:: ARTIKELS ::
DVDInfo.be >> Artikel >> Column >> COLUMN #11: ZIJN ER NOG FILMFANS IN DE ZAAL?
COLUMN #11: ZIJN ER NOG FILMFANS IN DE ZAAL?
Type: Column - Datum: 2012-08-26 - Geplaatst door: Didier
ZIJN ER NOG FILMFANS IN DE ZAAL

Indien mijn oude geheugen me niet in de steek laat, was het in The Dead Pool dat Dirty Harry zei: “Opinions are like assholes, everybody has one”. Hoe hard (en waar) de woorden van San Francisco’s meest gemene rechercheur ook mogen zijn, lijkt het er toch op dat er in 2012 een schrijnend gebrek is aan het hebben van een mening. Laten we het daarom eens hebben over filmkritiek, beste lezers.

Deze bezigheid die alle medewerkers van DVD Info hoog in het vaandel dragen, werd onlangs fel bekritiseerd toen het gerenommeerde filmblad Sight & Sound zijn lijstje van beste films aller tijden publiceerde. De filmfans slaakten weliswaar een zucht van verlichting toen bleek dat Vertigo van Hitchcock eindelijk Citizen Kane van zijn (zonder twijfel welverdiende) troon had gestoten, toch kreeg het optimistische gevoel een flinke deuk toen cinefielen de overige titels zagen. Het was wederom een lijstje geworden dat werd samengesteld door filmkenners die in een ivoren toren leven, want niet alleen getuigt hun keuze van snobisme, ook lijkt het erop alsof de films na 1972 (The Godfather dus) zijn “vergeten”. Iedere prent uit het beruchte lijstje is er zonder meer eentje die je als cinefiel moet hebben gezien, want wat zou de filmwereld immers betekenen zonder de geniale vondsten van F.W. Murnau, Sergej Eisenstein, Jean Renoir of Orson Welles? Het neveneffect van deze beperkte kijk op het medium film is evenwel dat de filmfan geen zier geeft om de opsomming, de lijstjes zijn immers niet alleen voorspelbaar, ook heeft de doorsneefilmliefhebber nog nooit in zijn leven van Ozu gehoord. Nog erger is dat de filmfan daardoor de waarde van de filmkritiek verwaarloost; die spreekt per slot van rekening niet zijn taal.

De vervreemding tussen criticus en fan resulteerde ook in elitair denken. We werden murw geslagen met ziekmakende termen als “de betere film” of “guilty pleasure” (alsof een mens zich voor zijn eigen smaak moet schamen!). Hoe wondermooi de filmwereld ook is, toch werd hij eveneens een speelplaats voor cultuursnobs. Voor deze mensen werd film plots een wetenschap waarin geen plaats was voor glamour en entertainment en de bioscoop een plek werd waar je kon tonen dat je beter bent dan de rest, echte “filmkenners” moeten immers de Nouvelle Vague-films van Jean-Luc Godard bekijken en niet de nieuwste blockbuster met Bruce Willis, niet waar? Een cinefiel dient volgens hun normen neer te kijken op Hollywood en zich bij voorkeur te vergapen aan films uit het Verre Oosten en dan nog het liefst die waarvan men geen snars begrijpt en die gedraaid zijn door cineasten waarvan nog geen kat heeft gehoord, al was het maar om hun medemens te overstelpen met het feit dat zij wel tot die happy few behoren. De waarde van de filmkritiek ging door deze attitude hopeloos verloren met als absolute dieptepunt de komst van het internet, want plots ging iedereen recensent spelen. In een mum van tijd had iedere filmfan zijn eigen blog en tot grote ergernis van de “echte” filmjournalisten ging jan en alleman films bespreken. Deze democratisering betekende wel dat de filmwereld werd verlost van het juk van de oude knarren die Casablanca altijd als de ultieme film zouden blijven bestempelen, maar jammer genoeg verdween ook de filmkritiek en de filmopvoeding die daarmee gepaard gaat, want zoals te vrezen viel werd cyberspace één chaotisch web waar oppervlakkigheid koning is.

Vroeger is altijd beter (ook al is dat niet zo), maar toch ben ik blij dat ik een kind van de jaren 80 ben (die weliswaar zijn eerste stappen leerde zetten in de jaren 70), want heb je je wel eens afgevraagd hoe een jonge snaak anno 2012 een degelijke filmopvoeding kan krijgen? Ik herinner me nog levendig de tijd toen ik als broekventje aan de lippen van Jo Röpcke hing of hoe ik op zondagavond (vaak tevergeefs) de antwoorden op de vragen in Cinemanie prevelde. Ik probeerde de moeilijke woorden van Barry Norman te begrijpen en las honderd maal 1000 Films van Patrick Duynslaegher. Als je Cat People van Jacques Tourneur op de BBC bekeek, kreeg je eerst een inleiding van Alex Cox die je vertelde op welke scènes je moest letten en waarom Tourneur zo’n belangrijke cineast is. Twee decennia later heb je op het scherm geen Jo Röpcke meer die de nieuwste prent van Sidney Lumet aanprijst, wel grote reclameblokken waarin commerciële trailers als filmkritiek gelden. Iedere maand stond ik in de boekhandel voor mijn exemplaar van Film &Televisie en ook al zag ik de meeste films die erin werden besproken pas een decennia later, leerde ik toch wat de Italiaanse cinema was, hoe innoverend  de filmtechnieken van Kurosawa wel waren of wat voor een impact de filmpjes van Georges Méliès hebben gehad. Het ging niet om de smaak van de recensenten (want dat is individueel mijnheer!), maar wel om het feit dat ik dankzij hen de wereld van François Truffaut kon ontdekken.

De wereld heeft opnieuw nood aan mannen (en vrouwen) met een kritisch oog, filmfanaten die ons doorheen de filmgeschiedenis leiden, fans die geen snobs zijn, maar een passie hebben voor film en een liefde bezitten die verder reikt dan die voor de "betere” film. Juist, de “betere” film bestaat niet, of hij is goed of hij is slecht en om Jan Verheyen te citeren: “De beste film is deze waar je het meest van houdt”.



UIT HET ARCHIEF