Regie: Akira Kurosawa
Met: Toshirô Mifune, Takashi Shimura, Minoru Chiaki, Eiko Miyoshi, Kyôko Aoyama, Haruko Tôgô, Noriko Sengoku
Dr. Harada heeft het moeilijk met Nakajima’s irrationele angst in verband met H-bommen en radioactiviteit en hij praat er met z’n zoon over die sinds kort ook als tandarts aan de slag is. Maar alle Japanners zijn bang!, beweert die, en als gevolg van het groot aantal bommen dat geproduceerd wordt, stijgt ook de kans op problemen. Dr. Harada heeft er zelf nooit bij stilgestaan. Hij had het te druk in z’n praktijk, maar misschien is hij zoveel meer nuchter van aard dan Nakajima die al wegduikt bij weerlicht en donderslagen, want de ongewone heftigheid van die fenomenen zou volgens de pers het gevolg zijn van de experimenten met nucleaire bommen. Terwijl de rechter en z’n adviseurs hun best doen om een vonnis te formuleren, voert Nakajima z’n plan uit want hij overtuigt een naar Brazilië uitgeweken Japanner om de smederij tegen diens boerderij te ruilen, mits een supplementaire financiële injectie voor de aankoop van een stuk weiland waarvoor hij geld zoekt bij z’n twee maîtressen en de zoon van een derde. Maar die willen hun oude minnaar het geld niet lenen en ook z’nbuitenechtelijke zoon ziet een uittocht naar Brazilië niet zitten en dus valt het hele Zuid-Amerika-plan in het water. Harada legt zich uiteindelijk bij de visie van zijn collega’s neer en Nakajima wordt geïnterneerd in een gekkenhuis. Doch de tandarts kan de hele affaire maar moeilijk uit z’n hoofd zetten…
I Live In Fear (origineel: Ikimono no Kiroku) draait regisseur Akira Kurosawa nauwelijks 7 jaar na de nucleaire bommen op Hiroshima en Nagasaki. Voor de meeste Japanners zijn de spooksteden niet meer dan foto’s in de krant, maar de schrik zit er wel diep in en de wapenrace die intussen tussen Rusland en Amerika aan de gang is, verhoogt het gevoel van onveiligheid. Kurosawa snijdt opnieuw een realistisch thema aan uit de Japanse naoorlogse geschiedenis, want nogal wat landgenoten besluiten in de loop van de jaren 50 om naar andere continenten uit te wijken omdat ze het zaakje niet vertrouwen. Verrassend genoeg is Kiichi Nakajima de enige die bang is voor wat de nucleaire bommen aan kunnen richten en welk gevaar nucleaire straling inhoudt. Jullie zijn laf!, schreeuwt hij z’n familieleden toe, maar uit hun reacties blijkt dat ze er niet bij stil hebben gestaan, ook al staat de krant elke dag vol over de nucleaire experimenten en de nucleaire wapenrace van de grootmachten. Dr. Harada moet bekennen dat hij ook niet echt veel interesse heeft voor wat er in de rest van de wereld aan de gang is en aan gevaar voor z’n eigen leven heeft hij zelfs nog nooit gedacht. Nakajima’s familie en maîtressen zijn niet happig om hun vertrouwde omgeving te verlaten voor een avontuur aan de andere kant van de aardbol; zij zouden het vooral jammer vinden om hun culturele eigenheid op te moeten geven. Maar bij Kiichi Nakajima zit de angst voldoende diep om dat soort overwegingen niet te maken en als een expat hem op een keer vertelt dat zijn eigen vader nooit naar Zuid-Amerika zou zijn vertrokken indien hun huis niet was afgebrand, brengt hem dat op een idee…
Toshirô Mifune, met wie Kurosawa meer dan 15 films maakte in 17 jaar, kruipt in de huid van de welgestelde patriarch Kiichi Nakajima die wegens zijn angst voor de H-bom een uitweg zoekt voor z’n geliefden in geval Japan wordt getroffen door een nucleaire holocaust. Mifune is zo goed als onherkenbaar in de rol van de oude man, maar zijn vakmanschap is zoals altijd van uitstekende kwaliteit en hij slaagt erin om de innerlijke onrust, de angst en de waanzin van het personage perfect voor de toeschouwer te vertalen. Takashi Shimura (Dr. Harada) bekijkt de confrontatie tussen Nakajima en z’n familie als een objectieve buitenstaander. Hij fungeert als stand-in voor de toeschouwer en bij momenten krijgt hij de rol van het koor in oude Griekse tragedies. Aan hem om uit te zoeken of er zoiets als een irrationele reactie bestaat als antwoord op een veel grotere irrationaliteit als de H-bom. Kurosawa neemt geen openlijk politiek standpunt in inzake nucleaire bewapeningen, maar dat kost hem wel z’n hoofdpersonage, terwijl hij er tegelijk voor zorgt dat Kiicho Nakajima de toeschouwer op de hand krijgt, want het is niet moeilijk om een keuze te maken tussen het egoïstische gebrabbel van de familie en de grote bezorgdheid van de vader.
Wij keken naar een recente uitgave van BFI, het British Film Institute, dat de oudere films van Akira Kurosawa in een drietal boxen gebundeld heeft en sommige titels uit die selectie apart op dvd uitbrengt, telkens met Engelse ondertitels. Wij durven liefhebbers deze releases aanbevelen, want de kans is klein dat deze films ooit bij ons met Nederlandse ondertitels op de markt komen.
BEELD EN GELUID
Deze film is bijna zestig jaar oud en dat zie je uiteraard aan de beeldkwaliteit, te meer omdat het British Film Institute de gebruikte master niet heeft gerestaureerd. Gelukkig was die nog in bijzonder goede staat en valt het aantal ongerechtigheden mee. Zo is er geen sprake van grote scheuren of ontbrekende frames en het aantal witte en zwarte vlekjes blijft binnen acceptabele grenzen. Alleen jammer van de storende cirkeltjes waarmee de overgang naar een volgende filmspoel aangeduid wordt. Die storen wel. Het geluid is eenvoudig en goed van kwaliteit, maar Japans heeft voor onze westerse oren uiteraard nauwelijks meerwaarde.