongen en de projectionist van de lokale bioscoop in een klein Siciliaanse stadje vlak na de Tweede Wereldoorlog, is een aandoenlijke nostalgietrip naar een tijd toen de gemeenschapsbindende kracht van de cinema op een hoogtepunt stond. De film won een Oscar voor beste buitenlandse film in 1990 en kreeg een jaar later maar liefst 11 BAFTA-nominaties, waarvan hij er 5 verzilverde. Een bewijs als geen ander dat de liefde voor cinema, of de voorstelling ervan op het witte doek, talen en landsgrenzen overstijgt.


De film opent in het heden als filmregisseur Salvatore een telefoontje krijgt van zijn moeder met de melding dat Alfredo gestorven is. Meteen volgt één lange flashback naar de jeugd van Salvatore, toen nog Toto genoemd. Alfredo was de projectionist in de bioscoop van Giancaldo, een dorpje dat nog bekomt van de naweeën van de Tweede Wereldoorlog, en die dus graag de glamoureuze fantasiewerelden op het witte doek bezoekt. Alfredo en Toto gaan een hechte vriendschap aan, verbonden door de projector en de vreugde die de geprojecteerde films iedere avond de dorpelingen bezorgen. Toto's moeder is minder opgetogen met de alles consumerende hobby van haar kwajongen, maar als Alfredo blind wordt nadat een vonk de pellicule en vervolgens de volledige bioscoop in lichterlaaie zet, staat ze toch toe dat Toto Alfredo vervangt als projectionist. Dat zal hij blijven doen tot ver in zijn tienerjaren als zijn liefde voor de cinema moet concurreren met de liefde voor de rijke en onbereikbare Elena.


 
De charme van Cinema Paradiso zit hem niet zozeer in de originaliteit van het verhaal (dat volgt de aloude, stereotiepe conventies van een sterk geschreven coming-of-ageverhaal), maar in de karakterschetsen van de personages. In de eerste plaats gaat dat dan over Toto, een echte belhamel, maar iemand die tot in het extreme gebeten is door de filmmicrobe en daardoor op de sympathie van iedere filmliefhebber zal kunnen rekenen. Regisseur Tornatore nam zowat iedere Siciliaanse jongen in aanmerking voor de rol, tot hij op Salvatore Cascio stuitte, die de rol met een aandoenlijke mix van onschuld en belhamelarij zou invullen. De chemie tussen hem en de projectionist, vertolkt door veteraan Philippe Noiret, is bovendien van het allerhoogste soort. Alfredo is iemand die zichzelf herkent in de jonge Toto en hem wil aansporen om film een speciale plaats in zijn leven te geven. Maar hij wil hem ook waarschuwen voor de gevaren van zijn obsessie, want die kunnen hem laten vastroesten in een leven waaruit hij niet alles heeft gehaald.


Maar Cinema Paradiso beperkt zich niet het centrale duo. Veel van de humor in de film is afkomstig van de talloze nevenpersonages, die allemaal een memorabele eigen identiteit hebben. Dat gaat van de plaatselijke pastoor, die eigenhandig elke nieuwe film keurt op obsceniteiten en die elke kusscène genadeloos uit de print laat knippen, tot de dorpsbewoner die de filmzaal iedere avond uitkiest om een dutje te doen en de plaatselijke gek, die het dorpsplein als zijn eigendom claimt. Het zouden karikaturen kunnen zijn, maar Tornatore filmt ze met bijzonder veel affectie, wat je bij uitbreiding over de film als geheel kan zeggen. Een nostalgietrip kan vaak vals overkomen, maar daar heeft Cinema Paradiso geen probleem mee. De regisseur gebruikt de flikkerende, stoffige projectorstraal om een gemeenschap, verbonden door de avondlijke samenkomsten, als een ideaal voor te stellen, waar er weliswaar nog ruimte blijft voor conflict, maar waar de verzoening je warm  laat worden binnenin. Door te kiezen voor klassieke beeldkaders en een bruine filter verhoogt Tornatore de nostalgiewaarde van de prent nog, terwijl ook de (enigszins repetitieve maar daarom niet minder effectieve) muziek van Ennio Moricone de gevoelige snaren subtiel bespeelt.


Cinema Paradiso is zeker geen perfecte film. De raamvertelling werkt perfect, maar eenmaal de prent terugschakelt naar de tienerjaren van Toto en de daarmee gepaard gaande kalverliefde, verliest de film wat geloofwaardigheid omdat het drama eerder lijkt voort te vloeien uit de pen van de scenarist dan uit de personages. Dat is te vergelijken met de sprong die David Leans Great Expectations halverwege maakt: het beste deel van de film is achter de rug, maar dat betekent niet dat wat volgt niet goed meer is. Alleen dat beetje minder interessant. Die tijdelijke dip in kwaliteit wordt echter ruimschoots goedgemaakt in het laatste kwartier, waarin Salvatore voor het eerst in 30 jaar terugkeert naar Giancaldo en na de begrafenis van Alfredo een filmspoel krijgt van zijn weduwe. Wat daarop te zien is, is de perfecte culminatie van de gevoelens die Cinema Paradiso wil evoqueren met betrekking tot de liefde voor films. Die laatste sequentie blijft dan ook een van de meest perfecte die ik de laatste decennia heb gezien en zal bij iedere cinefiel de emoties snikkend laten opwellen.


 
BEELD EN GELUID
Dat de beeldkwaliteit van Cinema Paradiso niet optimaal is, wordt al meteen duidelijk in de openingssequenti als de transfer een telefoongesprek in de schaduw niet kan vertalen naar sterke zwartlevels of een aanvaardbaar contrast. Dit euvel plaagt de rest van de film, terwijl ook de aanwezigheid van stofjes op de print het kijkplezier wat verstoort. Met de scherpte zit het grotendeels snor en ook digitale artefacten zijn geen issue. De kleurenweergave had wat extra punch kunnen gebruiken, maar dat stoort niet echt, want vreemd genoeg dragen de tekortkomingen van de transfer net bij tot de nostalgiefactor die de film kenmerkt. Voor deze release kreeg de soundtrack een opwaardering naar een 5.1-track, maar dat is geen grote verbetering ten opzichte van de originele stereotrack die ook op de disk staat. Beide kampen met de gevolgen van een dub van wisselvallige kwaliteit, terwijl ook de mix niet optimaal is. Zo klinken de dialogen vaak erg stil en dat in contrast met de hardheid van de filmfragmenten die in Cinema Paradiso een grote rol spelen. Dit is bijgevolg eerder een adequatedan een goede soundtrack.

EXTRA'S
De voornaamste bonus is een extra schijf waarop de Director's Cut van de film staat. Die duurt bijna drie kwartier langer dan de originele prent en verschilt vooral in het derde bedrijf. Daar voegt Tornatore nog een hele subplot toe waarin Salvatore voor het eerst in dertig jaar Elena terugziet. In het eerste deel van de film zijn de aanpassingen beperkt tot een verlengde scène hier en een extra minuutje daar. Als je het origineel en de verlengde versie naast elkaar legt, dan geniet het origineel zonder meer de voorkeur. De hele subplot met Elena in het derde bedrijf leidt namelijk nodeloos de aandacht af van de essentie van de prent: de liefde voor film.


Op de derde schijf staan nog een aantal interessante documentaires en featurettes. A Bear and a Mouse in Paradise (27 min.) staat Tornatore toe om te mijmeren over de filmervaringen uit zijn jeugd, die de basis vormden voor het scenario van Cinema Paradiso. Cast en crew voegen daar nog enkele leuke anekdotes over het draaien van de film aan toe. A Dream of Sicily (55 min.) focust op de carrière van Guiseppe Tornatore aan de hand van fragmenten uit zijn vorige films en bijdragen van mensen die met hem gewerkt hebben. In The Kissing Sequence (7 min.) bespreekt de regisseur de laatste scène van de film. Leuk is ook dat je de namen krijgt van alle films die in de sequentie gebruikt worden. Een Trailer voor Cinema Paradiso en een Fotogalerij ronden de bonussectie af.

Op een vierde disk op deze Deluxe Edition vind je ten slotte de volledige soundtrack van Ennio Morricone voor de film.


 
CONCLUSIE
Cinema Paradiso is een onvergetelijke ode aan de film, met een overdaad aan oprechte nostalgie. Herkenbare personages, een knappe regie en uitstekende vertolkingen maken dit tot een van de allerbeste Italiaanse films van de voorbije decennia. De bonussectie geeft dat ook duidelijk aan, want die is goed gevuld met interessante extra's. Helaas is de beeldtransfer niet van het hoogste niveau en kan ook de soundtrack niet overtuigen.



cover




Studio: Arrow Films

Regie: Giuseppe Tornatore
Met: Philippe Noiret, Salvatore Cascio, Marco Leonardi, Jacques Perrin, Leopoldo Trieste, Agnese Nano

Film:
8,5/10

Extra's:
7/10

Geluid:
6,5/10

Beeld:
6,5/10


Regio:
2

Genre:
Coming-of-age

Versie:
U.K.

Jaar:
1988

Leeftijd:
15

Speelduur:
118 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
5027035004013


Beeldformaat:
1.85:1 anamorf PAL

Geluid:
Italiaans Dolby Digital 5.1
Italiaan Dolby Surround 2.0

Ondertitels:
Engels
Extra's:
• Director's Cut
• Documentaire: A Dream of Sicily
• Documentaire: A Bear and a Mouse in Paradise
• Featurette over de 'kus-scène'
• Trailer
• Fotogalerij
• Integrale sountrack-cd

Andere recente releases van deze maatschappij