Regie: Andrej Zvjagintsev
Met: Nadezhda Markina, Andrey Smirnov, Elena Lyadova, Aleksey Rozin, Evgeniya Konushkina, Igor Ogurtsov
Enfin, dit als inleiding om u te vertellen dat Elena van regisseur Andrej Zvjagintsev een prestigieuze arthousefilm is die de internationale jury in Gent moeiteloos aan de borst heeft gedrukt, zij het niet voor de eer en de glorie van de maker, dan minstens voor die van het grote Vlaamse Film Festival dat graag wil schitteren tussen de grote broertjes uit de sector. Dat doe je uiteraard niet met een publiekstrekker waarvoor de incrowd z’n neus ophaalt, maar liefst met een ronkende titel die boven alle verdenking staat. En Elena van regisseur Andrej Zvjagintsev behoort beslist tot dat exclusieve kliekje, zij het dat de film niet veel intrige bevat, dat de Rus z'n tijd niet verdoet aan karakteruitdieping en met een open einde zo ruim als de toegangspoort tot het oude Jeruzalem, wordt regisseren herleid tot een nine-to-five-job waarvoor menig minder getalenteerd regisseur zich beslist zou schamen. De kijker mag zelf de uitkomst en/of het vervolg invullen, zegt de Rus daarover in de Extra’s, waarmee hij in de voetsporen treedt van Michael Haneke die ook wel eens voor een abrupt slot kiest, met dien verstande dat hij altijd respect heeft voor de intellectuele capaciteiten van de toeschouwer en hem/haar tijdens de eindtitels nog wat versleutelde informatie durft toe te spelen. Die nuance heeft Andrej Zvjagintsev jammer genoeg gemist.
Maar goed, aan de frustraties van een recensent heeft u wellicht minder behoefte dan aan een kort overzicht van wat deze film te bieden heeft. Wel, hoofdpersonage Elena woont al tien jaar samen met Vladimir en sinds twee jaar zijn ze ook getrouwd. Zij is van opleiding verpleegster en ze leerde hem kennen in het ziekenhuis waar hij opgenomen was voor een buikvliesontsteking. Haar leven veranderde nadien drastisch, want Vladimir was en is naar Russische begrippen stinkend rijk: het stel woont in een gigantische flat met alle westers comfort in een rustige wijk van de hoofdstad, hij rijdt met een dure Audi, zij doet het huishouden en trekt één keer per maand – als ze haar pensioen ontvangen heeft – naar de krappe en armoedige flat van haar zoon Sergej, z’n vrouw en hun twee kinderen, om financiële steun te bieden. Sergej is werkloos, maar volgens Vladimir doet hij geen moeite om werk te vinden, want hij verdoet z’n tijd liever voor het tv-scherm met games en heel veel bier. Het is een onderwerp dat Elena en Vladimir uit de weg gaan, want het leidt vaak tot zinloze discussies, maar nu haar kleinzoon Sasja 17 wordt en z’n ouders geen geld hebben voor een hogeschool of de universiteit, dreigt hij z’n toevlucht te moeten nemen tot een baantje in het leger, wat betekent dat bij bijna zeker naar de oproerige republiek Ossetië in de Kaukasus wordt gestuurd. Elena vraagt Vladimir om financiële steun voor Sasja, maar die reageert met de opmerking dat Sergej z’n problemen zelf op moet lossen. Dat z’n eigen dochter ondertussen een liederlijk leventje leidt met papa’s vele geld en evenmin een job zoekt, is voor Vladimir geen reden om de zoon van z’n vrouw welwillend tegemoet te treden. Ik ben met jou getrouwd, is z’n verweer, niet met je familie. Als blijkt dat hij na een hartaanval in z’n testament Elena niet meer dan een pover jaargeld wil toekennen, besluit de getergde vrouw om in te grijpen.
Qua verhaallijn heeft Elena alles in huis om uit te groeien tot een spannende film en die spanning is op de een of andere manier altijd wel aanwezig, maar Andrej Zvjagintsev bewees in z’n eerder films ook al geen groot scenarist te zijn en z’n kompaan Oleg Negin – coscenarist van The Banishment - is dat evenmin. Geen van beiden blijkt geïnteresseerd in de karakters, met als directe gevolg dat je je als kijker totaal niet aangesproken voelt door de angst die Elena doorstaat of door het schijnbare onrecht dat haar wordt aangedaan door een echtgenoot met wie ze op z’n minst een bizarre relatie heeft. Zvjagintsev kiest liever voor vorm en sfeer, elementen die het uitstekend doen bij het new-ageachtige publiek dat eens per jaar in z’n modieuze outfit de zalen van Kinepolis Gent vult (uiteraard op uitnodiging), maar dat er voor de rest nooit te zien is tijdens de arthouseprojecties op elke derde donderdagavond van de maand, want die trekken gemiddeld niet meer dan 20 betalende toeschouwers. Elena begint met een sequentie die bijna anderhalve minuut duurt en waarin de camera de gevel van een appartement filmt met op de voorgrond de takken van een boom in herfsttooi en een kraai die rustig de andere kant op kijkt. Zeer inspirerend en uiteraard zeer verfijnd en getuigend van een intelligente manier van werken. Aan die scène is heel lang gewerkt, zegt de regisseur fier in de Extra’s. Tja, wat moet je daarmee als toeschouwer? Kan je zo’n kerel nog serieus nemen? Later werken de lange opnamen beter in Elena, in het appartement bijv. met tegenlicht en gefilterde zonnestralen die prachtige patronen op de houten vloer toveren, maar een heel lange scène waarin we Elena de tocht naar het flatje van haar zoon zien afleggen blijft alleen maar overeind dankzij de stuwende muziek van Philip Glass die een paar keer flink uit z'n dak gaat. Zvjagintsev is geen meester in sterke dialogen en dus beperkt hij ze tot het ultieme minimum. De vrije ruimte vult hij op met stilte.
Grootste manco van Elena is het open einde dat begint met een opeenvolging van korte scènes die grotendeels naast de kwestie zijn en schijnbaar alleen maar bedoeld om het ultieme moment uit te stellen. Het is typisch voor liefhebbers van arthousefilms om een dergelijke aanpak als grote kunst te accepteren. Voor een normale filmliefhebber werkt het eerder frustrerend dan dat er sprake zou zijn van voldoende meerwaarde. Als ik mijn werkster 8 euro per uur betaal, dan ga ik ervan uit dat mijn huis schoongemaakt is. Als ik 8 euro neertel aan de kassa van een bioscoop, dan zou de regisseur waarvoor ik uit mijn luie stoel ben gekomen minstens een inspanning moeten doen om een verhaal te vertellen met een slot of iets wat zeer dicht in de buurt komt. Ook in Elena slaagt Andrej Zvjagintsev daar niet in.