:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> GODS AND MONSTERS
GODS AND MONSTERS
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2005-02-10
FILM
In 1998 won regisseur-scenarist Bill Condon tot verbazing van velen een Oscar voor zijn scenario Gods and Monsters. Waarom dit een verrassing was? Omdat de film een uiterst kleinschalig project was, ten eerste, met een budget van amper drie miljoen dollar. Ten tweede omdat Condons bekendste credit tot dan toe het scenario van misbaksel F/X 2: The Deadly Art of Illusion was. En tenslotte omdat Gods and Monsters homoseksualiteit ongegeneerd in het voetlicht plaatst, iets waar de leden van de Academy doorgaans voor terugschrikken. Om ondanks deze struikelblokken toch een Oscar in de wacht te slepen, moet Bill Condons film dus toch iets speciaals hebben gehad, een aspect dat vooroordelen overstijgt.

Buiten kijf staat alvast dat de plot erg intrigerend is. Frankensteinregisseur James Whale wordt in 1957 dood aangetroffen in zijn zwembad. Zelfmoord luidt de logische conclusie. Maar de redenen voor de wanhoopsdaad raken nooit opgehelderd. Gods and Monsters doet bijgevolg een poging de laatste weken voor Whales dood in te vullen, deels fictief, deels gebaseerd op ware feiten, om zo een geloofwaardige verklaring voor zijn ongelukkig overlijden te formuleren. Centraal hierin staat de homofobe tuinman Clayton Boone die voor de cineast een onbereikbaar object van begeerte is. Hij doet dan ook verwoede pogingen het vertrouwen van Boone te winnen. De tuinman stemt zelfs toe in halfnaakte poseersessies voor Whales schilderijen, maar bewaart steeds een wantrouwige afstand. Toch laat de zieke regisseur – hij wordt gekweld door nachtmerries over de gruwelen uit de Eerste Wereldoorlog – de hoop niet varen Boone in zijn homoseksueel web te strikken. Een tactiek die uiteindelijk tot zijn dood zal leiden.

Films over Hollywood en zijn inwoners gaan er bij mij altijd in en dus vond ik veel aspecten van Gods and Monsters behoorlijk aangenaam. Maar toch bleef er na de end credits een gevoel van onbehagen hangen: het gevoel dat ik weliswaar een diamant had gezien, maar dan een erg ruwe en onvolmaakte, een potentiële edelsteen die zijn koolstof-origine nooit weet te verbergen. Om maar te zeggen dat de film als geheel minder is dan de som van zijn onderdelen, want die zijn stuk voor stuk van hoog niveau. Het gelauwerde scenario volgt een erg duidelijke, rechtlijnige structuur en vestigt daardoor weinig aandacht op zichzelf. Het verhaal vloeit dan ook organisch en logisch voort, hoewel een scepticus het eerder een voorspelbaar kabbelen zou noemen. Vooral de sporadische droomsequenties springen er echter uit. De metafoor met het Monster van Frankenstein dat James Whale door de vernielde loopgraven van de Somme leidt, vormt bijvoorbeeld niet enkel een krachtig beeld, maar ook een geducht statement. Misschien geen volledig verdiend Oscarwinnend script dus, maar toch bewonderenswaardig.

Op technisch vlak is Gods and Monsters een beetje schizofreen. Enerzijds evoqueren de decors en de kostuums uitstekend de jaren vijftig, anderzijds drukt de schaarsheid aan setvariatie de kijker met de neus op het lage budget. De keuze voor 2.35:1-widescreen komt dan weer als geforceerd over. Nergens heb je het gevoel dat 1.85:1 niet had kunnen volstaan, aangezien de film toch een vrij intiem drama is. Aan de keerzijde verleent de widescreenpresentatie Gods and Monsters echter een filmische scope die de visuele beleving van het verhaal op positieve wijze versterkt. De belangrijkste technische bijdrage komt evenwel Carter Burwell toe, de componist. Hij weeft een romantisch, weemoedig web met de noten die hij uit een excellent strijkorkest haalt. Burwells eenvoudige melodieën en spokende thema’s blijven nog lang nazinderen na het rollen van de aftiteling.

Maar nog net niet zo lang als de acteerprestaties, of althans twee van de drie centrale rollen. Want hoewel Brendan Fraser zich aardig uit de slag trekt, toont hij hier aan weinig kans te maken ooit boven loutere degelijkheid uit te stijgen, iets wat hij vier jaar later in een soortgelijke ondersteunende rol in The Quiet American nog extra wist te onderschrijven. Nee, vergelijk zijn prestatie met bijvoorbeeld Lynn Redgrave als de overbezorgde Oost-Europese meid en je merkt meteen een verschil. Redgrave zit ogenschijnlijk met een zeer stereotype rol opgezadeld, maar weet ieder goed en slecht kenmerk van haar karakter in een oogopslag tevoorschijn te toveren. Zowel in stemgebruik als in lichaamshouding is ze een uitmuntend voorbeeld van superieur Brits acteertalent. Ian McKellen, als James Whale, slaagt er daarenboven nagenoeg in gelijke tred met haar te houden. Hij krijgt van cineast Condon een van nature meer uitgediepte rol voorgeschoteld, maar overstijgt zelfs de kwaliteit van het papieren karakter. McKellen, zelf ook homoseksueel, lijkt te beseffen dat hij een rol speelt die hem op het lijf geschreven is. Het besluit van de Academy om niet hem maar de Italiaanse idioot Roberto Benigni als beste acteur te lauweren, zullen we maar aan tijdelijke hersenbeschadiging wijten, zeker?

Je ziet het: alle elementen zijn aanwezig om Gods and Monsters tot een zeer goede film te kneden, maar het totaalpakket bleef voor mij toch steken op ‘goed, maar niets wereldschokkends’. Waarom deze productie mij niet voor honderd procent kon bekoren, zal wellicht voor eeuwig een raadsel blijven. Voor anderen zal de optelsom ongetwijfeld wél kloppen, maar voor mij blijft Gods and Monsters vooral een showcase van acteertalent, een bewijs dat Carter Burwell meer aandacht verdient als componist dan hij nu krijgt, en een entertainend product met enkele mooie droomsequensen en één erg knappe, ontroerende, melancholische laatste scène.

BEELD EN GELUID
Gods and Monsters staat in zijn originele breedbeeldformaat op deze dvd en de beeldkwaliteit is van een erg goed niveau. De kleuren van het heldere Californië springen vibrant van het scherm, terwijl de nachtelijke scènes absoluut geen problemen hebben met contrast. Volledig krasvrij is de print vreemd genoeg niet (voor zo’n recente film), maar 99 procent van de kijkers zou dit niet eens opvallen. Beeldruis is iets prominenter aanwezig, maar is waarschijnlijk aan de low-budget origine van de film te wijten. Al bij al een erg goede transfer dus. Op het geluid valt in eerste instantie ook weinig op te merken, ware het niet dat we het met een stereotrack moeten stellen. Dit is blijkbaar het originele spoor en het klinkt helder en dynamisch genoeg om de film te dragen, maar een upgrade naar 5.1 was, zeker voor de droomsequenties, toch aangenaam geweest.

EXTRA’S
De belangrijkste extra op deze disc is ongetwijfeld het Audiocommentaar van regisseur-scenarist Bill Condon. Hij verklaart meteen een fan te zijn van commentaartracks en laat dat ook overvloedig blijken door veel details over ontstaan en productie van de film mee te delen. Stiltes vallen er nauwelijks, hoewel Condon vrij zenuwachtig lijkt uit angst potentiële informatie te vergeten of te melden. Het is een van de betere audiocommentaren die ik ooit hoorde. De documentaire The World of Gods and Monsters: A Journey with James Whale (29’) valt uiteen in twee delen. Het eerste deel behandelt leven en carrière van Whale en is vrij inzichtvol. Het tweede deel handelt over de de film en plukt helaas iets te veel voorgekauwd materiaal van een EPK. De Trailer slaat een radicaal andere toon aan dan de film, maar slaagt er wel in de productie aan een kritisch publiek te verkopen. Volgende bonussecties zijn de Production Notes en Biografieën van cast en regisseur, die bestaan uit enkele pagina’s interessante, maar overbodige tekst. De Photo Gallery brandt tegen een te traag tempo stills, posters en setopnames op het netvlies van de kijker, terwijl Carter Burwells subtiele muziek de trommelvliezen streelt. Tenslotte bevat de dvd ook een boekje van 8 pagina’s waarin vooral Condon’s visie op de muziek in de film interessant leesvoer is.

CONCLUSIE
Gods and Monsters is een aanrader voor al wie interesse heeft in de vader van de klassieke horrorfilm en wie houdt van uitmuntend acteerwerk. Het geheel is echter minder dan de som van de delen en boeit niet constant genoeg om de film tot een must-see te maken. Beeld en geluid stijgen een stuk boven de middelmaat uit en ook de bonussectie bevat enkele leuke extra’s.


cover




Studio: MGM

Regie: Bill Condon
Met: Ian McKellen, Brendan Fraser, Lynn Redgrave, Lolita Davidovich

Film:
6,5/10

Extra's:
6/10

Geluid:
7,5/10

Beeld:
8/10


Regio:
2

Genre:
Biografie

Versie:
U.K.

Jaar:
1998

Leeftijd:
15

Speelduur:
106 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
5050070001532


Beeldformaat:
2.35:1 anamorfisch PAL

Geluid:
Engels Dolby Surround 2.0

Ondertitels:
Engels
Extra's:
• Audiocommentaar
• Documentaire ‘The World of Gods and Monsters’
• Trailer
• Productie-aantekeningen
• Biografieën
• Fotogalerij
• Dvd-boekje

Andere recente releases van deze maatschappij